Actueel
Expert: Zoveel fooi moet je geven op het terras of in een restaurant
Fooi geven: een traditie die steeds meer verdwijnt
Waar het vroeger vanzelfsprekend was om een fooi achter te laten in de horeca, is dat tegenwoordig allerminst het geval. Steeds minder mensen geven een extraatje na een drankje op het terras of een etentje in een restaurant. Maar wat ligt hieraan ten grondslag? Waarom lijken we afscheid te nemen van deze traditie?
De dalende trend van fooi geven
Het aantal mensen dat nog fooi geeft, neemt al jaren gestaag af. Dat komt door meerdere factoren, waaronder een verschuiving in de manier waarop we betalen. In een tijd waarin contant geld steeds minder vaak wordt gebruikt, lijkt de traditionele manier van een paar muntjes op tafel leggen langzaam uit te sterven. Tegenwoordig rekent de overgrote meerderheid van de horecabezoekers af met een pinpas of zelfs via een QR-code. Dit lijkt een directe impact te hebben op het aantal fooien.
Een poging om dit probleem op te lossen, was de introductie van een ‘fooifunctie’ op pinapparaten. Deze functie stelt klanten in staat om bij het betalen van de rekening eenvoudig een bedrag voor fooi aan te tikken. Hoewel dit bedoeld was om het geven van een fooi makkelijker te maken, heeft het vaak het tegenovergestelde effect. Klanten vinden de functie opdringerig en voelen zich soms zelfs onder druk gezet om meer te betalen. In plaats van de gewenste positieve impact, lijkt het juist weerstand op te roepen.
Wantrouwen over digitale fooien
Naast de technische veranderingen is er ook sprake van een groeiend wantrouwen over wat er met digitale fooien gebeurt. Wanneer iemand contant geld op tafel laat liggen, weet je zeker dat dit rechtstreeks naar het personeel gaat. Bij een digitale fooi via een pinapparaat is dat veel minder duidelijk. Veel mensen hebben het idee dat deze fooien niet bij de werknemers belanden, maar in plaats daarvan in de zak van de ondernemer verdwijnen. Dit idee maakt mensen huiverig om digitaal een extraatje te geven.
Daarnaast is er kritiek op het systeem zelf. Sommigen vinden dat fooien niet zouden moeten bestaan in een moderne werkomgeving, omdat het personeel gewoon een fatsoenlijk salaris hoort te krijgen. “Als je in een restaurant werkt, zou je een eerlijk loon moeten ontvangen zonder afhankelijk te zijn van fooien,” klinkt het vaak.
Discussie over het horecasysteem
Niet iedereen heeft begrip voor de traditie van fooi geven. Irene, een criticus van het systeem, legt haar standpunt uit: “Je krijgt een menukaart met prijzen, maar eigenlijk ben je bijna verplicht om 30 procent meer te betalen voor het loon van de medewerkers.” Zij pleit voor een andere aanpak: “Waarom verhoog je de prijzen niet gewoon en betaal je je personeel een normaal salaris?”
Aan de andere kant staat Henk, die juist boos reageert op mensen die in de horeca klagen over een gebrek aan fooien. “Die horecamedewerkers moeten maar gaan klagen bij hun baas in plaats van bij de klant. Wij betalen al genoeg voor een drankje, en dan durven ze ook nog te zeuren dat ze geen fooi krijgen.”
De discussie over fooien roept duidelijk heftige emoties op, zowel bij horecamedewerkers als bij consumenten.
Wat is de etiquette rondom fooi geven?
Om wat meer duidelijkheid te scheppen, legt Anne-Marie van Leggelo, directeur van het Etiquette Bureau, de ongeschreven regels uit. Volgens haar zijn er bepaalde normen die mensen kunnen hanteren bij het geven van fooien. “In een restaurant is een fooi van 5 tot 10 procent van de rekening gebruikelijk,” legt ze uit. “Op een terras is het naar boven afronden al voldoende.”
Deze regels lijken echter minder breed gedragen te worden. Waar sommige mensen nog trouw de etiquette volgen, zien anderen de stijgende prijzen in de horeca als reden om geen extraatje meer te geven. Toch benadrukt Van Leggelo dat het personeel in de horeca vaak hun uiterste best doet om gasten een fijne ervaring te geven, en dat een fooi een blijk van waardering is.
Deskundige Reinildis van Ditzhuyzen voegt hieraan toe dat mensen “niet krenterig” moeten zijn als ze besluiten een fooi te geven. “Als je fooi geeft, doe het dan goed,” zegt ze. “Je geeft niet een paar losse centen of vraagt wisselgeld terug als je een biljet hebt overhandigd. Dat is niet netjes.”
Waarom geven we steeds minder fooi?
Naast de praktische veranderingen in hoe we betalen, speelt ook de economische realiteit een rol. Voor veel mensen worden uit eten gaan of een drankje doen steeds duurder, mede door inflatie en hogere kosten in de horeca. Dit zorgt ervoor dat consumenten kritischer kijken naar hun uitgaven. Waar een fooi vroeger een vanzelfsprekendheid was, is het nu eerder een afweging.
Daarnaast lijkt er een generatiewisseling plaats te vinden. Jongere generaties lijken minder waarde te hechten aan het geven van fooien dan oudere generaties. Voor hen voelt het eerder als een vrijwillige keuze dan een sociale verplichting.
Hoe reageert de horeca op het dalende aantal fooien?
Horecamedewerkers voelen de gevolgen van het dalende aantal fooien direct in hun portemonnee. Voor veel medewerkers zijn fooien een belangrijk onderdeel van hun inkomsten. Toch lijkt het horecapersoneel begrip te hebben voor de veranderende tijdgeest.
Sommige horecabedrijven proberen het systeem aan te passen. Zo experimenteren sommige restaurants met het opnemen van een servicetoeslag in de rekening, waardoor klanten niet meer expliciet om een fooi worden gevraagd. Dit systeem wordt in andere landen, zoals de Verenigde Staten, al langer gehanteerd.
Een cultuurverschil
Het debat rondom fooien is niet uniek voor Nederland. In sommige landen, zoals Japan, wordt fooi geven zelfs als beledigend beschouwd, terwijl het in andere landen, zoals de Verenigde Staten, juist als een sociale norm wordt gezien. De Nederlandse cultuur lijkt ergens tussenin te zitten.
Aan de ene kant waarderen Nederlanders goede service en laten ze dat graag blijken met een fooi. Aan de andere kant hechten ze ook veel waarde aan gelijkheid en vinden ze dat een goede beloning voor horecapersoneel niet afhankelijk zou moeten zijn van de klant.
Wat nu? De toekomst van fooien
De vraag of fooi geven een traditie is die langzaam zal verdwijnen, blijft voorlopig onbeantwoord. Met de opkomst van digitale betalingen en een veranderende houding onder consumenten, lijkt het in ieder geval minder vanzelfsprekend te worden.
Wat wel duidelijk is, is dat het onderwerp veel discussie oproept. Terwijl sommige mensen trouw een extraatje blijven geven, zien anderen het als een achterhaald concept dat niet meer past in de moderne tijd.
Ik geef in een restaurant geen fooi (vanwege de absurd hoge prijzen). En ik ding in een winkel niet af. Dus betaal ik gewoon wat ik moet betalen zonder extra korting of fooi.
— Marina (@dejong62) January 5, 2025
Praat mee: geef jij fooi?
De meningen over fooi geven lopen uiteen. Ben jij iemand die altijd een fooi geeft, of kies je er juist bewust voor om dat niet te doen? Deel je mening en ervaringen over dit onderwerp. Het blijft een discussie die relevant is voor iedereen die van tijd tot tijd een terrasje pakt of uit eten gaat.
Actueel
Dit bizarre bedrag betaal je voor dit winkelwagentje vol boodschappen

