Actueel
Vreselijk nieuws: ”Gordon (56) is van balkon gesprongen”
Schokkende Openbaring in Roddelpraat
In de meest recente aflevering van het populaire YouTube-programma Roddelpraat, presenteerden Dennis Schouten en Jan Roos een onthullend en zorgwekkend verhaal over Gordon. Volgens Dennis zou de zanger en televisiepersoonlijkheid meerdere keren hebben geprobeerd een einde aan zijn leven te maken.
“Die pogingen zijn mislukt. Hij heeft het op een andere manier gedaan dan we gewend zijn. Hij sprong van het balkon, van de tweede verdieping.”
Deze schokkende uitspraak zorgde voor veel commotie bij zowel de kijkers als de aanwezige gast, Samantha ‘Barbie’ de Jong.

Gordon’s Zelfmoordpogingen
Tijdens de uitzending werd dieper ingegaan op Gordon’s mentale toestand. Barbie de Jong, die zelf ook worstelingen met haar geestelijke gezondheid heeft gehad, gaf haar ongezouten mening.
“Als je ervoor kiest om een einde te maken aan je leven, doe het dan vanaf de veertiende verdieping. Niet vanaf de eerste of tweede, want dat is gewoon om aandacht vragen.”
Deze opmerking werd door veel kijkers als ongevoelig en hard ervaren. Desondanks illustreerde het gesprek de ernst van Gordon’s situatie en de mate van wanhoop waarin hij zich zou bevinden.

Jan Roos Mengt Zich in het Gesprek
Jan Roos besloot de confrontatie aan te gaan met Barbie en vroeg haar direct: “Maar dat heb je zelf ook gedaan, toch?” Waarop Barbie instemmend reageerde.
“Ja, daarom.”
Jan ging verder: “En dan heb je een gebroken pols. Wat heeft dat voor zin? Je moet g*dverdomme je nek breken.”
Barbie deelde vervolgens haar eigen ervaring met zelfbeschadiging:
“Nou, wat ik heb is geen gebroken pols. Hier is doorgesneden. En hier met een schaar. Ik heb dus mijn slagaders geraakt. Dat was niet bepaald… Ik heb het net op tijd overleefd.”
Het gesprek benadrukte de grimmige realiteit van geestelijke gezondheidsproblemen in de entertainmentindustrie en de schokkende openheid waarmee deze besproken werden in de uitzending.

Gordon’s Huidige Situatie
Ondanks zijn recente zelfmoordpogingen heeft Gordon de gebeurtenissen overleefd en zou hij momenteel weer in Dubai wonen. In de uitzending werd een video getoond waarin Gordon zijn fans in Nederland aanspoort om zijn nieuwe album te downloaden.
Barbie de Jong, die de video aandachtig bekeek, merkte iets op:
“Ik denk dat hij nog steeds behoorlijk de weg kwijt is.”
Dennis Schouten vroeg direct: “Door drugs?”
“Ja, dat zie ik meteen.” antwoordde Barbie zonder aarzeling.
Dit leidde tot verdere speculaties over Gordon’s huidige toestand en zijn leefomstandigheden in Dubai.

Oproep aan Nederlanders in Dubai
De presentatoren van Roddelpraat deden een opmerkelijke oproep aan hun kijkers. Dennis richtte zich specifiek tot Nederlanders die in Dubai wonen:
“Kunnen jullie alsjeblieft naar de overheid gaan en vertellen dat wij uit betrouwbare bron – wijst naar Barbie – weten dat hij in dat land zwaar aan de drugs zit?”
Jan Roos voegde eraan toe: “En dan moeten jullie ook gelijk vermelden dat hij homoseksueel is. Want dat is daar ook niet toegestaan.”
Deze uitspraken zorgden voor veel ophef op sociale media. Sommige kijkers vonden de opmerkingen te ver gaan, terwijl anderen het als een wake-up call zagen voor Gordon’s welzijn.

Bezorgdheid om Gordon’s Gezondheid
Barbie’s observatie en de reactie van Dennis en Jan zorgden voor een gespannen sfeer in de uitzending. Ondanks de vaak luchtige en satirische toon van Roddelpraat, was dit onderwerp beladen met ernst. De discussie over Gordon’s mentale en fysieke gezondheid riep vragen op over de verantwoordelijkheid van publieke figuren en de manier waarop de media omgaan met gevoelige onderwerpen zoals geestelijke gezondheidsproblemen.

Reacties van Kijkers en Media
De aflevering werd op sociale media massaal gedeeld en besproken. De reacties waren gemengd:
- “Ik denk toch echt dat Gordon een persoonlijkheidsstoornis heeft. Aantrekken en afstoten in relaties, zelfmoordpoging, alles buiten zichzelf leggen. Anderen kwetsen wellicht het gevolg van zijn onveilige hechting.” – Twittergebruiker @kiekeboe
- “Wat een heftig verhaal. Hopelijk krijgt Gordon de hulp die hij nodig heeft.” – Instagram-commentaar
- “Dit is echt een grensoverschrijdende aflevering. Hoe kan je zo praten over iemand die duidelijk hulp nodig heeft?” – Facebook-gebruiker
De discussie die deze aflevering teweegbracht, laat zien hoe complex het is om geestelijke gezondheid en persoonlijke crises in de media te bespreken.
Ik denk toch echt dat # Gordon een persoonlijkheidsstoornis heeft. Aantrekken en afstoten in relaties, zelfmoordpoging, alles buiten zichzelf leggen. Anderen kwetsen wellicht het gevolg van zijn onveilige hechting
— zusterliefde (@_kiekeboe_) February 27, 2018
Wat Betekent Dit Voor Gordon?
De grote vraag is hoe Gordon zelf zal reageren op deze onthullingen. Tot nu toe heeft hij geen publieke verklaring afgelegd over de uitzending van Roddelpraat en de beschuldigingen van Dennis, Jan en Barbie.
Gezien zijn geschiedenis van openhartige reacties op sociale media en interviews, is het waarschijnlijk dat hij zich binnenkort uitlaat over de situatie. De hoop is dat hij de hulp krijgt die hij nodig heeft en dat hij zijn mentale gezondheid serieus neemt.
Wat is er met zijn haar gebeurd? En wie doet nou een zelfmoordpoging omdat je bent bij je weg is.. er zijn ergere dingen. Wees blij dat je gezond bent en stop eens met dat ziekelijke gesnuif en gezuip! #gordon pic.twitter.com/IycKlKCKWe
— Joe Skinhead The Baptist 🇳🇱 (@WaqJohn) January 9, 2024
Conclusie
De aflevering van Roddelpraat bracht een schokkend en pijnlijk verhaal over Gordon aan het licht. Zijn vermeende zelfmoordpogingen en mentale problemen tonen aan hoe belangrijk geestelijke gezondheidszorg is, vooral voor mensen in de schijnwerpers.
Tegelijkertijd riep de toon en aanpak van Dennis Schouten en Jan Roos veel vragen op over ethiek en verantwoordelijkheid in de media. Het blijft afwachten hoe deze situatie zich verder zal ontwikkelen en of Gordon de steun en hulp krijgt die hij nodig heeft.

Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.