Actueel
Man stuurt mij en de kinderen naar hostel en boekt luxehotel voor zichzelf en zijn moeder
Toen de familie Smith aan hun zomervakantie begon, hoopten ze op ontspanning en gezinsbinding. Maar een onverwachte beslissing van Steve, waarbij hij de comfort van zijn moeder boven het geluk van zijn gezin plaatste, leidde tot een schokkende wending van gebeurtenissen. Steve werd geconfronteerd met de ware betekenis van luxe.

We keken allemaal uit naar onze zomervakantie. Het was een druk jaar geweest en we hadden een pauze nodig. Ons gezin is hecht. Daar is mijn man Steve, een succesvolle zakenman die altijd lijkt te weten waar de beste vakantieplekken zijn.

Vervolgens zijn er onze drie kinderen: Ben, de oudste, altijd nieuwsgierig en vol vragen; Jack, onze middelste, energiek en dol op avontuur; en Rachel, onze jongste, lief en dol op tekenen. Eindelijk is er Steve’s moeder, Evelyn. Ze is wat veeleisend maar houdt veel van haar kleinkinderen.

Steve had een charmant stadje uitgekozen voor onze uitje. Hij praatte eindeloos over de prachtige landschappen en de rustige sfeer. We hadden allemaal hoge verwachtingen van de reis. Maar zodra we bij het hostel aan de rand van de stad aankwamen, voelde ik dat er iets niet klopte.

Het hostel was schoon maar basic. De kinderen keken rond, duidelijk teleurgesteld. Ben trok zijn neus op. “Moeten we hier blijven, mam?” Ik haalde diep adem, probeerde kalm te blijven. “Steve, waarom verblijven we hier?” vroeg ik, mijn frustratie verbergend.

Steve glimlachte helder naar me. “Moeder heeft comfort nodig,” zei hij. “Ze kan niet omgaan met het lawaai en de chaos met de kinderen. Ik moet voor haar zorgen, dus we verblijven in het luxe hotel alleen voor volwassenen in de stad zodat ze kan ontspannen. Het is beter zo. We ontmoeten elkaar allemaal morgen om samen te zijn.”

Ik wilde protesteren, maar ik wist dat het zinloos zou zijn. “Prima,” zei ik zachtjes, terwijl ik de kinderen hielp om zich in onze kamer te settelen. Het hostel was niets zoals ik had gehoopt. Het was klein, met alleen de basisvoorzieningen. De kinderen waren duidelijk niet blij. “Dit is niet wat ik had verwacht,” mompelde ik onder mijn adem.

Intussen genoten Steve en Evelyn van hun luxe hotel. Steve was enthousiast, belde me op FaceTime om hun weelderige kamer te laten zien. “Kijk naar deze plek, Sarah,” zei hij, terwijl hij de camera rondzwaaide. “De kinderen zouden dol zijn op het zwembad.”

Ik forceerde een glimlach, mijn bloed kookte terwijl ik naar de video keek. “Het ziet er mooi uit,” zei ik kort en beëindigde de oproep zo snel mogelijk. Vanaf dat moment negeerde ik zijn oproepen.

Die nacht probeerde ik er het beste van te maken. We hadden een eenvoudig diner in het kleine eetgedeelte van het hostel. De kinderen waren nog steeds een beetje teleurgesteld, maar we speelden wat bordspellen voor het slapengaan. Ondanks de eenvoudige accommodatie was er wat vreugde in onze tijd samen.

Terug in het luxe hotel verliepen de dingen niet zo goed voor Steve en Evelyn. “Het eten hier is vreselijk,” mopperde Evelyn na hun eerste maaltijd. “Het zwembad is te koud en de service is zo traag. Deze plek zou top moeten zijn!” Steve probeerde te ontspannen, maar de constante klachten van zijn moeder maakten het moeilijk. Hij belde meerdere keren, hopend zich bij ons aan te sluiten, maar ik antwoordde niet.

