Actueel
Bondgenoten-Brijan enorm onder vuur na opmerkingen over Floris
Strijd om de finale in De Bondgenoten: Brijan versus Floris
De finale van deze cyclus in De Bondgenoten komt steeds dichterbij en de spanning onder de deelnemers én kijkers neemt toe. Twee sterke kanshebbers om deze felbegeerde eindstrijd te spelen zijn Floris en Brijan. Maar volgens Brijan is er maar één rechtmatige winnaar: hijzelf. Zijn uitspraken hierover zorgen voor verhitte discussies binnen en buiten het programma.

Brijan vindt dat hij de finaleplek meer verdient dan Floris
In een teaser voor de komende aflevering is te zien hoe Brijan duidelijk maakt dat hij het prijzengeld meer verdient dan Floris. Zijn argument? Hij speelt ‘voor eigen vlees en bloed’, terwijl Floris het slechts voor een vakantie zou doen. Daarnaast is Brijan van mening dat Floris nooit echt heeft hoeven vechten voor zijn positie in het spel. Volgens hem heeft Floris steeds de steun gekregen van anderen en is hij daardoor zonder al te veel moeite ver gekomen.
Het moge duidelijk zijn: Brijan heeft zijn mening gevormd en is niet bang om deze uit te spreken. Maar hoe terecht zijn deze uitspraken? En wat vinden de kijkers ervan?
Kijkers reageren massaal op Brijans opmerkingen
De uitspraken van Brijan hebben op sociale media een storm aan reacties uitgelokt. Met name op Facebook laten fans van De Bondgenoten zich luid en duidelijk horen. Velen nemen het op voor Floris en vinden de opmerkingen van Brijan misplaatst en respectloos.
Een kijker schrijft: “Wow, meent deze gast dit serieus? Is hij gelijk bij mij in waarde gedaald! Dankzij Floris staan ze wel bovenaan! Je kunt van Floris zeggen wat je wilt, maar hij kan veel! Is deze gast vergeten dat ze, voordat Floris hun bondje in kwam, helemaal onderaan stonden?!”
Een ander voegt daaraan toe: “Floris haalt alle punten binnen en zou een terechte winnaar zijn. Hoezo hij heeft er nooit voor hoeven te vechten?”
Het lijkt er dus op dat een groot deel van het publiek zich achter Floris schaart en Brijan als een slechte verliezer beschouwt. Maar hoe kijken de andere deelnemers naar deze strijd?

Strategische keuzes en bondgenootschappen
Een cruciale factor in De Bondgenoten is het smeden van allianties. Gedurende het spel hebben verschillende deelnemers bondjes gevormd, verbroken en hersteld om zo hun positie te versterken. Brijan en Floris maken beide deel uit van strategische samenwerkingen, maar hun aanpak verschilt aanzienlijk.
Floris staat bekend om zijn slimme, berekende manier van spelen. Hij weet precies wanneer hij zich gedeisd moet houden en wanneer hij actie moet ondernemen. Brijan, daarentegen, heeft een meer directe en confronterende aanpak. Zijn uitgesproken mening en harde uitspraken maken hem geliefd bij sommige kijkers, maar roepen ook weerstand op.
De vraag is: weegt strategisch inzicht zwaarder dan brute inzet? En als Floris inderdaad profiteert van steun binnen het spel, maakt dat hem dan een minder terechte winnaar? Of bewijst het juist dat hij het spel beter doorgrondt?

Finalespel: een onverwachte wending?
De komende finale belooft hoe dan ook spannend te worden. In eerdere seizoenen van De Bondgenoten hebben we gezien dat het spel in de laatste fase nog volledig kan kantelen. Kandidaten die als favoriet de finale ingingen, vielen soms op het laatste moment af door een onverwachte twist of een strategische zet van een tegenstander.
Dit jaar lijkt het niet anders te zijn. De makers van het programma hebben al aangekondigd dat er een grote verandering zal zijn in het finalespel. Dit kan betekenen dat zowel Floris als Brijan hun strategie drastisch moeten aanpassen als ze daadwerkelijk de hoofdprijs willen binnenslepen.
Wat vinden de fans?
Naast de vele kritiek op Brijan zijn er ook fans die zijn kant kiezen. Zij vinden dat hij terecht wijst op het feit dat Floris vaak steun heeft gekregen van anderen en zelf minder grote risico’s heeft genomen. In hun ogen is Brijan een doorzetter die het spel met volle overtuiging speelt en daarom recht heeft op de winst.
Maar de meeste reacties laten zien dat het publiek een voorkeur heeft voor Floris. Zijn rustige en slimme aanpak wordt gewaardeerd en velen zien hem als een terechte winnaar. Of dit zich ook vertaalt naar een daadwerkelijke overwinning, blijft afwachten.
De grote vraag: wie wint De Bondgenoten?
Met de finale in zicht, wordt het steeds spannender wie er uiteindelijk met de winst vandoor zal gaan. Beide kandidaten hebben sterke en zwakke punten, en in een spel als De Bondgenoten kan alles op het laatste moment nog veranderen.
Zal Floris zijn kalme en strategische aanpak volhouden en zich zo naar de overwinning werken? Of slaagt Brijan erin om zijn felheid en vastberadenheid om te zetten in de ultieme winst?
Eén ding is zeker: de strijd is nog niet gestreden, en de finale belooft een spectaculaire ontknoping te worden. Wie denk jij dat er met de hoofdprijs vandoor gaat?

Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

