Actueel
De schokkende reden waarom Marieke Elsinga ineens zo slecht presenteert – Dit zag niemand aankomen!
Marieke Elsinga krijgt al geruime tijd kritiek op haar presentatievaardigheden, en haar recente tv-optredens helpen haar imago niet bepaald. De shows waarin ze te zien is, zoals The Jump, worden door critici als teleurstellend bestempeld. Ook The Headliner, waarin ze binnenkort naast Jim Bakkum zal presenteren, lijkt niet bepaald een succes te worden. Tv-kenner Victor Vlam denkt te weten waarom Marieke’s tv-optredens zo ondermaats zijn en deelt zijn visie in de podcast De Communicado’s.
Een moeizame presentatiestijl
Volgens Victor is Marieke Elsinga op de radio bij Qmusic nog steeds goed in haar element en deed ze het vroeger bij RTL Boulevard ook prima. Maar zodra ze een strakker geregisseerd programma moet presenteren, zoals een quiz of talentenjacht, lijkt het alsof ze vastloopt.
“Toen ik haar bij The Jump zag, dacht ik meteen: dit is echt niet goed,” zegt Victor. “Tina Nijkamp en Angela de Jong hadden hier ook kritiek op en ik dacht hetzelfde. Maar ik vond het wat sneu om er ook nog eens op in te hakken. Toch moet ik zeggen: The Jump presenteert ze gewoon niet goed.”
Waarom lukt het haar niet?
Volgens Victor ligt het probleem in het strakke format van dit soort shows. Marieke is van nature spontaan en goed in losse, luchtige gesprekken. Maar bij een quiz of spelprogramma moet een presentator spanning opbouwen, kandidaten begeleiden en de kijker op het juiste moment uitleg geven. Dit vraagt om een meer gecontroleerde stijl, en daar loopt Marieke volgens hem op vast.
“Ze lijkt gevangen in een keurslijf waarin alles volgens een vast script moet verlopen,” legt hij uit. “Dat gaat haar niet natuurlijk af. Iemand als Robert ten Brink kan zo’n rol moeiteloos vervullen – bij hem voelt het organisch en vloeiend. Maar bij Marieke lijkt het alsof ze een rol speelt in plaats van dat ze echt in haar element is.”
Geen authentieke uitstraling
Een groot probleem is volgens Victor dat Marieke’s presentatie niet geloofwaardig overkomt. “Het voelt alsof ze de rol van quizmaster aan het acteren is. Je ziet dat ze niet volledig in haar element is, en dat merkt de kijker.”
Bij The Jump was dat al duidelijk zichtbaar, maar bij The Headliner, waarin ze binnenkort verschijnt, vreest Victor dat dit probleem zich opnieuw zal voordoen. “In The Headliner zit je als presentator ook in een keurslijf. Je hebt een vast format waarbinnen je moet opereren en kunt weinig improviseren. Als je niet op een natuurlijke manier in zo’n rol past, komt het snel geforceerd over.”
Somber vooruitzicht voor The Headliner
Het programma The Headliner werd bij de eerste aflevering al massaal afgekraakt. Dat voorspelt niet veel goeds voor Marieke’s debuut als presentatrice van de show. Victor denkt dat haar stijl simpelweg niet aansluit bij de eisen van dit soort programma’s.
“Een spelshow of talentenjacht presenteren vraagt om een hele andere aanpak dan radio maken of bij RTL Boulevard een gesprekje voeren,” concludeert hij. “Als presentator moet je de juiste toon kunnen zetten en het programma laten draaien om de kandidaten, niet om jezelf. Bij Marieke voelt het te gemaakt en dat gaat niet goed uitpakken.”
Of Marieke Elsinga haar draai nog weet te vinden in dit soort programma’s, blijft de vraag. Maar volgens critici en tv-kenners lijkt ze niet op haar plek in strak geregisseerde formats – en dat begint steeds meer kijkers op te vallen.
Actueel
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.



