Connect with us

Actueel

Koper van rampvilla Maxime Meiland trekt zich terug, Maxime in financiële noodsituatie!

Avatar foto

Published

on

Maxime Meiland in zwaar weer: miljoenenvilla onverkocht en torenhoge lasten stapelen zich op

Dat het leven van de Meilandjes verre van standaard is, weten we inmiddels. Maar dit keer lijkt het sprookje even op pauze te staan voor Maxime Meiland. De dochter van Martien Meiland, bekend van de populaire realityserie Chateau Meiland, zit verwikkeld in een financiële nachtmerrie waar menig Nederlander nachten van zou wakker liggen.

Een droomvilla van ruim 2,2 miljoen euro, torenhoge maandlasten, meerdere hypotheken én een koper die zich op het laatste moment terugtrekt – het zijn ingrediënten voor een verhaal dat zelfs de schrijvers van haar eigen realityshow niet hadden kunnen verzinnen.


Spontane aankoop van een miljoenenvilla met energielabel G

Het begon allemaal met een impulsieve beslissing. Maxime en haar partner Leroy Molkenboer besloten vorig jaar tot de aankoop van een luxe villa, met een prijskaartje van maar liefst €2.200.000. Geen kattenpis – zeker niet voor iemand die zelf vaak zegt nuchter met geld om te gaan.

Maar er zat een flinke adder onder het gras. De villa, die van buiten oogverblindend is, bleek van binnen een energievretend monster te zijn. Met een energielabel G is het huis amper geïsoleerd, en dus zijn de stookkosten torenhoog. Combineer dat met een maandelijkse hypotheek van ongeveer €14.000, en je begrijpt: dit droompaleis veranderde al snel in een financieel hoofdpijndossier.


Wanhopige verkoop: van Funda-droom naar Funda-drama

Lang konden Maxime en Leroy het niet uitzingen in de villa. De lasten bleken simpelweg onhoudbaar, zeker toen ook besloten werd om afscheid te nemen van hun dure auto’s – een duidelijk signaal dat de spaarpot sneller leegraakte dan gehoopt.

De villa werd opnieuw op Funda geplaatst – met dezelfde vraagprijs van €2.200.000. Maar de interesse bleef uit. Ondanks de bekendheid van de Meilandjes en het feit dat het huis prachtig gelegen is, bleek niemand bereid de volle mep te betalen voor een huis dat voelt als een koude schuur met gouden kozijnen.


Prijsverlaging na prijsverlaging

Toen duidelijk werd dat de villa moeilijk te slijten was, werd de vraagprijs meerdere keren aangepast. Inmiddels staat de woning te koop voor €1.950.000, wat betekent dat Maxime en Leroy bereid zijn om een verlies van €250.000 te slikken. En dat is exclusief overdrachtsbelasting, notariskosten en de rente die inmiddels betaald is.

Een bittere pil, maar waarschijnlijk noodzakelijk om het hoofdstuk snel af te sluiten – want het leven en de uitgaven gaan gewoon door.


Driedubbele lasten: nóg een huis en een tinyhouse

Alsof de financiële druk nog niet hoog genoeg was, besloot Maxime ondertussen om alweer een nieuw huis te laten bouwen. En daar blijft het niet bij: ze heeft ook nog een tinyhouse aangeschaft, eveneens gefinancierd via een hypotheek.

Dat betekent concreet dat het gezin op dit moment drie panden bezit, allemaal met bijbehorende financiële verplichtingen. Eén woning in de verkoop, één in aanbouw, en één klein huis dat mogelijk als overbrugging dient, maar ook weer geld kost. Driedubbele lasten dus – en dat drukt zwaar op het gezinsleven.


Verkoop leek rond: Amerikaans stel haakte af

Even leek er licht aan het eind van de tunnel te zijn. Er werd enthousiast gemeld dat een Amerikaans stel het huis had gekocht, zonder het zelfs maar te bezichtigen. Een bijna sprookjesachtig verhaal, dat perfect in het Meiland-universum paste.

Maar zoals zo vaak: als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het dat meestal ook. Het koppel trok zich terug. Volgens Evert Santegoeds, die het nieuws bracht in Shownieuws, bleek het regelen van een hypotheek in Nederland voor buitenlandse kopers lastiger dan gedacht.

“Die mensen hadden het geld dus niet meteen paraat. Ze moesten een hypotheek regelen. En dat is voor Amerikanen niet bepaald eenvoudig hier,” aldus Santegoeds.

Volgens hem moeten buitenlandse kopers minstens bij drie banken worden afgewezen om zonder boete onder het koopcontract uit te kunnen komen. Dat zou het proces hebben vertraagd – en uiteindelijk laten ontsporen.


Maxime in onzekere afwachtmodus

Ondertussen tikt de klok door en blijven de lasten oplopen. Volgens bronnen dichtbij de familie is Maxime zichtbaar gespannen, en begint ze zich steeds meer zorgen te maken. Niet alleen over de verkoop van het huidige huis, maar ook over de financiering van het nieuwe bouwproject en de extra hypotheek van het tinyhouse.

Een vastgoedexpert in de uitzending van Shownieuws vatte het als volgt samen:

“De overwaarde die ze dacht te krijgen uit de verkoop van de villa was waarschijnlijk bedoeld om deels het nieuwe project te financieren. Als die verkoop blijft steken, komt alles onder druk te staan.”


Publieke opinie: sympathie én verbazing

De reacties op social media zijn gemengd. Sommigen leven mee met Maxime, wijzen op de menselijke kant van het verhaal en prijzen haar openheid. Anderen uiten kritiek en vragen zich hardop af hoe verstandig het was om zo’n dure woning met slechte energieprestaties aan te schaffen – zeker in een tijd waarin duurzaamheid en woonlasten actueler zijn dan ooit.

Op platforms als X en Facebook lezen we reacties als:

  • “Ik snap niet dat je een huis van meer dan 2 miljoen koopt met energielabel G…”

  • “Wel stoer dat ze probeert te bouwen aan een toekomst voor haar gezin, maar financieel lijkt dit onverantwoord.”

  • “Ze laat tenminste zien dat BN’ers ook gewoon met tegenslagen te maken krijgen.”


Wat nu?

De toekomst is op dit moment onzeker voor Maxime Meiland. Blijft de villa langer in de verkoop? Komt er een nieuwe koper, of zal de prijs nóg verder omlaag moeten? En wat als ook het nieuwe huis of tinyhouse niet op tijd klaar zijn, of duurder uitvallen dan gepland?

Voor nu blijft het afwachten. Maxime en Leroy houden zich grotendeels stil op social media over de details van de situatie, maar insiders vermoeden dat er spannende maanden aankomen. Wat wel zeker is: dit wordt ongetwijfeld een belangrijk onderdeel van het nieuwe seizoen Chateau Meiland.


Conclusie: van droomvilla naar financiële realiteit

Wat begon als een droom van luxe en ruimte is voor Maxime Meiland uitgegroeid tot een testcase in volwassen financieel beheer. De impulsieve aankoop van een miljoenenhuis zonder goede isolatie en de combinatie van meerdere hypotheken zorgen voor een zeldzaam inkijkje in de realiteit achter de glamour.

Of het Maxime lukt om zonder al te veel kleerscheuren uit deze situatie te komen, zal de tijd leren. Maar één ding is zeker: haar leven blijft een bron van publieke fascinatie, drama en – misschien – uiteindelijk toch weer een happy end.

Actueel

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Published

on

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Continue Reading