Actueel
Ex van André Hazes tot over haar nek in de problemen: ´Sommatie ontvangen!´
De lancering van Sarah van Soelen’s merk Gimmi Gummy verloopt niet zonder slag of stoot. Afgelopen week ontving Sarah al kritiek op haar product, en nu lijkt ze ook nog eens in een juridische strijd verwikkeld te raken. Een ander bedrijf beweert namelijk dat het de naam ‘Gimmi Gummy’ al eerder had geregistreerd en eist dat Sarah haar merknaam aanpast.

Naamconflict met Een Bestaand Bedrijf
Volgens juicekanaal Realityfbi op Instagram heeft een bedrijf dat de naam ‘Gimmi Gummy’ al eerder bedacht zou hebben, Sarah gevraagd om de naam van haar merk te wijzigen. Het bedrijf claimt de rechten op de naam al enkele jaren geleden te hebben aangevraagd. Hoewel de officiële registratie naar verluidt nog niet is goedgekeurd, blijft de vraag of Sarah de naam kan blijven gebruiken zonder juridische gevolgen.

Reactie van Sarah op Het Conflict
Realityfbi meldt dat Sarah niet wil bevestigen of zij een sommatie heeft ontvangen om de naam te veranderen. Haar terughoudende reactie lijkt echter te suggereren dat er daadwerkelijk iets speelt achter de schermen. Of Sarah zal besluiten de naam te veranderen, blijft voorlopig een vraag waar veel nieuwsgierigen graag een antwoord op willen.

Kritiek op De Lancering
Naast het naamconflict werd Gimmi Gummy de afgelopen week al onder vuur genomen vanwege vermeende misleidende informatie op de website. Maandag verscheen er op de website de bewering dat het merk al meer dan 5000 beoordelingen had ontvangen met een score van 4,7 op Trustpilot. Dit riep direct vragen op, aangezien het merk net gelanceerd was en deze hoge aantallen aan beoordelingen haast onmogelijk leken.

Beschuldigingen van Nepbeoordelingen
Wetenschapsjournalist Adriaan ter Braack, ook wel bekend als Sjamadriaan, sprak zich kritisch uit over de situatie en beschuldigde Gimmi Gummy ervan nepbeoordelingen te gebruiken. Hij wees erop dat er op Trustpilot geen enkele recensie te vinden was, wat in schril contrast staat met de claims op de website. Volgens hem zijn de cijfers op de website willekeurig gegenereerd en geven ze een vertekend beeld van het product.

Beschuldigingen van Ingrediënten Kopiëren
Alsof dat nog niet genoeg was, beweerde Ter Braack ook dat de ingrediëntenlijst van Gimmi Gummy opvallend veel overeenkomsten vertoont met die van een ander product. Volgens hem heeft Sarah de samenstelling van de supplementen van SilSolutions, een product van Vitakruid, bijna letterlijk gekopieerd. Deze beschuldiging werpt opnieuw een schaduw op het merk en roept vragen op over de originaliteit en betrouwbaarheid van Gimmi Gummy.

Wat Betekenen Deze Beschuldigingen voor Gimmi Gummy?
Deze beschuldigingen en het lopende juridische conflict maken de toekomst van Gimmi Gummy onzeker. Wanneer blijkt dat de naam echt beschermd is door een ander bedrijf, kan dit betekenen dat Sarah haar merknaam moet veranderen, wat een flinke tegenslag zou zijn voor haar startende onderneming. Daarnaast doet de kritiek op de beoordelingen en de ingrediënten de geloofwaardigheid van het product geen goed.

Hoe Reageert Het Publiek?
Het publiek lijkt verdeeld. Enerzijds zijn er fans die Sarah blijven steunen, ondanks de negatieve publiciteit. Anderzijds groeit de kritiek op social media, waar mensen twijfels uiten over de betrouwbaarheid van het merk. De beschuldigingen van nepbeoordelingen en gekopieerde ingrediënten hebben het vertrouwen van veel potentiële klanten geschaad.

De Toekomst van Gimmi Gummy
Of Sarah erin slaagt om de storm rond Gimmi Gummy te doorstaan, valt nog te bezien. De komende weken zullen waarschijnlijk beslissend zijn voor het merk. Zal Sarah de naam aanpassen om juridische stappen te vermijden? En kan ze het vertrouwen van het publiek terugwinnen door transparanter te zijn over haar product? Eén ding is zeker: de lancering van Gimmi Gummy verloopt niet zoals gepland en brengt zowel uitdagingen als leerervaringen voor Sarah van Soelen.
Actueel
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.