Actueel
Jutta Leerdam stelt fans teleur met opmerkelijke actie 😱
Jutta Leerdam heeft kort voor de start van het NK afstanden in Heerenveen een onverwachte beslissing genomen. De schaatsster stond ingeschreven voor drie afstanden – de 500 meter, 1000 meter en 1500 meter – maar besloot zich vlak voor het toernooi terug te trekken uit de 1500 meter. De exacte reden voor haar keuze is nog niet officieel bekendgemaakt. Opvallend is dat Leerdam onlangs tijd doorbracht met haar vriend, Jake Paul, in Puerto Rico.

Last-minute beslissing van Leerdam
Tijdens de laatste World Cup in de Verenigde Staten gaf Leerdam nog aan dat ze naast haar specialiteit op de 500 en 1000 meter ook de 1500 meter wilde rijden. Haar naam verscheen op de deelnemerslijst voor die afstand, maar een dag voor de start van het toernooi kwam het nieuws naar buiten dat ze zich had teruggetrokken. Haar focus blijft volledig op de 500 en 1000 meter, die nog wel op haar programma staan.
Leerdam heeft haar schaatstechniek de afgelopen maanden verder geoptimaliseerd en rijdt sinds twee World Cups weer op haar oude, zachtere schaatsschoenen. Deze schoenen zijn volgens haar het meest geschikt voor de 1000 meter, haar favoriete afstand. Dit betekent echter dat ze op de 500 meter wat snelheid inlevert en dat haar kansen op een sterke prestatie op de 1500 meter minder zeker waren. Mogelijk heeft deze overweging bijgedragen aan haar besluit om zich op de kortere afstanden te concentreren.

Lieke Hoogendoorn vervangt Leerdam op de 1500 meter
Door de terugtrekking van Leerdam krijgt de jonge Lieke Hoogendoorn (18) de kans om zich te bewijzen op de 1500 meter. Hoogendoorn, die op zondag haar negentiende verjaardag viert, stond al op de deelnemerslijst voor de 1000 meter, maar mag nu ook dit onderdeel aan haar programma toevoegen.
Haar zus Chloe Hoogendoorn (20) eindigde dit seizoen als derde bij het NK sprint, en Lieke zelf heeft haar persoonlijk record op de 1500 meter al meerdere keren aangescherpt. Haar snelste tijd staat momenteel op 2.02,58. De extra race biedt haar een mooie kans om zich verder te ontwikkelen en ervaring op te doen op nationaal niveau.

Suzanne Schulting maakt ook keuzes
Niet alleen Leerdam, maar ook Suzanne Schulting heeft besloten om niet deel te nemen aan de 1500 meter. In een interview met Sportnieuws.nl licht ze haar beslissing toe:
“Dat was een optie, ja, maar ik heb dit seizoen maar één keer de 1500 meter gereden en in de afgelopen tien jaar in totaal maar drie keer. Ik wil volgend seizoen zeker kijken naar de mogelijkheden om de 1500 meter erbij te pakken, maar op dit moment moet ik de focus houden op de 500 en 1000 meter.”
Het laat zien dat meerdere topschaatsers zorgvuldig afwegen welke afstanden het best aansluiten bij hun vorm en doelen.

Jutta Leerdam en Jake Paul: privéleven en topsport
Naast haar drukke wedstrijdschema maakte Leerdam onlangs tijd vrij om haar vriend, de Amerikaanse bokser Jake Paul, te verrassen in Puerto Rico. Paul had geen idee dat Leerdam zou langskomen, omdat ze had aangegeven dat ze in voorbereiding was op een wedstrijd. Toch vloog ze onverwacht naar hem toe, om vervolgens 48 uur later alweer te vertrekken richting Nederland voor het NK afstanden.
De combinatie van een topsportcarrière en een relatie met een internationaal bekende sporter brengt ongetwijfeld uitdagingen met zich mee. Leerdam lijkt echter een balans te vinden tussen haar professionele ambities en haar privéleven.

Wat staat er op het spel bij het NK afstanden?
Het NK afstanden wordt gehouden van vrijdag tot en met zondag in Thialf, waar de nationale kampioenen in verschillende disciplines worden gekroond. Daarnaast kunnen schaatsers zich hier plaatsen voor de WK afstanden, die medio maart in Hamar, Noorwegen, worden gehouden.
De keuze van Leerdam om zich te richten op haar sterkste afstanden kan haar kansen op een titel vergroten. Met de 500 en 1000 meter nog steeds op haar schema, is de verwachting dat ze zich volledig zal focussen op deze disciplines.
De beslissing om de 1500 meter te laten schieten roept vragen op, maar toont ook aan dat Leerdam haar carrière zorgvuldig managet. Fans zullen uitkijken naar haar prestaties op de kortere afstanden en hopen op een nieuwe topklassering.

Actueel
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.