Connect with us

Actueel

Wetenschappers komen met angstaanjagende waarschuwing voor iedereen die flessenwater drinkt

Avatar foto

Published

on

Nanoplastics in flessenwater: wat je echt moet weten over je dagelijkse drinkwater

Water drinken is essentieel voor een goede gezondheid. Je lichaam bestaat voor meer dan de helft uit water, en dagelijks voldoende vocht binnenkrijgen is cruciaal voor vrijwel elk proces in je lijf – van het reguleren van je temperatuur tot het vervoeren van voedingsstoffen. Steeds meer mensen grijpen daarom naar flessenwater, in de veronderstelling dat dit schoner en gezonder is dan kraanwater. Maar nieuw wetenschappelijk onderzoek zet die aanname stevig op losse schroeven.

Flessenwater bevat alarmerend veel nanoplastics

Een recent onderzoek wijst uit dat flessenwater gemiddeld zo’n 240.000 nanoplastics per liter bevat. Ter vergelijking: kraanwater in Nederland bevat er slechts 5,5 per liter. Dit gigantische verschil zorgt voor groeiende bezorgdheid onder wetenschappers, consumenten én beleidsmakers. Want deze minuscule plasticdeeltjes – kleiner dan microplastics – kunnen zich moeiteloos door het menselijk lichaam verplaatsen, met mogelijk ernstige gezondheidsrisico’s tot gevolg.

Wat zijn nanoplastics?

Nanoplastics zijn minuscule stukjes plastic, kleiner dan 1 micrometer. Ze zijn zo klein dat ze niet met het blote oog waarneembaar zijn en zelfs niet met gewone microscopen. Dankzij recente technologische ontwikkelingen kunnen wetenschappers deze deeltjes nu wél detecteren en tellen – met verontrustende resultaten.

Wat nanoplastics zo zorgelijk maakt, is hun vermogen om door biologische barrières heen te dringen. Ze kunnen celmembranen passeren, via de bloedbaan organen bereiken en zelfs de bloed-hersenbarrière oversteken. Dat betekent dat deze deeltjes mogelijk overal in je lichaam terecht kunnen komen.

Mogelijke gezondheidsrisico’s

Hoewel het langetermijneffect van nanoplastics op het menselijk lichaam nog grotendeels onbekend is, zijn er wel duidelijke aanwijzingen voor schadelijke effecten. Onderzoek heeft aangetoond dat nanoplastics kunnen leiden tot:

  • Ontstekingsreacties in het lichaam

  • Verstoring van het immuunsysteem

  • Hormonale disbalans door de afgifte van chemische stoffen zoals ftalaten

  • Verhoogd risico op kanker

  • Vruchtbaarheidsproblemen en ontwikkelingsstoornissen

Ftalaten, die vaak vrijkomen uit plastics, worden al jaren in verband gebracht met ernstige gezondheidsproblemen. Deze chemicaliën kunnen de werking van het hormonale stelsel verstoren, wat met name bij kinderen en zwangere vrouwen grote gevolgen kan hebben.

Waar komen die nanoplastics vandaan?

Het is niet zozeer het water zelf dat vervuild is, maar de verpakking waarin het zit. De meeste plastic flessen zijn gemaakt van PET (polyethyleentereftalaat). Wanneer een fles wordt blootgesteld aan warmte, druk, zonlicht of gewoon ouderdom, begint het plastic af te breken. Tijdens dit proces komen minuscule deeltjes los die uiteindelijk in het drinkwater terechtkomen.

En dat is nog niet alles. Tijdens het productieproces van flessenwater worden filters gebruikt om het water verder te zuiveren. Deze filters zijn vaak gemaakt van nylon – een ander type plastic. Onderzoekers hebben nu ontdekt dat ook uit deze filters kleine nylondeeltjes vrijkomen die het eindproduct alsnog vervuilen. Ironisch genoeg voegen deze stappen, bedoeld om het water schoner te maken, juist meer vervuiling toe.

Je drinkt meer plastic dan je denkt

Nanoplastics in flessenwater zijn slechts het topje van de ijsberg. Onderzoeken hebben aangetoond dat plasticdeeltjes ook voorkomen in alledaagse producten zoals:

  • Kraanwater (zij het in veel lagere concentraties)

  • Zout

  • Honing

  • Bier

  • Thee

  • Zuivelproducten zoals melk

We worden dus dagelijks, en vaak ongemerkt, blootgesteld aan een cocktail van micro- en nanoplastics. Deze deeltjes zijn inmiddels overal te vinden: in onze oceanen, in de bodem, in het regenwater én in onze voeding.

