Connect with us

Actueel

Grote ramp voor Rachel Hazes: ´Ze is compleet bankroet´

Avatar foto

Published

on

Financiële uitdagingen voor Rachel Hazes: toekomst onzeker, maar hoopvol

Rachel Hazes, bekend als de weduwe van de legendarische volkszanger André Hazes, heeft de afgelopen jaren haar ondernemersambities kracht bijgezet met verschillende horecainitiatieven. In het bijzonder kreeg haar Spaanse brasserie Casa Hazes veel aandacht. Toch blijken niet al haar zakelijke ondernemingen succesvol. Haar andere bedrijf, de YoYo Fresh Tea Bar in Amstelveen, kampt met serieuze financiële uitdagingen.

Zorgwekkende cijfers voor Sappie van Rassie B.V.

Volgens gegevens uit het jaarverslag van 2023, gepubliceerd door weekblad Party, heeft het bedrijf achter de YoYo Fresh Tea Bar – Sappie van Rassie B.V. – te maken met een aanzienlijk negatief eigen vermogen. Eind 2023 bedroeg het tekort maar liefst 160.000 euro. Deze rode cijfers vormen geen eenmalige uitschieter, maar passen in een zorgwekkende trend. In 2022 noteerde het bedrijf al een verlies van 103.000 euro, terwijl in 2021 het tekort op 59.000 euro lag.

De aanhoudende verliezen roepen vragen op over de levensvatbaarheid van het bedrijf. In een competitieve horecamarkt is het lastig om het hoofd boven water te houden, zeker met stijgende kosten voor energie, personeel en inkoop. Voor Rachel Hazes is het een pijnlijke constatering dat haar investering in dit concept financieel onder druk staat.

Rachel blijft eigenaar, maar staat open voor verandering

Ondanks de oplopende verliezen blijft Rachel Hazes eigenaar van de YoYo Fresh Tea Bar. Geruchten dat zij het bedrijf zou hebben verkocht aan haar bedrijfsleider zijn volgens haar niet juist. “Die is nog steeds van mij,” zei Rachel eerder in een interview. Ze erkent echter dat haar bedrijfsleider interesse heeft getoond in een eventuele overname, en dat hij in de loop der jaren veel voor het bedrijf heeft betekend.

Het is nog onduidelijk of en wanneer een daadwerkelijke overname zou plaatsvinden. Rachel lijkt de deur op een kier te zetten voor een overdracht, mogelijk om ruimte te maken voor andere zakelijke plannen of om persoonlijke belasting te verminderen.

Casa Hazes: hoopvol alternatief?

Tegelijkertijd lijkt Rachel Hazes haar aandacht te verleggen naar haar andere horecazaak: Brasserie Casa Hazes, gevestigd in Spanje. Hoewel de exacte financiële gegevens van dit bedrijf nog niet openbaar zijn gemaakt, wekt haar recente betrokkenheid bij deze onderneming de indruk dat zij hier meer perspectief ziet voor de toekomst.

Casa Hazes staat bekend als een warme plek waar muziek, eten en herinneringen aan André Hazes samenkomen. Het concept is niet alleen commercieel, maar ook emotioneel geladen voor Rachel. Mogelijk speelt dit ook een rol in haar keuze om zich hier meer op te richten. In een tijd waarin andere ondernemingen onder druk staan, biedt Casa Hazes wellicht de rust en stabiliteit waar ze naar op zoek is.

Achtergrond: ondernemen met emotie en herinnering

Rachel Hazes heeft haar ondernemerschap altijd gecombineerd met persoonlijke motieven. De naam van haar Spaanse brasserie en de sfeer die daar hangt, zijn een eerbetoon aan haar overleden man. Dit geeft haar werk een diepere betekenis. In interviews geeft ze aan dat ze het belangrijk vindt om zijn nalatenschap levend te houden, onder meer door muziek en ontmoetingsplekken voor fans te creëren.

Hoewel dit een krachtige motivatie is, brengt het ook uitdagingen met zich mee. Een horecabedrijf vereist zakelijke discipline, marktanalyse en constante aanpassing aan veranderende trends en klantbehoeften. Tegelijkertijd blijkt uit Rachel’s inspanningen dat ze niet alleen onderneemt met haar hoofd, maar ook met haar hart.

Blik op de toekomst

De toekomst van de YoYo Fresh Tea Bar is onzeker. De oplopende verliezen en het gebrek aan structurele winstgevendheid vormen een probleem dat niet zomaar is opgelost. Toch lijkt Rachel zich bewust van de situatie en kijkt ze verder. Een mogelijke overname door een vertrouwd gezicht binnen het bedrijf kan ruimte bieden voor vernieuwing, terwijl zij zich toelegt op wat voor haar echt belangrijk is.

Casa Hazes lijkt daarin een belangrijke rol te spelen. Rachel’s toewijding aan deze brasserie in Spanje zou kunnen betekenen dat ze daar op termijn haar volledige focus op richt. Mocht het financieel gezien haalbaar zijn, dan zou dit horecaconcept wel eens kunnen uitgroeien tot haar hoofdactiviteit.

Lessen uit de praktijk

Wat Rachel Hazes laat zien, is dat ondernemen een proces is van vallen, opstaan en bijsturen. Niet elk concept slaat aan zoals gehoopt, en marktomstandigheden veranderen voortdurend. Zeker in de horecabranche, waar marges klein zijn en concurrentie groot is, is het een prestatie op zich om meerdere jaren actief te blijven.

De ervaring die Rachel in de afgelopen jaren heeft opgedaan, biedt haar inzichten die zij kan gebruiken om haar plannen toekomstbestendig te maken. Daarbij lijkt ze te beseffen dat focus en strategie cruciaal zijn. Door te kiezen voor de brasserie waar haar passie ligt, zet ze mogelijk een stap richting een nieuw hoofdstuk in haar ondernemersverhaal.

Samenvatting

Rachel Hazes staat op een keerpunt in haar zakelijke carrière. Waar de YoYo Fresh Tea Bar in Amstelveen kampt met aanhoudende verliezen, lijkt Casa Hazes in Spanje voor haar een nieuw lichtpunt te vormen. De verliezen van Sappie van Rassie B.V. zijn fors en structureel, maar Rachel blijft eigenaar en overweegt een overname door een bekende kracht binnen het bedrijf.

Met Casa Hazes lijkt ze een nieuwe koers te varen, een die meer aansluit bij haar persoonlijke waarden en toekomstdromen. Hoewel er nog veel onzekerheden zijn, toont Rachel dat zij blijft zoeken naar manieren om te bouwen aan iets duurzaams – zowel emotioneel als zakelijk. Haar verhaal laat zien hoe passie, doorzettingsvermogen en realisme samenkomen in het moderne ondernemerschap.

Actueel

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Published

on

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Continue Reading