Actueel
John de Bever niet welkom op uitvaart beste vriend
Zolang Johan Derksen nog op de buis te zien is, hoef je niet bang te zijn dat het stil wordt rond de Vandaag Inside-analist. Maar ondanks zijn scherpe pen, uitgesproken mening en energieke voorkomen, ontkomt ook Derksen niet aan de gedachte dat het leven eindig is. De 76-jarige snor denkt inmiddels na over zijn eigen uitvaart — en dat leidt tot opvallende keuzes. Eén daarvan? Zijn goede vriend John de Bever mag onder geen beding zingen op zijn begrafenis. “Ik heb hem dat verboden,” zegt Johan met een mengeling van humor en overtuiging.

“Het moet geen feest worden”
Tijdens een recente uitzending van Vandaag Inside kwamen de heren op een lichtelijk macaber onderwerp: de d00d. Wilfred Genee stelde de vraag wat Johan zoal zou willen bij zijn afscheid, en dat leidde tot een uitgesproken – en vooral typisch Derksen – antwoord. “Ik wil gewoon dat ze me netjes begraven. Geen poespas, geen gezang van John de Bever, want dat zou het veel te vrolijk maken. Ik heb hem ook echt verboden om daar te zingen,” aldus Johan.
De tafelgenoten konden er wel om lachen, maar Johan was bloedserieus. “Kijk, ik mag John ontzettend graag. Maar ik wil geen volksfeest van mijn begrafenis maken. Geen ‘Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht’ aan de rand van mijn graf. Dat lijkt me niks.”

Geen trek in een tv-uitvaart
Ook het programma De Kist, waarin bekende Nederlanders praten over hun eigen d00d en hoe ze die het liefst zouden willen beleven, is volledig aan Johan voorbijgegaan. Hij vertelt dat hij benaderd werd voor deelname, maar vriendelijk bedankt heeft.
“Die man komt dan voorrijden in zo’n klein autootje, met een d00dskist op het dak, en dan moet je met een serieus gezicht gaan zitten praten over je sterfelijkheid. Nee hoor, dat hoeft van mij allemaal niet. Dan staan de mensen in Grolloo nog te juichen omdat ze denken dat het eindelijk zover is,” grapt hij.
Hoewel het onderwerp zwaar is, benadert Johan het met zijn kenmerkende droge humor. En eerlijk is eerlijk, die combinatie van luchtigheid en levenswijsheid maakt dat je er ondanks alles toch om moet glimlachen.

Bang voor de d00d? Nee joh!
Wilfred Genee vroeg zich hardop af of er misschien meer achter Johan’s nuchtere houding zit. “Ben je dan toch ergens bang voor? Dat het einde eraan komt?”
Maar daar wil Derksen niets van weten. “Nee man. Ik ben helemaal niet bang voor de d00d. Ik zeg altijd: breng mij maar naar de overkant van de straat – daar ligt het kerkhof. Makkelijk zat.”

Het is typerend voor de man die jarenlang zijn ongezouten mening gaf over voetbal, politiek, media en alles daartussenin. Iemand die niet terugdeinst voor scherpe woorden en harde waarheden, blijkt ook in de laatste fase van het leven die lijn gewoon door te trekken.
Geen speeches, geen sentiment
Wat betreft zijn uitvaart, heeft Johan het allemaal het liefst zo eenvoudig mogelijk. Geen toespraken, geen eerbetonen, en al helemaal geen lange verhalen over hoe bijzonder hij was. “Ik hoef echt geen mensen die een mooi praatje houden. Ik weet zelf wel hoe ik was. Dat hoeven ze niet voor mij op te sommen.”

Op de vraag van Wilfred of hij dan écht niks wil — “Zelfs wij niet? Wij mogen ook niks zeggen?” — blijft Johan bij zijn standpunt. “Nee, ook jullie niet. Ik wil niet dat jullie daar staan te ouwehoeren alsof het een aflevering van Vandaag Inside is. Kom gewoon, gooi een bloemetje, en ga daarna aan de borrel.”
Daarmee laat Johan zien dat hij ondanks zijn ironische opmerkingen, ook nadenkt over het effect van zijn uitvaart op de mensen om hem heen. Liever geen gedoe, maar ook geen leegte. Hij hoopt dan ook dat zijn vrienden wél gewoon komen opdagen. “Jullie komen toch wel? Anders lig ik daar helemaal alleen, dat wil ik ook niet.”

