Actueel
Bekendste nieuwslezer van Nederland onverwachts overleden
In Memoriam: Harmen Siezen (1939 – 2024), het vertrouwde gezicht van het NOS Journaal
Met droefenis is bekendgemaakt dat Harmen Siezen, jarenlang hét gezicht van het NOS Journaal, op 84-jarige leeftijd is overleden. Zijn nabestaanden hebben het nieuws bevestigd aan de omroep, waarmee een tijdperk in de Nederlandse journalistiek definitief tot een einde komt. Siezen wordt herinnerd als een van de meest herkenbare en geliefde nieuwslezers van Nederland, een man met een onmiskenbare stem, kalme uitstraling en jarenlange toewijding aan het brengen van betrouwbaar nieuws.

De stem van het NOS Journaal
Harmen Siezen begon zijn loopbaan bij de NOS in 1969. Aanvankelijk werkte hij als verslaggever, maar het duurde niet lang voordat zijn talent voor presenteren opviel. In de decennia die volgden groeide hij uit tot een vertrouwd gezicht op de Nederlandse televisie. Meer dan 30 jaar lang opende hij voor miljoenen Nederlanders de journaaluitzendingen, en deed dat op zijn kenmerkende manier: rustig, beheerst en altijd professioneel.
Met meer dan 17.000 gepresenteerde journaals is het geen overdrijving om Siezen een icoon te noemen. Voor velen was hij het baken van informatie in turbulente tijden. Zijn stem gaf duiding aan historische gebeurtenissen, van politieke omwentelingen tot wereldwijde rampen, maar ook aan mooie momenten die het land samenbrachten.

Vertrouwen en vakmanschap
Wat Harmen Siezen onderscheidde van andere nieuwslezers was zijn vermogen om het nieuws toegankelijk te maken zonder in te boeten op inhoud. Hij straalde rust en gezag uit, wat kijkers een gevoel van vertrouwen gaf – precies wat je zoekt in een journaalpresentator. Het nieuws was bij hem in goede handen.
Giselle van Cann, hoofdredacteur van het NOS Journaal, verwoordde het treffend in een officiële reactie: “Harmen was voor een hele generatie dé nieuwslezer, hét gezicht van het NOS Journaal. Een man die beheerst en kalm het nieuws bracht, met soms een glimlach als dat kon.”

Zijn stijl werd vaak omschreven als ingetogen en waardig. Hij stond bekend om zijn neutrale toon, zonder opsmuk, maar mét empathie waar dat gepast was. Siezen had geen behoefte aan show of sensatie; zijn kracht lag juist in de eenvoud en helderheid waarmee hij het nieuws presenteerde.
Na het journaal
In 2002 nam Siezen afscheid van het NOS Journaal. Zijn laatste uitzending markeerde het einde van een tijdperk. Hoewel hij sindsdien grotendeels uit de publiciteit verdween, was zijn impact op de Nederlandse media blijvend voelbaar.

Toch was hij na zijn pensioen niet helemaal uit beeld. Hij presenteerde nog vier jaar lang de Nationale Nieuwsquiz, een jaarlijkse quiz waarin kennis van actualiteiten centraal stond. Het paste perfect bij zijn profiel: inhoudelijk sterk, met een lichte toets van humor. Ook dook hij af en toe op in programma’s zoals Dit Was Het Nieuws, waar hij als voormalige nieuwslezer met een knipoog terugkeek op het vak.
Hoewel hij zichzelf geen mediapersoonlijkheid vond, genoot hij zichtbaar van deze incidentele uitstapjes – zolang ze niet ten koste gingen van zijn geliefde rust en privacy. Hij bleef trouw aan zijn nuchtere aard, wars van sensatie en overmatige aandacht.

Een onverwacht verlies
Het overlijden van Harmen Siezen kwam voor velen als een verrassing. De precieze oorzaak van zijn overlijden is op het moment van schrijven nog niet bekendgemaakt. De NOS heeft aangegeven dat het verlies diep wordt gevoeld binnen de organisatie, waar hij bij velen nog altijd bekendstaat als een leermeester en inspirator.
Collega’s herinneren hem als een warme, betrokken man met een scherp oog voor detail en een oprechte liefde voor het vak. Jongere presentatoren en redacteuren keken naar hem op, niet alleen vanwege zijn ervaring, maar ook vanwege zijn bescheidenheid en zijn vermogen om op precies het juiste moment de juiste toon aan te slaan.

Een nationale herinnering
Voor veel kijkers roept de naam Harmen Siezen herinneringen op aan het journaal kijken met het gezin aan tafel, aan breaking news-momenten waarin zijn stem als eerste uitleg gaf, en aan het vertrouwde begin van de avond. In een tijd waarin het medialandschap voortdurend verandert, vormde Siezen een ankerpunt. Zijn aanwezigheid was bijna ritueel, en zijn afwezigheid viel meteen op toen hij in 2002 met pensioen ging.
Zijn overlijden zorgt dan ook voor een golf van reacties, niet alleen uit de mediawereld, maar ook van het grote publiek. Op sociale media worden herinneringen gedeeld aan uitzendingen uit het verleden, aan de stem waarmee hij nieuwsberichten las, en aan de rust die hij wist over te brengen – ook in tijden van onzekerheid.

Harmen Siezen als symbool
Siezen was niet zomaar een presentator; hij stond symbool voor een tijdperk waarin televisie het primaire kanaal was voor nieuwsvoorziening. In een tijd voor sociale media en pushmeldingen, vertrouwden mensen op het NOS Journaal voor hun dagelijkse portie informatie. Siezen was daarvan jarenlang het gezicht, en die rol vervulde hij met toewijding, nauwkeurigheid en een diep verantwoordelijkheidsgevoel.
Zijn nalatenschap is dan ook groter dan de journaals die hij presenteerde. Hij belichaamde een stijl van journalistiek die draait om betrouwbaarheid, integriteit en kalme, degelijke berichtgeving. In die zin is zijn overlijden niet alleen een persoonlijk verlies, maar ook een moment van reflectie op hoe nieuws gebracht werd – en misschien weer zou kunnen worden.

Een dankbare nagedachtenis
Hoewel Harmen Siezen de laatste jaren bewust buiten de schijnwerpers bleef, leeft zijn nalatenschap voort in de herinneringen van collega’s, kijkers en iedereen die waarde hecht aan serieuze, professionele journalistiek. Zijn stem mag zijn verstomd, maar zijn impact klinkt na.
Namens velen: dank, Harmen Siezen. Voor je rustige toon, je journalistieke precisie, en je jarenlange toewijding aan het informeren van Nederland. We wensen de familie, vrienden en oud-collega’s veel sterkte in deze periode van verlies.
Rust zacht, Harmen. Je was en blijft een vertrouwd gezicht en een inspirerend voorbeeld.
Actueel
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.