De volgende dagen richtte ik me op het maken van het beste van onze tijd in het hostel. We maakten natuurwandelingen, hadden picknicks in het park en genoten van eenvoudige geneugten zoals verhalen vertellen en spelletjes spelen. De kinderen maakten nieuwe vrienden en we deelden maaltijden met andere reizigers. Ondanks de bescheiden omgeving hadden we een geweldige tijd.

Steve daarentegen zat vast met Evelyn’s ontevredenheid. Niets leek haar tevreden te stellen en hij betreurde zijn beslissing steeds meer met de dag. Hij belde opnieuw, maar ik antwoordde nog steeds niet.

Naarmate de dagen verstreken, voelde ik een gevoel van vrede. De kinderen waren gelukkig en ik besefte dat we geen luxe nodig hadden om van onze tijd samen te genieten. Simpele momenten brachten ons dichter bij elkaar. Op een avond zaten we rond een klein vuur buiten, marshmallows te roosteren en te lachen. Ben draaide zich naar me toe en zei: “Mam, dit is leuk.”

Ik glimlachte, voelde een warmte in mijn hart die geen luxe hotel kon bieden. “Het is echt leuk, Ben,” zei ik. Intussen werd Steve steeds gefrustreerder. “Waarom neemt Sarah de telefoon niet op?” mompelde hij tegen zichzelf terwijl hij mijn nummer opnieuw draaide. Deze keer klaagde Evelyn over de roomservice en ik kon zien dat hij zijn breekpunt bereikte.

Op de laatste dag van onze vakantie besloot Steve het hostel te bezoeken in de hoop me te overtuigen om de laatste nacht in het hotel door te brengen. Maar toen hij aankwam, vond hij de kamer leeg. “Waar is mijn familie?” vroeg hij aan de receptionist, zijn stem geladen met paniek. “Die zijn deze ochtend al vertrokken” antwoordde ze.

Steve’s hart bonkte terwijl hij naar de luchthaven snelde. Hij keek naar het vertrekbord, zijn ogen werden groot toen hij zag dat onze vlucht al vertrokken was. We hadden eerder een vlucht naar huis genomen. Hij stond daar, voelde een mengeling van ongeloof en spijt over zich heen spoelen.

De reis terug naar huis was eenzaam. Toen hij bij ons huis aankwam, stak hij zijn sleutel in het slot, maar het lukte niet om hem om te draaien. Verward en gefrustreerd wiebelde hij nog een paar keer, voordat hij het eindelijk opgaf. Zijn telefoon zoemde met een sms-bericht van mij: “Je hebt een plek geboekt in het lokale hostel. Geniet ervan.”

Steve staarde naar het bericht, zijn hart zonk in zijn schoenen. Zonder andere opties begaf hij zich naar het lokale hostel. De nacht was lang en ongemakkelijk. Liggend in het eenvoudige bed, dacht hij na over de afgelopen dagen. Hij realiseerde zich hoezeer hij ons gezin als vanzelfsprekend had beschouwd, luxe en het comfort van zijn moeder boven ons geluk stellend.

“Ik ben zo blind geweest,” mompelde hij tegen zichzelf, staarde naar het plafond. “Wat heb ik gedaan?” De volgende ochtend keerde Steve terug naar ons huis. Hij stond op de stoep, voelde het gewicht van zijn fouten. Hij klopte aan en ik opende de deur, rustig maar vastberaden. “Sarah, het spijt me zo,” zei hij, zijn stem brak. “Ik zie nu hoe fout ik was. Ik had jou en de kinderen op de eerste plaats moeten zetten. Kun je me vergeven?”

Ik keek hem even aan en knikte toen. “Kom binnen, Steve. Laten we praten.” We gingen aan de keukentafel zitten. Steve haalde diep adem en begon te spreken. “Ik dacht dat ik het juiste deed door ervoor te zorgen dat moeder comfortabel was. Maar ik zie nu dat ik jou en de kinderen heb verwaarloosd. “Ik heb geleerd dat ware luxe niet gaat om luxe hotels of gastronomische maaltijden. Het gaat erom samen te zijn en te genieten van de eenvoudige momenten. Ik beloof dat ik het beter zal doen.
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.