John de Bever: zanger én vriend
Wat het bijzonder maakt, is dat Johan het verzoek richting John de Bever niet uit botheid doet. Integendeel, de twee delen al jaren een bijzondere band. Ze zijn vaak samen op tv te zien, gaan met elkaar op pad en hebben zichtbaar plezier in elkaars gezelschap.
Dat Johan nu uitgerekend hém vraagt om níet te zingen op zijn uitvaart, zegt iets over hoe belangrijk hij het vindt dat zijn afscheid in lijn ligt met wie hij is: nuchter, ingetogen, en zonder spektakel. Geen franje, geen glitter, geen polonaise. Gewoon, een man in een kist, en een paar mensen die afscheid nemen. En daarna: het leven weer door.

Of John zich daar daadwerkelijk aan zal houden, is natuurlijk de vraag. Maar als we de woorden van Derksen moeten geloven, is het hem bloedserieus.
De d00d, maar dan met een knipoog
Waar veel mensen de d00d vermijden als onderwerp, laat Johan zien dat je het met een zekere luchtigheid en zelfspot kunt benaderen. Niet om het onderwerp kleiner te maken dan het is, maar om het menselijk te houden. “Je moet er gewoon over kunnen praten,” aldus Derksen. “Het hoort bij het leven.”

En als dat betekent dat zijn uitvaart gepaard gaat met stilte in plaats van zang, dan is dat prima. Geen ballads, geen tranentrekkers, geen dramatische afscheidsliedjes. Geen wervelende show, maar een stille groet.
Toch een beetje verdriet
Natuurlijk zit er achter die harde grappen ook een vorm van melancholie. Johan is niet bang voor de d00d, maar hij is zich er wel van bewust dat het einde op een dag komt. Hij kijkt er niet naar uit, maar hij omarmt het idee met dezelfde nuchterheid als waarmee hij elke avond het nieuws fileert.

Het feit dat hij nu al bezig is met het regelen van zijn afscheid – zij het met een knipoog – geeft aan dat hij het leven niet als vanzelfsprekend beschouwt. Misschien is dat ook wel de les die hij ons, tussen neus en lippen door, meegeeft.
“Breng me maar over de straat”
Of Johan Derksen binnenkort het tijdelijke met het eeuwige verwisselt? Zeker niet als het aan hem ligt. Hij is voorlopig nog van plan elke dag op de buis te verschijnen, en de wereld van zijn messcherpe meningen te voorzien. Maar mocht die dag toch komen, dan weten we nu in ieder geval wat hij niet wil: John de Bever die zingt aan zijn graf.
En ergens, diep vanbinnen, hopen we allemaal dat die wens nog héél lang niet ingewilligd hoeft te worden.
✨ Laat ons weten wat jij van Johan’s nuchtere kijk op het leven en de d00d vindt. Zou jij ook willen bepalen wie er wél of niet op jouw uitvaart mag zingen? Praat mee in de reacties op Facebook!
Actueel
Marc Coucke is het kotsbeu: “Stop er in godsnaam mee!”

Marc Coucke uit kritiek op nieuw beleid: “Stop met ondernemers neer te zetten alsof ze nergens last van hebben”
De afgelopen weken is er in België veel te doen rondom de nieuwe regeringsmaatregelen die vanaf volgend jaar van kracht worden. Terwijl de feestdagen dichterbij komen en veel bedrijven juist in deze periode volop draaien, wordt er volgens ondernemers op een bijzonder ongelukkig moment gesleuteld aan plannen die grote financiële gevolgen hebben. Eén van de meest uitgesproken stemmen is die van ondernemer en Anderlecht-eigenaar Marc Coucke, die in een uitgebreid interview met NINA zijn zorgen en frustraties deelt.

