Actueel
Overstekend meisje (12) onder de tram gekomen
Trag!sch tram0ngeval in Merksem: meisje van 12 in levensgevaar na aanrijding
Een schrijnend inc!dent heeft vanochtend het Belgische Merksem opgeschrikt. Een 12-jarig meisje is zwaar gewond geraakt nadat ze door een tram werd aangereden nabij tramhalte Kleine Bareel aan de Bredabaan. Het meisje werd in kritieke toestand afgevoerd naar het ziekenhuis. De omstandigheden van het ongeval roepen veel vragen op, en de gemeenschap leeft intens mee.
Ernstig ongeval bij drukke tramhalte
Het ongeluk gebeurde rond 08.15 uur – een druk tijdstip waarop veel scholieren onderweg zijn naar school. Volgens de eerste meldingen was het meisje te voet, terwijl ze haar fiets aan de hand hield. Ze zou op dat moment een zebrapad oversteken bij de bekende tramhalte Kleine Bareel, toen ze werd gegrepen door een aankomende tram.
De hulpdiensten waren snel ter plaatse en verleenden onmiddellijk medische zorg aan het slachtoffer. Brandweer en ambulancepersoneel werkten samen om het meisje te stabiliseren. Omstanders werden op afstand gehouden en de brandweer zette een witte tent op om het slachtoffer af te schermen van het zicht van voorbijgangers.
Politiewoordvoerder bevestigt kritieke toestand
Kim Bastiaens,
woordvoerder van de lokale politie, bevestigde dat het om een
12-jarig meisje gaat en dat haar toestand zorgwekkend
is.
“Het slachtoffer is met
spoed overgebracht naar het ziekenhuis. Ze verkeert in
levensgevaar,” aldus Bastiaens tegenover Belgische
media.
Er zijn nog veel onduidelijkheden over de exacte omstandigheden van het ongeval. Het meisje zou zich netjes aan de verkeersregels hebben gehouden en met de fiets aan de hand het zebrapad zijn overgestoken. Toch werd ze aangereden door een tram die op dat moment de halte naderde.
Tramverkeer en verkeer volledig stilgelegd
Na het incident werd de volledige Bredabaan in beide richtingen afgesloten voor verkeer. Het tramverkeer werd stilgelegd en reizigers werden opgevangen en via alternatieve routes verder geholpen. De verkeershinder was aanzienlijk, mede door de ochtendspits en de nabijheid van scholen en winkels.
Een verkeersdeskundige is ter plaatse gekomen om onderzoek te doen naar de exacte toedracht van het ongeval. Er worden camerabeelden opgevraagd en getuigen worden gehoord. Pas na het afronden van het onderzoek zal duidelijk worden of het hier gaat om een menselijke fout, een technisch defect of een samenloop van omstandigheden.
Onrust en bezorgdheid in de buurt
Buurtbewoners en ouders van schoolgaande kinderen reageren geschokt op het nieuws. De oversteekplaats bij Kleine Bareel staat al langer bekend als een gevaarlijk punt, zeker tijdens de drukke ochtenduren. Velen vragen zich af of er voldoende zicht is voor trambestuurders, en of er meer gedaan kan worden om dit soort ongevallen te voorkomen.
“Mijn kinderen steken daar elke ochtend over. Het idee dat zoiets kan gebeuren, jaagt me de stuipen op het lijf,” zegt een bezorgde moeder uit Merksem.
Ook op sociale media delen mensen massaal hun medeleven met het slachtoffer en haar familie. Onder hashtags als #Merksem en #tramongeval worden steunbetuigingen gedeeld, maar er klinkt ook kritiek op het verkeersbeleid in de wijk.
Politiek roept op tot spoedoverleg over verkeersveiligheid
De Antwerpse gemeenteraad is inmiddels op de hoogte gebracht van het incident en verschillende politieke partijen hebben opgeroepen tot een spoedoverleg. Er wordt gepleit voor extra verkeersmaatregelen rond drukke tramhaltes, zeker waar veel schoolkinderen passeren.
