Connect with us

Actueel

Kassa: Vakantiegeld van AOW’ers gaat omhoog in 2025!

Avatar foto

Published

on

Vakantiegeld voor gepensioneerden in 2025: hoeveel krijg je en wat houd je over?

Voor veel gepensioneerden is de maand mei een moment om naar uit te kijken: het vakantiegeld wordt gestort. Dit extraatje, dat jaarlijks wordt uitgekeerd, voelt als een cadeautje, ook al is het een vast onderdeel van de uitkering waar ze recht op hebben. De grote vraag blijft elk jaar weer: hoeveel wordt het vakantiegeld dit keer? En nog belangrijker: hoeveel blijft er over nadat de belastingdienst zijn deel heeft ingehouden?

Stijging van het vakantiegeld in 2025

In 2025 mogen AOW’ers een hoger vakantiegeld verwachten dan in 2024. De stijging is gekoppeld aan de verhoging van de AOW-uitkering en wordt automatisch aangepast. Vooral alleenstaande AOW’ers profiteren van deze verhoging.

  • Alleenstaanden ontvangen in 2025 € 1032 bruto vakantiegeld, een stijging ten opzichte van de € 936 in 2024.
  • Gehuwde of samenwonende AOW’ers krijgen € 737 bruto vakantiegeld, vergeleken met € 668 in 2024.
  • AOW’ers met een toeslag (voor partners zonder inkomen) ontvangen € 1475 vakantiegeld, een flinke verhoging ten opzichte van voorgaande jaren.

De stijging lijkt mooi op papier, maar de netto-uitkering is waar het echt om draait. Door belastingheffingen blijft er minder over dan het bruto bedrag doet vermoeden.

Hoeveel houd je netto over van je vakantiegeld?

Hoewel het bruto vakantiegeld omhooggaat, is het netto bedrag dat gepensioneerden op hun rekening krijgen, afhankelijk van de belastingtarieven en hun totale inkomsten. Hoeveel je uiteindelijk overhoudt, hangt af van de belastingdruk.

  • Alleenstaanden ontvangen na belasting ongeveer € 750 netto van hun € 1032 bruto vakantiegeld.
  • Samenwonenden of gehuwde AOW’ers houden naar schatting € 540 netto over van de € 737 bruto vakantiegeld.

Het exacte bedrag dat ingehouden wordt, varieert per persoon en hangt af van het totale jaarinkomen. AOW’ers met een aanvullend pensioen kunnen in een hogere belastingschijf vallen, waardoor er meer belasting wordt afgetrokken van het vakantiegeld.

Extra vakantiegeld via pensioenfondsen

Naast de AOW-uitkering ontvangen veel gepensioneerden ook een aanvullend pensioen. Sommige pensioenfondsen keren in mei extra vakantiegeld uit, terwijl anderen het vakantiegeld verdelen over de maandelijkse pensioenuitkering.

Afhankelijk van het pensioenfonds kan het vakantiegeld flink oplopen. Het is verstandig om vooraf na te gaan bij het pensioenfonds of er een extra uitkering in mei plaatsvindt, zodat je weet welk bedrag je kunt verwachten.

Woon je in het buitenland? Dit kan invloed hebben op je vakantiegeld

Niet iedereen ontvangt het volledige vakantiegeld. Voor gepensioneerden die een deel van hun leven buiten Nederland hebben gewoond, geldt een lagere AOW-uitkering en daarmee ook een lager vakantiegeld.

De AOW-opbouw bedraagt 2% per verzekeringsjaar. Voor elk jaar dat je niet in Nederland verzekerd was, wordt er 2% ingehouden op je AOW-uitkering en vakantiegeld. Dit betekent dat wie bijvoorbeeld 10 jaar in het buitenland heeft gewoond, 20% minder AOW én vakantiegeld ontvangt.

Voor gepensioneerden die hierdoor onder het sociaal minimum vallen, bestaat de mogelijkheid om een AIO-aanvulling (Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen) aan te vragen. Dit kan helpen om het inkomen op peil te houden, maar het vakantiegeld blijft voor deze groep lager dan voor volledig AOW-gerechtigden.

Let op de belasting: vakantiegeld kan invloed hebben op toeslagen

Het vakantiegeld is een mooie meevaller, maar kan onbedoeld gevolgen hebben voor andere financiële regelingen. Extra inkomen, zoals vakantiegeld of een extra pensioenuitkering, kan ervoor zorgen dat AOW’ers in een hogere inkomenscategorie vallen. Dit heeft mogelijke gevolgen voor:

  • Zorgtoeslag: Door het vakantiegeld kan het jaarinkomen stijgen, waardoor sommige AOW’ers minder zorgtoeslag ontvangen of zelfs hun recht op toeslag verliezen.
  • Huurtoeslag: Ook hier geldt dat een hoger inkomen kan leiden tot een verlaging of stopzetting van de huurtoeslag.
  • Belastingteruggave: Gepensioneerden die normaal gesproken belasting terugkrijgen, kunnen door het hogere jaarinkomen minder terugkrijgen of zelfs een naheffing ontvangen.

Het is daarom verstandig om vooraf te berekenen of het vakantiegeld invloed heeft op toeslagen en indien nodig de Belastingdienst te raadplegen.

Wat kun je doen met je vakantiegeld?

Hoewel een deel van het vakantiegeld opgaat aan belastingen, blijft er vaak genoeg over voor een leuke besteding. Enkele populaire manieren waarop AOW’ers hun vakantiegeld gebruiken:

  1. Vakantie boeken: Veel gepensioneerden gebruiken hun vakantiegeld waarvoor het bedoeld is: een fijne reis maken. Of het nu een zonnige bestemming of een stedentrip is, vakantiegeld maakt het mogelijk.
  2. Dagjes uit: Van een luxe etentje tot een bezoek aan een pretpark met de kleinkinderen, vakantiegeld kan worden ingezet voor leuke uitstapjes.
  3. Sparen voor onverwachte kosten: Sommige AOW’ers zetten hun vakantiegeld opzij voor onvoorziene uitgaven, zoals zorgkosten of onderhoud aan het huis.
  4. Investeren in gezondheid: Bijvoorbeeld door een nieuwe bril, gehoorapparaat of een sportabonnement om fit te blijven.
  5. Huis verbeteren: Van kleine renovaties tot een nieuwe tuinset, vakantiegeld kan worden gebruikt voor het verbeteren van het huis.

Conclusie: een mooie meevaller, maar let op de belasting

De verhoging van het vakantiegeld in 2025 is goed nieuws voor AOW’ers. Alleenstaanden krijgen er bijna € 100 bruto bij en samenwonenden ongeveer € 70. Toch is het belangrijk om niet te vergeten dat de Belastingdienst een aanzienlijk deel van het vakantiegeld inhoudt.

Gepensioneerden die in het buitenland hebben gewoond, kunnen te maken krijgen met een lagere uitkering. Daarnaast kan extra vakantiegeld invloed hebben op toeslagen zoals huurtoeslag en zorgtoeslag.

Desondanks blijft het vakantiegeld een prettige extra meevaller voor veel ouderen. Of het nu wordt gebruikt voor een vakantie, een dagje uit of een extraatje op de spaarrekening, het blijft een welkome aanvulling op het inkomen.

Voor wie optimaal wil profiteren van het vakantiegeld, is het verstandig om vooraf goed te kijken naar de netto bedragen en de mogelijke invloed op de belasting en toeslagen. Zo voorkom je verrassingen en kun je met een gerust hart genieten van dit jaarlijkse extraatje!

Actueel

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Published

on

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Continue Reading