Boodschappen doen wordt steeds duurder: waarom de kassa bij de supermarkt voor zoveel schrik zorgt
Voor steeds meer gezinnen is een bezoek aan de supermarkt geen routineklus meer, maar een moment van spanning. Waar het jaren geleden nog mogelijk was om met vijftig euro een goed gevulde boodschappentas naar huis te gaan, zien consumenten nu tot hun verbazing dat zelfs een klein mandje al richting de honderd euro kan oplopen. Zelfs bij budgetketens zoals Lidl, die lange tijd bekend stonden om hun scherpe prijzen, voelt elke kassabon inmiddels alsof er ongemerkt steeds meer euro’s verdwijnen.

Deze ontwikkeling roept vragen op: waarom worden dagelijkse boodschappen zó veel duurder, en hoe kunnen consumenten zich hier nog tegen wapenen?
Basisproducten stijgen het hardst in prijs
De opvallendste stijgingen zitten bij precies de producten die bijna ieder huishouden dagelijks nodig heeft. Denk aan brood, pasta, olie, groenten, kaas en melk. Het zijn geen luxeartikelen, maar juist de vaste onderdelen van het weekmenu. Terwijl consumenten vroeger vooral verschil merkten bij A-merken, zijn tegenwoordig ook huismerkproducten aanzienlijk duurder dan een jaar geleden.
Veel mensen merken dat het bedrag op het kassascherm sneller oploopt dan ooit, zelfs als ze bewust minder producten in hun mandje leggen. Een simpel ontbijt- of lunchpakket kan al een flinke hap uit het budget nemen. Voor gezinnen met kinderen kan een wekelijkse boodschappenronde zo uitgroeien tot een flinke kostenpost.

Waarom zijn boodschappen zo duur geworden?
Economische deskundigen wijzen op een combinatie van factoren:
-
Stijgende energieprijzen, waardoor productie en voedselverwerking duurder worden.
-
Hogere transportkosten, onder andere door duurdere brandstoffen.
-
Internationale onzekerheid, wat zorgt voor prijsvolatiliteit op de wereldmarkten.
-
Duurdere grondstoffen, waardoor de kostprijs van producten oploopt.
Hoewel deze factoren een logische verklaring vormen, blijven consumenten met een ander gevoel achter: wat het precíes kost om een product te maken, maakt aan de kassa namelijk weinig verschil. Daar draait het vooral om de vraag of je het bedrag kunt betalen.

