Actueel
Marga Bult kan geluk niet op na prachtig babynieuws: ´Een echt wereldwonder!´
In november verraste Marga Bult haar fans met prachtig babynieuws. Haar dochter was in verwachting van een tweede kindje, met behulp van Marga’s zoon Joey als donor. Nu, enkele maanden later, heeft de zangeres gedeeld dat haar dochter bevallen is en dat Marga opnieuw oma is geworden. Dit is een bijzonder moment voor haar, aangezien het haar vierde kleinkind is.

Een vierde kleinkind voor Marga Bult
Marga Bult is dolgelukkig met de geboorte van haar kleinzoon, Vigo Maxim. Op Instagram deelde ze haar blijdschap met haar volgers: “Zo geweldig! Ik ben afgelopen week voor de 4e keer oma geworden. Na 3 kleindochters, dit keer een prachtige kleinzoon.” Ze voegde toe dat Vigo Maxim het broertje is van zijn zusje Jane. Marga is trots op de ouders, Jill van Ingen en Maaike, en kan het niet laten om haar geluk te delen. “Wat fantastisch dat ik dit als oma allemaal mee mag en kan maken. Voorlopig zit ik nog even op een blauwe wolk. Zoooooo trots.”

Een bijzonder verhaal achter de zwangerschap
Het verhaal achter de zwangerschap van Marga’s dochter was vorig jaar het meest besproken verhaal op de website van Shownieuws. Marga had in een eerdere uitzending van Shownieuws uitgebreid verteld over hoe haar dochter en haar vrouw Maaike het kindje verwachtten. Ze legde uit dat haar zoon Joey als donor had gediend voor het eitje van Maaike, en dat Jill zelf de draagmoeder was.

Misverstanden over de situatie
Marga vertelde in de uitzending dat er veel misverstand was ontstaan over het proces. Veel mensen begrepen niet hoe het allemaal werkte. Daarom besloot Marga nogmaals uit te leggen hoe het precies zat. “Er is veel misverstand over ontstaan, omdat veel mensen het niet snappen,” aldus Marga. Ze vond het belangrijk om het verhaal te delen om misverstanden weg te nemen en duidelijk te maken dat het een proces was waar veel liefde en zorg bij kwam kijken.

De belangrijke rol van Joey als donor
De manier waarop het gezin de zwangerschap had geregeld, was bijzonder. Marga’s zoon Joey had het eitje van Maaike bevrucht, en Jill fungeerde als de draagmoeder. Marga benadrukte hoe bijzonder het was dat haar zoon in staat was om als donor te dienen, en hoe dit het gezinsleven van Jill en Maaike compleet maakte. “De donor is een zoon van mij, Joey. Het gaat dus om een zoon én dochter van mij,” zei ze.

Een jaarlange reis
De zwangerschap van Jill en Maaike was geen eenvoudig proces. Het was een jaarlange reis vol tests en procedures. Marga legde uit dat het traject om draagmoeder te worden niet zomaar gebeurt: “Je komt wel in een heel traject terecht, want dat gaat niet zomaar. Je krijgt een psychologische test, allerlei vragen, dus voordat het allemaal loopt, ben je zo een klein jaar verder.” Het was een emotionele en fysieke uitdaging, maar het resultaat was het meer dan waard.

Positieve reacties van anderen
Marga was trots op haar dochter en haar vrouw, maar ook op het feit dat hun verhaal anderen had geïnspireerd. “Het mooie is dat dit verhaal mensen op ideeën heeft gebracht, dat homo- of lesbische stellen denken: waarom heb ik daar niet aan gedacht?!” De manier waarop Jill en Maaike hun gezin hadden uitgebreid, bracht positieve reacties van anderen, die nu misschien ook overwegen dezelfde route te volgen.

Een tweede kans voor een gezin
Voor Maaike en Jill was dit niet het eerste kindje dat ze samen hadden gekregen. Hun eerste kind was op dezelfde manier ter wereld gekomen, via de hulp van Marga’s zoon Joey als donor en Jill als draagmoeder. Marga had haar eerste kleinkind als “heerlijk” omschreven, en nu was ze nog trotser omdat ze opnieuw oma werd, dit keer van een kleinzoon.