Hoe kun je jezelf beschermen?

Hoewel het onmogelijk lijkt om nanoplastics volledig te vermijden, kun je met een aantal simpele gewoontes je blootstelling drastisch beperken:

1. Drink kraanwater

In Nederland is kraanwater van uitstekende kwaliteit. Het wordt streng gecontroleerd en bevat in veel gevallen nauwelijks tot geen plasticdeeltjes. Je kunt het dus met een gerust hart drinken.

2. Gebruik een hervulbare fles van glas of roestvrij staal

Plastic flessen zijn niet bedoeld voor hergebruik. Elke keer dat je ze opendraait, indrukt of opnieuw vult, kunnen er deeltjes loskomen. Kies liever voor duurzame alternatieven die géén schadelijke stoffen afgeven.

3. Vermijd warmte in combinatie met plastic

Laat nooit een fles water in een warme auto liggen of blootgesteld aan de zon. Hitte versnelt het afbraakproces van plastic en zorgt ervoor dat meer deeltjes vrijkomen.

4. Gebruik eventueel een waterfilter thuis

Goede waterfilters kunnen bijdragen aan extra zuivering van je drinkwater. Let wel op: filters moeten op tijd vervangen worden, anders kunnen ze juist zelf een bron van vervuiling worden.

5. Let op je voedselverpakking

Probeer waar mogelijk voedsel te kopen dat niet verpakt is in plastic. Gebruik glazen potten of metalen trommels voor opslag, en vermijd het opwarmen van voedsel in plastic bakjes.

Impact op het milieu

De gevolgen van nanoplastics reiken verder dan alleen onze gezondheid. Plasticdeeltjes vervuilen wereldwijd het milieu. Ze worden aangetroffen in de diepste oceaangrotten, op afgelegen bergtoppen en zelfs in de lucht die we inademen.

Dieren slikken micro- en nanoplastics in, waarna deze deeltjes via de voedselketen weer bij ons terechtkomen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die steeds moeilijker te doorbreken lijkt.

Is glas dan het antwoord?

Voorlopig wel. Glas is volledig inert: het reageert niet op warmte, licht of druk en geeft geen schadelijke stoffen af. Een glazen fles of karaf is dan ook de veiligste en duurzaamste manier om je drinkwater te bewaren.

Roestvrij staal is een andere goede optie, vooral voor onderweg. Het is licht, duurzaam en veilig – zolang het niet beschadigd is van binnen.

Wat kun je als consument doen?

Het begint bij bewustwording. Door te kiezen voor kraanwater en plastic zoveel mogelijk te vermijden, bescherm je niet alleen jezelf, maar draag je ook bij aan een schonere planeet.

Daarnaast kun je:

  • Meedoen aan lokale opruimacties

  • Bewust boodschappen doen en producten kiezen zonder plastic verpakkingen

  • Je stem laten horen bij fabrikanten en beleidsmakers

Tot slot: terug naar de basis

Water is een eerste levensbehoefte. Dat zouden we moeten kunnen drinken zonder ons zorgen te hoeven maken over onzichtbare bedreigingen. De wetenschap heeft ons wakker geschud: flessenwater is misschien minder gezond dan we dachten.

Gelukkig hebben we in Nederland de luxe van veilig en betrouwbaar kraanwater. Door bewuste keuzes te maken – zoals overstappen op duurzame drinkflessen en minder plastic gebruiken – nemen we verantwoordelijkheid voor onze eigen gezondheid én voor die van de generaties na ons.

Wat vind jij van deze ontwikkelingen? Gebruik jij flessenwater of drink je liever uit de kraan? Laat het weten in de reacties op Facebook.

Actueel

Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Avatar foto

Published

on

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt

De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.

Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?

Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.

De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?

De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.

Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.

Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?

Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.

Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.

Waarom grote cashopnames aandacht trekken

Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.

Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.

De risico’s van geld in huis

Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.

Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.

Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.

Waarom mensen toch een noodbuffer willen

Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.

Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.

Veelgemaakte misverstanden

Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.

Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.

Praktische tips voor wie cash bewaart

Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.

Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.

De nuchtere middenweg

Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.

Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.

Continue Reading