Voor Coucke, die tientallen bedrijven in uiteenlopende sectoren aanstuurt, komt de aanpassing van regels en lastenverhogingen op een moment dat veel organisaties de laatste hand leggen aan hun plannen voor het nieuwe jaar. Hij ziet hoe het debat in de media wordt gevoerd en vindt dat ondernemers daarin onterecht worden neergezet als de groep die overal mee wegkomt. Volgens hem klopt dat beeld totaal niet. “Er blijft maar geschreven worden dat iedereen getroffen wordt behalve de sterkste schouders,” zegt Coucke. “Maar net die sterkste schouders krijgen de zwaarste lasten te dragen.”
“Het is een bijzonder drukke periode – en dan veranderen de regels ineens”
Coucke benadrukt dat december traditioneel een cruciale maand is voor ondernemers. Niet alleen worden er jaarresultaten afgerond en nieuwe strategieën uitgewerkt, ook in sectoren zoals retail, entertainment en horeca is december een hoogseizoen. Juist daarom vindt hij de timing van de maatregelen zo ongelukkig.
Volgens Coucke ontstaat hierdoor een vertekend beeld: veel mensen denken dat grote bedrijven of succesvolle ondernemers nauwelijks iets voelen van beleidswijzigingen, terwijl zij volgens hem juist extra hard geraakt worden. “Natuurlijk moeten we allemaal bijdragen,” zegt hij. “Dat is logisch. Maar het is niet correct om te doen alsof ondernemingen niets moeten inleveren. In werkelijkheid zijn het net die bedrijven die sneller en zwaarder getroffen worden dan men vaak denkt.”

Maatschappelijke beeldvorming baart hem zorgen
Een belangrijk punt dat Coucke maakt, heeft te maken met het maatschappelijk klimaat waarin ondernemers steeds vaker het mikpunt van kritiek lijken te zijn. Hij ziet hoe in de publieke opinie het idee groeit dat bedrijven zouden profiteren of juist ontzien worden, terwijl de realiteit volgens hem anders is.
Hij pleit dan ook voor meer nuance. “Stop met ondernemers neer te zetten alsof zij aan alle besparingen ontsnappen,” zegt hij duidelijk. “Het is niet alleen onjuist, het zorgt ook voor een negatieve sfeer die niemand vooruithelpt.”
Ondernemen is volgens Coucke een vorm van verantwoordelijkheid nemen: investeren, risico’s dragen en werkgelegenheid creëren. Hij wijst erop dat veel bedrijfsleiders zich elke dag inzetten om hun bedrijf gezond te houden en medewerkers zekerheid te bieden. “Het debat wordt soms gevoerd alsof bedrijven obstakels zijn, maar ze vormen juist een essentieel onderdeel van onze economie en samenleving.”

Iedereen moet bijdragen — maar ook de overheid
Hoewel Coucke begrip toont voor de noodzaak van bepaalde maatregelen, vindt hij het belangrijk dat de lasten eerlijk worden verdeeld. “Iedereen moet zijn deel doen,” benadrukt hij. “Maar ik mis soms dat de overheid ook kritisch kijkt naar zichzelf.” Volgens hem wordt er te makkelijk aangenomen dat bedrijven het allemaal wel kunnen opvangen.
Hij zou graag zien dat de overheid zelf ook meer bespaart of efficiënter werkt. Niet alleen als signaal naar burgers en ondernemers, maar vooral om te tonen dat de financiële druk evenwichtig wordt verdeeld. “Het lijkt soms alsof bij elke hervorming meteen naar bedrijven wordt gekeken, maar dat is niet voldoende om structurele problemen op te lossen.”
Concreet gevolg: alle businessplannen moeten opnieuw worden geschreven
Coucke staat bekend als een ondernemer die graag vooruit plant. Jaarlijks worden binnen zijn bedrijven uitgebreide strategische schema’s opgesteld voor de komende periode. Maar door de aangekondigde wijzigingen kan hij die hele voorbereiding volgens eigen zeggen opnieuw beginnen.

