Actueel
Simon Cowell vergaarde een fortuin met American Idol – ontmoet zijn enig kind dat niets zal erven
Simon Cowell heeft zich ontwikkeld van een onbekende werknemer bij een platenmaatschappij tot een van de meest invloedrijke figuren in de entertainmentindustrie. De Britse producent en tv-persoonlijkheid heeft een enorm imperium opgebouwd en is hoofdjurylid van verschillende wereldberoemde talentenjachten. Zijn directe, soms brutale stijl heeft hem een trouwe schare fans opgeleverd én een fortuin van honderden miljoenen dollars.

De opkomst van Simon Cowell
Cowell kreeg zijn eerste baan in de muziekindustrie nadat hij stopte met school. Dankzij zijn vader kon hij aan de slag bij platenmaatschappij EMI, waar hij verantwoordelijk werd voor het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe artiesten. Zijn eerste zelfstandige pogingen als label-eigenaar mislukten echter, waardoor hij terug bij zijn ouders moest gaan wonen. In plaats van te wanhopen, zag Cowell dit als een kans om opnieuw te beginnen. “Alles wat ik had, verdween – mijn huis, mijn Porsche – maar ik voelde me opgelucht,” vertelde hij later.
Cowell richtte vervolgens S Records op, waar hij artiesten als 5ive, Westlife en Jerome tekende. Jerome’s versie van Unchained Melody werd een grote hit, maar het was pas met talentenjachten dat Cowell zelf een ster werd.

Doorbraak met Pop Idol en American Idol
In 2001 werkte Cowell samen met Spice Girls-manager Simon Fuller om het programma Pop Idol te creëren. Het format werd een instant succes en katapulteerde Cowell naar wereldwijde bekendheid. Zijn handelsmerk – een strak T-shirt en de zin “I don’t mean to be rude, but…” – maakte hem legendarisch.
Een jaar later werd het programma in de VS overgenomen door Fox, waar het verderging als American Idol. De eerste seizoensfinale – gewonnen door Kelly Clarkson – trok maar liefst 26 miljoen kijkers. Cowell besefte al snel hoeveel geld er te verdienen was met talentenjachten en besloot zich volledig op deze tak van entertainment te richten.

Een miljoenenimperium
Cowell richtte de productiemaatschappijen Syco TV, Syco Film en Syco Music op en werd jurylid bij The X Factor en America’s Got Talent. Zijn scherpe tong en onvoorspelbare reacties bleven zijn handelsmerk, maar hij toonde ook een emotionele kant wanneer een optreden hem écht raakte.
Volgens CNN verdiende Simon Cowell in 2008 maar liefst 36 miljoen dollar, en in latere jaren groeide zijn inkomen verder:
- 2017: 45 miljoen dollar
- 2018: 41 miljoen dollar
- 2020: 50 miljoen dollar
In totaal wordt Cowells nettowaarde geschat op 600 miljoen dollar. Hij is niet alleen een zakenman, maar ook een filantroop. Tijdens de COVID-19 pandemie doneerde hij 1,5 miljoen dollar aan voedselbanken in de VS en het Verenigd Koninkrijk.

Simon Cowell en zijn uiterlijk
Met zoveel geld heeft Cowell zichzelf ook een luxe levensstijl gegund. Hij kocht een enorm landhuis in Malibu, Californië, en onderging diverse cosmetische behandelingen, waaronder botoxinjecties. In 2018 gaf hij toe dat hij een niet-chirurgische facelift had ondergaan: “Het doet vreselijk pijn, maar het verwijdert zonneschade en alle onzuiverheden.”
Later besefte Cowell dat hij wellicht te ver was gegaan. Zijn zoon Eric schrok zelfs van zijn uiterlijk. “Ik keek naar een oude foto en herkende mezelf niet,” gaf Cowell toe. Hij stopte volledig met botox en kiest nu voor natuurlijke gezichtsbehandelingen.

Gezondheid en 0ngelukken
Cowell heeft meerdere gezondheidsproblemen gehad. In 2017 werd hij met spoed opgenomen na een val van een trap door lage bl0eddruk. Zijn arts adviseerde hem een streng dieet zonder rood vlees, gluten of suiker.
In 2020 had Cowell een veel ernstiger 0ngeluk toen hij van een elektrische fiets viel en zijn rug brak. Hij onderging een zes uur durende 0peratie en kreeg een metalen plaat in zijn rug. Hij gaf toe dat hij geluk had gehad: “Ik besefte dat ik mijn ruggengraat had kunnen breken en nooit meer had kunnen lopen.” Zijn herstel verliep sneller dan verwacht en binnen twee dagen liep hij alweer rond.

Een toegewijde vader
Naast zijn zakelijke succes is Cowell ook een familieman geworden. In 2013 werd bekend dat hij en zijn vriendin Lauren Silverman een kind verwachtten. Hun zoon Eric werd geboren op Valentijnsdag 2014.
Cowell noemt vader worden het beste wat hem ooit is overkomen. “Ik aanbid hem. We houden van dezelfde dingen – Scooby Doo, Disney-films en lachen om de honden.”
Toch is Cowell niet van plan zijn fortuin aan Eric na te laten. “Ik geloof niet in geld doorgeven van generatie op generatie. Ik wil mijn geld nalaten aan goede doelen.”
Een indrukwekkende nalatenschap
Simon Cowell heeft niet alleen een imperium opgebouwd, maar ook zijn stempel gedrukt op de entertainmentwereld. Met zijn unieke stijl, scherpe commentaren en onmiskenbare talent om sterren te ontdekken, blijft hij een van de meest invloedrijke figuren in de industrie. Ondanks tegenslagen blijft Cowell vechten – en dat maakt hem een icoon.
Wat zou jij doen als je 600 miljoen dollar had? Laat het weten en deel dit artikel met anderen die Cowell’s werk bewonderen!
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.