Connect with us

Actueel

Nederlandse Blogmama wil als eerste Nederlandse dame 1000 mannen afwerken op één dag!

Avatar foto

Published

on

Misschien ken je Blogmama, misschien niet. Begin 2023 dook de 38-jarige blondine, die online bekendstaat als Blogmama maar eigenlijk Cynthia heet, overal op sociale media op. Ze wist veel aandacht te trekken met haar activiteiten op OnlyFans en door het plaatsen van spraakmakende filmpjes op TikTok en Instagram. Haar unieke benadering? Ze zoekt steevast naar jongens ergens in de twintig, wat haar populariteit online flink heeft doen toenemen.

Blogmama’s grote nieuws: een nieuwe baby op komst

De laatste tijd is het echter wat stiller geworden rond Cynthia. De reden? Ze is zwanger! Wie de vader van het kind is, blijft een mysterie. Het is in ieder geval niemand waarmee ze een relatie heeft. Zoals haar online naam al suggereert, is Cynthia niet nieuw in het moederschap. Ze heeft al een kind en bereidt zich nu voor op de komst van haar tweede.

De zwangerschap heeft haar avontuurlijke geest echter niet getemperd. Cynthia kijkt al vooruit naar de tijd na haar bevalling en is actief op zoek naar een nieuw vriendje. Dit nieuws zorgt opnieuw voor ophef op sociale media en brengt haar unieke kijk op relaties onder de aandacht.


Lage eisen, grootse plannen

Cynthia staat erom bekend weinig eisen te stellen aan potentiële partners. Haar voorwaarden zijn verrassend eenvoudig:

  1. Leeftijd: Minimaal 24 jaar oud.
  2. Salaris: Het maakt haar niet uit of je goed verdient of niet.
  3. Persoonlijkheid: Ze houdt van humor en tatoeages, maar dat is geen vereiste.
  4. Gezinsleven: Je hoeft geen vaderfiguur te zijn voor haar kinderen; de vader is nog in beeld.

Het enige wat echt belangrijk is? Een beetje uithoudingsvermogen en de tijd om af en toe leuke dingen te doen. En nog een opvallend detail: Cynthia betaalt!

Met deze benadering lijkt ze zichzelf te onderscheiden van traditionele relatiezoekers. Ze benadrukt dat ze op zoek is naar gezelligheid en connectie, zonder te veel verwachtingen of verplichtingen.


Een opvallende ambitie

Cynthia’s oproep op sociale media heeft niet alleen te maken met het vinden van een nieuwe liefde. Ze heeft een opvallend doel voor ogen: ze wil de eerste Nederlandse vrouw worden die 1000 mannen op één dag “afwerkt”. Hoewel deze uitspraak door veel mensen met ongeloof en kritiek wordt ontvangen, zorgt het voor de nodige aandacht en discussie.

De reacties op haar ambitieuze plan variëren. Sommigen prijzen haar openheid en lef, terwijl anderen vraagtekens zetten bij haar motieven en de impact hiervan op haar reputatie en gezin. Cynthia lijkt zich echter weinig aan te trekken van de kritiek en blijft vol vertrouwen haar eigen koers varen.


Sociale media en de reacties

Cynthia heeft altijd een unieke manier gehad om zichzelf op sociale media te presenteren. Haar TikTok- en Instagram-video’s laten vaak een mix zien van humor, zelfspot en provocerende uitspraken. Dit heeft haar zowel een trouwe schare volgers opgeleverd als mensen die haar gedrag kritisch volgen.

De aankondiging van haar zoektocht naar een nieuw vriendje heeft opnieuw geleid tot een storm aan reacties:

  • Positieve reacties: Sommige mensen prijzen haar eerlijkheid en zelfstandigheid. “Ze weet wat ze wil en schaamt zich daar niet voor,” schrijft een volger.
  • Kritiek: Anderen uiten zorgen over de invloed die haar levensstijl kan hebben op haar kinderen. Een gebruiker merkt op: “Is dit wel het voorbeeld dat je wilt geven als moeder?”
  • Humor: Er zijn ook luchtige reacties, zoals: “Ik heb geen tattoos, maar wel humor. Waar kan ik solliciteren?”

Cynthia lijkt zich echter weinig aan te trekken van de meningen en blijft trouw aan haar eigen aanpak.


Toekomstplannen

Naast haar zoektocht naar een nieuwe liefde, is Cynthia ook van plan om na haar bevalling haar online activiteiten weer op te pakken. Ze heeft aangegeven dat ze wil blijven werken aan haar OnlyFans-content en social media-aanwezigheid. Voor haar is dit niet alleen een manier om inkomsten te genereren, maar ook een creatieve uitlaatklep.

Haar ambitie om “de eerste Nederlandse vrouw te zijn die 1000 mannen op één dag afwerkt” blijft een controversieel gespreksonderwerp. Of dit plan daadwerkelijk wordt uitgevoerd of slechts bedoeld is om aandacht te genereren, is niet duidelijk. Wat wel vaststaat, is dat Cynthia een ongeëvenaarde manier heeft om zichzelf en haar verhaal in de schijnwerpers te zetten.


Cynthia’s oproep: zoek jij een vriendje?

Cynthia’s zoektocht naar een nieuwe liefde heeft verrassend weinig eisen, wat de drempel laag maakt voor geïnteresseerden. In haar eigen woorden: “Als je humor hebt en af en toe wat leuks wilt doen, ben je al halverwege.” Ze benadrukt dat ze openstaat voor jongens die niet perfect zijn, zolang ze maar tijd en energie hebben om van het leven te genieten.

Ken jij iemand die bij haar past? Cynthia lijkt er klaar voor om na haar bevalling weer volop te genieten van het leven en haar nieuwe vriendje een plek te geven in haar unieke wereld.


De balans tussen moederschap en avontuur

Wat Cynthia’s aanpak zo interessant maakt, is haar vermogen om verschillende rollen te combineren. Ze is moeder, ondernemer, social media-persoonlijkheid en iemand die niet bang is om taboes te doorbreken. Hoewel haar keuzes niet altijd unaniem worden goedgekeurd, laat ze zien dat ze vastberaden is om haar eigen pad te bewandelen.

Of het nu gaat om haar zwangerschap, haar zoektocht naar een nieuw vriendje of haar ambitie om sociale media te domineren, Cynthia blijft zichzelf opnieuw uitvinden. Wat de toekomst voor haar in petto heeft, blijft onvoorspelbaar, maar één ding is zeker: Blogmama blijft een onderwerp van gesprek.

Actueel

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Published

on

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Continue Reading