Actueel
Volgers bezorgd om foto Martijn Krabbé: ”Onherkenbaar”
Op eerste kerstdag heeft Martijn Krabbé, de geliefde televisiepresentator, van zich laten horen via Instagram. Hij deelde een foto waarop hij samen met zijn vrouw Deborah naar de mistletoe kijkt. Hoewel de post bedoeld lijkt als een feestelijke update tijdens de feestdagen, valt volgers iets anders op: Martijn’s uiterlijk. Velen geven aan dat de presentator bijna onherkenbaar is en uiten hun zorgen over zijn gezondheid.

Een strijd tegen k*nker
In maart van dit jaar maakte Martijn bekend dat hij ernstig z!ek is. Hij werd gediagnosticeerd met k*nker en moest direct al zijn werkzaamheden stopzetten om zich te focussen op zijn behandeling. Dit nieuws schokte zijn fans en collega’s, die Martijn kennen als een van de meest geliefde gezichten op de Nederlandse televisie.
Sindsdien heeft de presentator slechts sporadisch updates gegeven over zijn gezondheid. Hij koos ervoor om zijn strijd grotendeels buiten de schijnwerpers te voeren, wat begrijpelijk is gezien de enorme fysieke en mentale impact van zijn z!ekte en de bijbehorende behandelingen.
Een hoopvolle boodschap van collega’s
Hoewel Martijn grotendeels stil is gebleven over zijn gezondheid, hebben zijn collega’s van het populaire programma Kopen Zonder Kijken eerder dit jaar aangegeven te hopen dat hij in het nieuwe seizoen weer op het scherm te zien zou zijn. Helaas werd onlangs bevestigd dat dit niet het geval zal zijn. Zijn herstel blijkt complex en tijdrovend, en de kans op een spoedige terugkeer lijkt voorlopig uitgesloten.
Inmiddels zijn we negen maanden verder, maar Martijn is nog niet genezen. De update die hij op eerste kerstdag deelde, bracht zowel vreugde als bezorgdheid onder zijn volgers.

Een zeldzame kerstupdate
Op kerstdag deelde Martijn een Instagram-story waarin hij samen met zijn vrouw Deborah naar boven kijkt. In de foto is een pijl te zien die wijst naar een blaadje met mistletoe, wat verwijst naar de traditie van kussen onder de maretak. Hij voegde het iconische kerstnummer “It’s Beginning to Look a Lot Like Christmas” toe aan de post, wat de feestelijke sfeer moest versterken.
Hoewel de post een warm en liefdevol moment laat zien, werd het uiterlijk van Martijn door velen als zorgwekkend ervaren. Zijn gezicht lijkt opgezwollen, wat mogelijk een gevolg is van de medicatie die hij momenteel gebruikt. Dit soort veranderingen zijn niet ongebruikelijk bij mensen die chemotherapie of andere intensieve behandelingen ondergaan, maar het zorgde voor veel speculatie onder zijn fans.
Bezorgde reacties van volgers
Martijn’s post bracht een golf van reacties teweeg, vooral van volgers die zich zorgen maken over zijn gezondheid. Veel fans uitten hun medeleven en gaven aan hoezeer ze hem missen op televisie.
Een volger schreef: “Ik ben blij dat je samen met je geliefden kerst kunt vieren, maar we maken ons zorgen om je. Hopelijk brengt 2025 beter nieuws.”
Anderen waren geschokt door zijn uiterlijk: “Het is bijna onwerkelijk om te zien hoe anders Martijn eruitziet. We wensen je alle kracht toe.” Veel reacties zijn echter positief en hoopvol, met fans die hem sterkte wensen en hem bedanken voor het delen van een persoonlijk moment tijdens de feestdagen.

Een man van weinig woorden
Martijn heeft in de afgelopen maanden weinig gedeeld over hoe het met hem gaat. Zijn voorlaatste Instagram-post dateert van 21 november, toen hij zijn vrouw Deborah in het zonnetje zette voor haar verjaardag. Hij noemde haar toen zijn steun en toeverlaat, wat duidelijk maakt hoe belangrijk zijn familie is in deze moeilijke tijd.
Het is bekend dat Martijn zich liever op zijn herstel richt dan op publieke updates over zijn z!ekte. Toch waarderen fans elke zeldzame blik in zijn leven en blijven ze hem aanmoedigen om door te vechten.
De impact van z!ekte op zijn uiterlijk
De opmerking van volgers over Martijn’s uiterlijk is helaas niet ongebruikelijk bij mensen die te maken hebben met een ernstige z!ekte zoals k*nker. Behandelingen zoals chemotherapie, bestraling of het gebruik van bepaalde medicijnen kunnen leiden tot zichtbare veranderingen in het lichaam, waaronder zwelling, haaruitval en vermoeidheid.
Hoewel zulke veranderingen tijdelijk kunnen zijn, kunnen ze voor patiënten ook emotioneel zwaar zijn. Het is duidelijk dat Martijn ondanks deze uitdagingen probeert positief te blijven en betekenisvolle momenten met zijn familie te koesteren.

Een terugkeer op televisie?
Martijn is een vertrouwd gezicht op de Nederlandse televisie en werd geliefd door programma’s als Kopen Zonder Kijken, The Voice of Holland en Mijn Leven in Puin. Zijn afwezigheid wordt dan ook sterk gevoeld door zijn fans en collega’s.
Het is nog onduidelijk of en wanneer Martijn weer aan het werk zal kunnen. Voor nu lijkt zijn focus volledig te liggen op zijn herstel. Fans blijven hopen dat hij in de toekomst zijn passie voor televisie weer kan oppakken.
Hoop voor 2025
Terwijl 2024 op zijn einde loopt, richten fans hun hoop op het komende jaar. Ze wensen dat 2025 het jaar wordt waarin Martijn genezen wordt verklaard en weer kan genieten van het leven zonder de zware last van z!ekte.
Zijn post op eerste kerstdag, hoe klein ook, gaf fans een glimp van zijn veerkracht en toewijding aan zijn familie. Het laat zien dat hij ondanks alles probeert het beste te halen uit moeilijke omstandigheden. Zijn doorzettingsvermogen blijft een inspiratiebron voor velen.

Conclusie: Een geliefde presentator in moeilijke tijden
Martijn Krabbé’s update tijdens de kerst bracht zowel vreugde als bezorgdheid onder zijn volgers. Zijn strijd tegen k*nker is zwaar en lang, en de impact ervan is zichtbaar in zijn uiterlijk. Toch blijft Martijn een bron van inspiratie door momenten van liefde en warmte te delen, zoals zijn foto met zijn vrouw onder de mistletoe.
Het komende jaar zal cruciaal zijn voor Martijn en zijn herstel. Zijn fans blijven hem steunen met woorden van hoop en bemoediging, terwijl ze uitkijken naar een toekomst waarin hij weer op televisie verschijnt. Eén ding is zeker: de liefde en steun van zijn familie en fans zullen hem blijven dragen in deze moeilijke tijd. 💪🎄
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.