Actueel
Boerderij van Dorst valt compleet door de mand: ‘Het is niet eens een boerderij!’
Boerderij van Dorst, gepresenteerd door Raven van Dorst, is een van de meest geliefde programma’s op de Nederlandse televisie. In een landschap vol scripted realityshows en gecaste formats lijkt het programma zich te onderscheiden door authenticiteit. Het concept klinkt simpel en oprecht: Raven trekt zich terug op het platteland om zelfvoorzienend te leven, terwijl er wekelijks twee BN’ers langskomen om te helpen op de boerderij. Maar hoe echt is dit alles eigenlijk?

Het concept: Authentiek of slechts een façade?
De premisse van het programma is aantrekkelijk: Van Dorst ontvangt gasten die meehelpen op de boerderij en ondertussen worden ze openhartig geïnterviewd. Het lijkt een ontspannen en eerlijk kijkje in het leven van de flamboyante presentator en muzikant. Maar niet alles is wat het lijkt.
Zangeres Ellen ten Damme, die onlangs te gast was in het programma, deelt in een interview met het AD haar teleurstelling over hoe het er achter de schermen aan toe ging. “Op zich leuk,” begint ze, “maar ik vergeet altijd dat het om tv gaat en dat alles nep is.” Volgens Ten Damme was de ervaring een stuk minder authentiek dan ze had verwacht.
Koken voor de camera: Een toneelstukje
Een belangrijk onderdeel van de show is het samen bereiden van een maaltijd, iets dat de sfeer tussen de gasten en de gastheer of -vrouw intiemer zou moeten maken. Maar ook hier blijkt een flinke dosis televisie-magie aan te pas te komen. “Het lijkt alsof ik kook en lang heb nagedacht over een menu. Maar ik sneed wat groenten in beeld en vervolgens kwam er iets op tafel van de catering,” onthult Ten Damme. “Dan moet je een soort versie van jezelf spelen: graag gedaan, vinden jullie het lekker?”

Deze onthulling plaatst vraagtekens bij de oprechtheid van het programma. Veel kijkers waren in de veronderstelling dat de gasten daadwerkelijk betrokken werden bij het bereiden van een eerlijke, zelf verbouwde maaltijd. Dit lijkt echter eerder een toneelstukje te zijn voor de camera’s.
De ‘boerderij’ is niet eens van Raven
Een andere schokkende onthulling komt van kijkcijferspecialist Tina Nijkamp, die de ware eigenaar van de zogenoemde ‘boerderij’ aan het licht bracht. “Hoe nep is dat nou, dat Boerderij van Dorst?” begint Nijkamp in haar analyse. “Nou, de boerderij is helemaal niet van Raven! Die boerderij is eigendom van de gemeente Apeldoorn.”
Volgens Nijkamp heeft de gemeente Apeldoorn de locatie tijdelijk beschikbaar gesteld voor de opnames van het programma, maar het gebouw heeft een heel andere bestemming. “In het bestemmingsplan staat dat het uiteindelijk een cultureel centrum wordt of iets dergelijks. Het is dus niet écht de boerderij van Raven van Dorst,” legt ze uit.
Deze onthulling is een klap voor de geloofwaardigheid van het programma, dat zich presenteert als een authentiek kijkje in het leven op een boerderij. De locatie blijkt echter slechts een decor, gehuurd voor de duur van de opnames.

Ellen ten Damme: “Het brengt me in de war”
Voor gasten zoals Ten Damme is de onoprechtheid van het programma lastig te verwerken. “Ik vind dat lastig en raak op zo’n moment helemaal in de war,” zegt ze. “Terwijl een rol acteren, in de huid van een ander kruipen, mij juist geen moeite kost.” Deze opmerking benadrukt dat zelfs ervaren artiesten zoals Ten Damme moeite hebben met de balans tussen echtheid en televisieproductie.
Ten Damme vertelde ook over haar eigen toekomstplannen, los van het programma. “Ik heb woonboten in Amsterdam, een loods in Wormerveer, schuren en een huis in Frankrijk. Ik zou met pensioen kunnen gaan als ik dat zou willen,” zegt ze. Hoewel dit losstaat van het programma, biedt het wel een interessant perspectief: misschien is het juist die onoprechtheid die haar minder enthousiast maakt over televisie.
De populariteit blijft groot
Ondanks deze onthullingen blijft Boerderij van Dorst ongekend populair. De charme van het programma zit hem voor veel kijkers in de ontspannen sfeer, de onverwachte gesprekken en het charisma van Raven. Maar naarmate er meer details naar buiten komen over de productie, kan de vraag niet worden genegeerd: is het imago van authenticiteit slechts een goedgekozen marketingstrategie?
De kritiek van gasten zoals Ten Damme en de onthullingen over de locatie zouden voor sommige kijkers een reden kunnen zijn om het programma met andere ogen te bekijken. Aan de andere kant bewijst de populariteit van het programma dat veel kijkers genoegen nemen met een beetje illusie, zolang het eindproduct maar vermakelijk is.

Wat maakt een programma ‘echt’?
De vraag wat een programma ‘echt’ maakt, is in de wereld van televisieproductie altijd al relevant geweest. Veel shows presenteren zich als realistisch, maar gebruiken een combinatie van scripts, montage en productie om een bepaalde sfeer te creëren. In het geval van Boerderij van Dorst lijkt die grens tussen realiteit en fictie vooral te liggen in hoe het programma zichzelf presenteert.
Als kijkers het programma blijven zien als een platform voor openhartige gesprekken en interessante interacties tussen BN’ers, zal de onthulling over de locatie en de catering waarschijnlijk weinig impact hebben. Maar voor wie op zoek is naar puurheid en echtheid, kunnen deze details toch een domper zijn.
Toekomst van Boerderij van Dorst
Met de populariteit van het programma lijkt er voorlopig geen einde in zicht. Maar de onthullingen over de neppe aspecten kunnen wel een aanleiding zijn voor veranderingen in hoe het programma wordt gemaakt en gepresenteerd. Misschien kan er in toekomstige seizoenen meer transparantie komen over de productie, zonder dat dit ten koste gaat van de charme.
Conclusie:
Hoewel Boerderij van Dorst zichzelf
presenteert als een authentiek en ongepolijst programma, blijkt er
achter de schermen veel meer regie te zijn dan kijkers zouden
verwachten. Van gekookte maaltijden die door een cateraar worden
geleverd tot een locatie die slechts tijdelijk is gehuurd, er zijn
genoeg aspecten die de oprechtheid in twijfel trekken. Toch blijft
het programma razend populair, vooral dankzij Raven van Dorst en de
interessante gesprekken met BN’ers. Of deze onthullingen iets
veranderen aan de kijkbeleving, zal de toekomst moeten
uitwijzen.
Actueel
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.