“Ik mag al mijn businessplannen voor volgend jaar herschrijven,” zegt hij. Dat klinkt misschien als een praktische uitdaging, maar de impact gaat verder dan dat. Wanneer de regels veranderen, moeten bedrijven soms investeren in nieuwe systemen, administratieve aanpassingen doorvoeren of hele financiële prognoses herzien.
Voor een ondernemer met duizenden werknemers betekent dat niet alleen extra werkdruk, maar ook een verantwoordelijkheid: “Ik moet de continuïteit van mijn bedrijven kunnen garanderen. Dat ben ik verplicht tegenover de mensen die bij mij werken.”
Continuïteit en stabiliteit zijn voor Coucke sleutelwoorden. Hij benadrukt dat ondernemingen geen kaartenhuis mogen worden dat omvalt door onvoorspelbaarheid. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de gevolgen wanneer sprake is van budgettaire verschuivingen of onverwachte regeldruk.
Impact op de voetbalwereld
Hoewel Coucke vooral bekend is als ondernemer, heeft hij ook een duidelijke stempel gedrukt op het Belgische voetbal. Als eigenaar van RSC Anderlecht ziet hij dat de nieuwe maatregelen ook in de sportsector voelbaar zijn. Voetbalclubs opereren als bedrijven: ze hebben werknemers, een infrastructuur, sponsors en tal van verplichtingen. Het is volgens hem dan ook verkeerd om te denken dat sportinstellingen buiten schot blijven.

Voor clubs die al onder financiële druk staan, betekenen nieuwe kosten of hogere lasten dat er extra moet worden nagedacht over loonstructuren, transfers, investeringsprojecten en jeugdwerking. Coucke benadrukt dat voetbalclubs niet op een eiland functioneren, maar deel uitmaken van dezelfde economische realiteit als andere bedrijven.
Hoe moeilijke tijden de relatie tussen ondernemer en overheid testen
De uitspraken van Coucke passen in een breder maatschappelijk debat. In heel Europa worstelen regeringen met budgettaire tekorten, stijgende kosten en sociale druk. Ondernemers op hun beurt proberen hun bedrijven robuust te houden in een omgeving die steeds sneller verandert. Wanneer beleid en bedrijfsbelangen botsen, ontstaat al snel spanningsveld.
Toch wil Coucke geen strijd beginnen, zo laat hij doorschemeren. Hij vraagt geen voorkeursbehandeling, maar wel begrip, respect en een dialoog zonder karikaturen. “Laat ons stoppen met het bashen van ondernemers,” zegt hij. “We dragen ons steentje bij, maar laat ons dat doen op een manier die duurzaam is.”

Waarom deze boodschap breed weerklank vindt
Veel ondernemers herkennen zich in de woorden van Coucke. Ze voelen dat het publieke debat soms vervormd raakt door slogans of misverstanden. Veel bedrijfsleiders nemen al jaren initiatieven op het vlak van duurzaamheid, innovatie en maatschappelijke betrokkenheid, maar krijgen daar niet altijd erkenning voor.
Daarnaast zorgen economische onzekerheden ervoor dat bedrijven voorzichtig worden met investeringen. Wanneer regels vaak veranderen, vertraagt dat innovatie — en net die innovatie is volgens Coucke nodig om België economisch sterk te houden.

Toekomstvisie: stabiliteit, samenwerking en wederzijds vertrouwen
Hoewel zijn boodschap kritisch is, klinkt er in zijn woorden ook hoop. Coucke blijft geloven in samenwerking tussen overheid, ondernemers en werknemers. Volgens hem moet het debat vooral gaan over hoe België sterker kan worden — niet over het aanwijzen van schuldigen.
Hij pleit voor een klimaat waarin ondernemerschap wordt aangemoedigd en waarin bedrijven zich gesteund voelen om te investeren in innovatie, werkgelegenheid en groei. Door voorspelbare beleidsvoering, duidelijke afspraken en wederzijds vertrouwen kunnen overheid en ondernemingen elkaar versterken in plaats van tegenwerken.