Strategisch boodschappen doen wordt de nieuwe norm
Steeds meer huishoudens geven aan dat boodschappenplanning een serieuze taak is geworden. Waar een supermarktbezoek vroeger iets was dat “even tussendoor” gebeurde, moet nu bijna elke aankoop worden bekeken alsof het een belangrijke beslissing is.
Mensen passen hun routine aan:
-
Ze nemen rekenmachines mee om prijzen direct te vergelijken.
-
Ze maken strikte lijstjes en blijven daar ook bij.
-
Ze letten bewuster op aanbiedingen, maar ontdekken dat die minder voordelig zijn dan vroeger of sneller uitverkocht raken.
-
Ze doen vaker boodschappen bij verschillende winkels om toch nog ergens te besparen.
Zelfs kinderen merken de verandering. Ouders leggen steeds vaker uit waarom bepaalde producten niet meegaan in het karretje.

Slimme marketing helpt niet mee
Supermarkten hebben hun schappen zo ingericht dat consumenten vaak ongemerkt naar duurdere producten grijpen. Artikelen op ooghoogte zijn vrijwel altijd prijziger. De voordeligere alternatieven liggen meestal onderaan of helemaal bovenin het schap – minder zichtbaar voor klanten die haast hebben.
Daarnaast zijn er “nepkortingen”, zoals producten die worden verhoogd in prijs en daarna weer in de aanbieding gaan. Luxe verpakkingen of “gezonde claims” maken producten aantrekkelijker, maar niet per se beter voor de portemonnee.
Voor iemand die snel door de winkel loopt, is het bijna onmogelijk om alle psychologische prijsstrategieën te doorzien.
Lidl blijft relatief goedkoop, maar zelfs daar worden de bedragen hoger
Budgetketens zoals Lidl blijven voor veel gezinnen de plek waar ze nog nét binnen het budget kunnen winkelen. Toch is het ook daar duidelijk merkbaar dat de prijzen stijgen. Wanneer zelfs de voordeligste supermarkt duur begint aan te voelen, wordt de kloof tussen inkomen en uitgaven steeds groter.
Dit maakt duidelijk hoe intens de prijsdruk inmiddels is geworden. Voor mensen met een lager of middeninkomen voelt boodschappen doen als een voortdurende rekenoefening, waarbij elke euro telt.
De menselijke kant: gezinnen komen klem te zitten
Waar inflatie vroeger een abstract begrip was, merken consumenten nu dagelijks de gevolgen:
-
Sommige mensen slaan maaltijden over om binnen het budget te blijven.
-
Steeds meer gezinnen melden zich bij voedselbanken.
-
Werkende gezinnen hebben moeite om de maand rond te komen, ondanks meerdere inkomens.
-
De vaste lasten slokken een groter deel van het inkomen op, waardoor er minder ruimte is voor onverwachte uitgaven.
Voedselbanken melden een voortdurende stijging in aanvragen, terwijl donaties juist onder druk staan. Dit laat zien hoe breed het probleem is: niet alleen mensen in armoede, maar ook werkende gezinnen worden geraakt.
Supermarkten boeken hoge winsten: het contrast groeit
Een punt dat regelmatig terugkomt in de discussie, is dat grote supermarktketens recordwinsten blijven boeken. Voor veel consumenten voelt dat wrang: terwijl zij meer betalen, lijkt het alsof bedrijven juist profiteren van de situatie.
Die kloof tussen zakelijke resultaten en de realiteit van de klant wordt steeds zichtbaarder. Het maakt de discussie over “betaalbaar voedsel” urgenter dan ooit.
De sociale impact: boodschappen doen wordt een bron van stress
Waar een supermarktbezoek ooit een simpel alledaags moment was, ervaren veel mensen nu stress zodra ze de winkel binnenlopen. Het gevoel dat alles duur is, dat je continu moet rekenen en keuzes moet afwegen, weegt zwaar.
Zelfs een boterham met kaas — voorheen een van de goedkoopste lunches — is ineens een kleine luxe geworden.
De oplopende prijzen zorgen ervoor dat gezinnen creatiever worden, maar ook dat ze terughoudender zijn in hun keuzes. Dat heeft uiteindelijk invloed op gezondheid, welzijn en leefstijl.
Een toekomst waarin eten weer betaalbaar moet worden
Voeding is een basisbehoefte, geen luxe. Dat vraagt om beleid en bedrijfsvoering die rekening houden met consumenten. Prijsbewuste keuzes zijn normaal, maar het mag nooit zo ver komen dat gezinnen afhankelijk worden van geluk of speciale acties om gezond te kunnen eten.
Bewustwording, transparantie en eerlijke prijzen zijn volgens veel consumenten broodnodig.
Hoe ga jij om met de stijgende prijzen?
Merk jij het ook bij elke
kassabon?
Heb je tips om de kosten te drukken of herken je het gevoel dat
boodschappen doen een serieuze rekenopgave is geworden?
Laat het weten op Facebook — jouw ervaringen kunnen anderen helpen in deze dure tijden.