“Dit ongeval toont nog maar eens aan hoe kwetsbaar jonge verkeersdeelnemers zijn,” zegt gemeenteraadslid Sofie Vermeulen. “We moeten onmiddellijk werk maken van betere zichtbaarheid, trager tramverkeer aan haltes en duidelijkere signalisatie.”
Er wordt onderzocht of er al eerder klachten of meldingen waren over deze oversteekplaats, en of maatregelen destijds zijn overwogen of afgewezen.
De gevaarlijke mix van drukte en snelheid
Het ongeval in Merksem is helaas geen op zichzelf staand incident. De combinatie van drukke tramverbindingen, schoolgaande kinderen, en beperkte zichtbaarheid op bepaalde oversteekplaatsen leidt vaker tot gevaarlijke situaties. Volgens Belgische verkeersveiligheidsinstituten is het cruciaal dat dergelijke knelpunten proactief worden aangepakt, in plaats van pas na een drama als dit.
Trambestuurders hebben te maken met complexe omstandigheden: beperkte remwegen, onvoorspelbaar gedrag van voetgangers en fietsers, en soms slechte weersomstandigheden. Maar kinderen van 12 jaar zijn kwetsbaar, zelfs als ze zich aan de regels houden. Daarom klinkt de roep om structurele preventie steeds luider.
De situatie van het slachtoffer: hoop en angst
De toestand van het meisje blijft kritiek. Bronnen rond het ziekenhuis melden dat zij met spoed geopereerd is, maar bevestigen dat haar verwondingen ernstig zijn. Uit respect voor de familie worden geen verdere medische details gedeeld, maar de artsen doen er alles aan om haar leven te redden.
In de wijk is er ondertussen een golf van steunacties ontstaan. Scholieren van nabijgelegen scholen hebben bloemen en kaarsjes neergelegd bij de tramhalte. Op meerdere plaatsen in Merksem hangen witte linten uit solidariteit. Het medeleven is massaal en oprecht.
Wat kunnen we leren van dit tragische incident?
Het ongeval is een pijnlijke wake-up call voor iedereen: van beleidsmakers tot ouders, en van openbaarvervoerbedrijven tot infrastructuurplanners. Het benadrukt hoe belangrijk het is om verkeersveiligheid niet te onderschatten, vooral niet op plaatsen waar kinderen vaak oversteken.
Er wordt gepleit voor:
-
Verlaging van de snelheid van trams in woonwijken
-
Extra verkeerslichten en waarschuwingssignalen bij haltes
-
Veilige schoolroutes met toezicht
-
Bewustwordingscampagnes over verkeersveiligheid
-
Regelmatige evaluatie van bekende zwarte punten
Gemeente en De Lijn reageren op incident
Zowel de gemeente Antwerpen als vervoersmaatschappij De Lijn hebben inmiddels gereageerd. Ze noemen het ongeval “verschrikkelijk” en beloven volledig mee te werken aan het onderzoek.
De Lijn heeft de
betrokken trambestuurder opgevangen en psychologische hulp
aangeboden. In een korte verklaring laat de vervoersmaatschappij
weten:
“Onze gedachten gaan uit
naar het slachtoffer, haar familie en alle betrokkenen. We werken
nauw samen met politie en parket om te achterhalen wat er precies
is gebeurd.”
Meisje (12) in levensgevaar na ongeval met tram in Merksem https://t.co/QtY4ZngzYT
— Nieuwsblad.be (@Nieuwsblad_be) March 27, 2025
Conclusie: een ongeval dat niet vergeten mag worden
Wat er vanmorgen in Merksem gebeurde, laat niemand onberoerd. Een onschuldige schooldag veranderde in een nachtmerrie voor een jong meisje en haar familie. Het tragische ongeval onderstreept de kwetsbaarheid van jonge verkeersdeelnemers en het belang van structurele oplossingen voor verkeersveiligheid.
De komende dagen zal het onderzoek hopelijk meer duidelijkheid geven. Maar los van de uitkomst staat één ding vast: dit incident mag geen voetnoot blijven in de nieuwsarchieven. Het moet een keerpunt zijn – een moment waarop we besluiten dat veiligheid écht voorop moet staan.
Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?
Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.
Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.
Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.
Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.