Actueel
Intens verdriet: Ron Brandsteder (74) overleden – Nederland neemt afscheid van een tv-legende!
Nederland heeft afscheid moeten nemen van een van haar bekendste televisiepersoonlijkheden. Ron Brandsteder, bekend van programma’s als Ron’s Honeymoonquiz, Laat ze maar lachen en Wie ben ik?, is op maandagochtend overleden op 74-jarige leeftijd. Zijn overlijden is bevestigd door Jan Slagter, directeur van Omroep MAX, de laatste werkgever van de presentator.
Brandsteder was jarenlang een vaste waarde op de Nederlandse televisie en radio. Hij wist generaties kijkers en luisteraars te boeien met zijn charme, humor en herkenbare stemgeluid. Zijn overlijden betekent het einde van een tijdperk in de Nederlandse entertainmentindustrie.
Een plots afscheid van de media
In eind 2023 trok Ron Brandsteder zich plotseling terug uit de mediawereld. Hij was toen nog actief op de radio bij NPO Radio 5, maar besloot per direct te stoppen. Waarom hij zich terugtrok, hield hij destijds voor zichzelf. Wel gaf hij aan dat hij altijd met veel plezier aan zijn programma’s had gewerkt. “Ik heb er al die jaren met heel veel plezier aan gewerkt, doe zelf de samenstelling en geniet van de reacties van luisteraars,” vertelde Brandsteder eerder over zijn radioprogramma.
Voor veel fans kwam zijn abrupte vertrek als een verrassing, maar insiders vermoedden al langer dat zijn gezondheid een rol speelde in deze beslissing. Nu blijkt dat zijn gezondheid hem uiteindelijk fataal is geworden.
Een icoon van de Nederlandse televisie
Ron Brandsteder begon zijn carrière in de jaren 70 en 80 en groeide al snel uit tot een van de meest geliefde presentatoren van Nederland. Hij presenteerde verschillende populaire shows die jarenlang enorme kijkcijfers trokken. Zijn kenmerkende stem, humor en ontspannen stijl maakten hem geliefd bij jong en oud.
Met programma’s als Ron’s Honeymoonquiz wist hij hele gezinnen aan de buis gekluisterd te houden. De quiz, waarin pasgetrouwde stellen hun kennis over elkaar testten, werd een enorme hit. Zijn show Laat ze maar lachen, een spelprogramma met humoristische opdrachten, werd eveneens goed bekeken. In de jaren 90 maakte Brandsteder deel uit van het succesvolle panelprogramma Wie ben ik?, samen met onder anderen André van Duin en Caroline Tensen.
Niet alleen op televisie was hij een bekende naam, maar ook op de radio. De laatste jaren was hij te horen op NPO Radio 5, waar hij met zijn herkenbare stem en persoonlijke stijl nog altijd een trouwe schare luisteraars had.
Reacties uit de mediawereld
Jan Slagter, directeur van Omroep MAX, reageerde als een van de eersten op het nieuws. “Het is heel verdrietig voor Yvonne, zijn vrouw, en zijn twee kinderen,” vertelde hij. “Voor mij was hij een van de grootsten op de Nederlandse televisie. Er keken miljoenen mensen naar hem.”
Collega’s en fans laten massaal hun medeleven blijken op sociale media. Velen roemen Brandsteder om zijn onvergetelijke televisieoptredens en zijn vriendelijke, warme persoonlijkheid. “Een icoon is heengegaan,” schreef een fan op Twitter. Een andere gebruiker reageerde met: “Ron Brandsteder was een van de laatste echte tv-presentatoren van zijn generatie. Wat een verlies.”

Einde van een tijdperk
Ron Brandsteder laat een onuitwisbare indruk achter in de Nederlandse entertainmentwereld. Zijn shows en radio-optredens zullen nog lang herinnerd worden door de vele kijkers en luisteraars die van zijn programma’s genoten. Hij was een presentator van de oude stempel, iemand die televisie wist te maken met humor, charme en een vleugje elegantie.
Voor veel Nederlanders blijft hij vooral de lachende en goedgemutste quizmaster die met zijn unieke stijl televisie en radio kleur gaf. Zijn overlijden is een groot verlies, niet alleen voor zijn familie en vrienden, maar ook voor de vele fans die met hem zijn opgegroeid.
Als postuum eerbetoon aan Ron Brandsteder zouden we allemaal Dr. Bernhard en Engelen Bestaan Niet naar de top 5 moeten streamen. Verdient dit icoon. pic.twitter.com/tYPeDYkMk9
— Vincent G. de Vlugt 🎗️ (@Vincentgdevlugt) February 10, 2025
Met zijn dood verliest Nederland een van de laatste grootheden van de klassieke televisieperiode. Ron Brandsteder zal worden herinnerd als een icoon, een entertainer en een man met een ongeëvenaarde stem. Rust zacht, Ron.

Ron bedankt voor de mooie shows en tv momenten #rip #brandsteder #Honeymoonshow pic.twitter.com/wZd8m2iYgW
— Jef (@rallyjef3) February 10, 2025
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