Voor altijd een oma van twee kinderen
Marga beschreef hoe bijzonder het voor haar was om nu zowel een oma van haar zoon als haar dochter te zijn. “Voor mijn gevoel is het alsof ik nu twee keer oma word. Van één kindje, maar wel van mijn twee kinderen. Ik vind dat heel bijzonder.” Het was een moment dat haar hart vervulde van trots en liefde voor haar kinderen, die samen het prachtige gezin hadden gevormd.

De rol van social media in de communicatie
Het delen van haar blijdschap op social media was voor Marga een manier om haar emoties te uiten en haar geluk met haar volgers te delen. Door het plaatsen van foto’s van haar kleinkind en haar reacties op de berichten van anderen, voelde Marga zich verbonden met haar fans en vrienden. “Voorlopig zit ik nog even op een blauwe wolk,” schreef Marga, een manier om te laten zien hoe gelukkig en trots ze was op de uitbreiding van haar gezin.

De steun van haar familie
De steun van haar familie speelde een grote rol in het succes van dit bijzondere verhaal. Marga benadrukte hoe haar zoon Joey altijd klaarstond om zijn zus te helpen en hoe haar dochter en haar vrouw Maaike samen door het proces van draagmoederschap heen waren gegaan. “Er kan natuurlijk zoveel niet goed gaan; ze hebben een aantal pogingen ondernomen. Dit is dan nu gelukt, dus deze oma is helemaal blij,” zei Marga.

Waarom Marga’s verhaal zo bijzonder is
Marga’s verhaal is niet alleen bijzonder vanwege de liefde en steun binnen haar familie, maar ook omdat het aantoont dat de traditionele opvattingen over familie en ouderschap steeds verder worden uitgebreid en veranderd. Marga’s kinderen, Jill en Maaike, hebben een eigen gezin gevormd, met de steun van Marga en haar zoon Joey. Dit verhaal heeft veel mensen geïnspireerd om na te denken over hun eigen mogelijkheden om een gezin te stichten, ongeacht hun seksuele geaardheid.

Wat betekent het om oma te zijn?
Voor Marga betekent het oma zijn veel meer dan alleen het krijgen van kleinkinderen. Het gaat om de band die ze heeft met haar kinderen en kleinkinderen, en om de manier waarop ze haar liefde en zorg kan delen met de volgende generatie. “Ik ben zo trots op mijn kinderen en kleinkinderen. Het maakt niet uit hoe het gezin is samengesteld, als er maar liefde is,” aldus Marga.

De boodschap van Marga aan anderen
Marga hoopt dat haar verhaal andere mensen zal aanmoedigen om open te staan voor nieuwe manieren van gezinssamenstelling en ouderschap. “Het zorgt ook voor iets positiefs,” zei Marga, en dat is precies wat haar verhaal doet. Het laat zien dat er geen grenzen zijn aan liefde en familie, en dat iedereen de kans heeft om het gezin te creëren dat hen gelukkig maakt.

De impact op de maatschappij
Dit bijzondere verhaal heeft de maatschappij uitgedaagd om na te denken over familie en hoe we als samenleving omgaan met verschillende vormen van gezinsstructuren. Marga’s verhaal heeft gesprekken op gang gebracht over draagmoederschap, donors en de manieren waarop mensen elkaar kunnen ondersteunen om een gezin te stichten. Het heeft een breed publiek bereikt en heeft geleid tot veel positieve reacties.

De rol van Shownieuws in het verhaal
Shownieuws speelde een belangrijke rol in het delen van Marga’s verhaal. Het was via Shownieuws dat Marga haar verhaal over de zwangerschap van haar dochter en de rol van haar zoon als donor met de wereld deelde. Dit platform gaf Marga de kans om een breder publiek te bereiken en het gesprek over alternatieve gezinsstructuren op gang te brengen.

Trots op het gezin
Marga kan niet anders dan trots zijn op haar gezin. Ze heeft altijd haar kinderen ondersteund en was er voor hen, vooral tijdens de uitdagingen die ze tegenkwamen. Het ziet ernaar uit dat de liefde en steun binnen haar gezin blijven groeien, met de komst van een vierde kleinkind dat haar leven nog rijker maakt.
De kracht van liefde in Marga’s verhaal
Wat het verhaal van Marga Bult zo krachtig maakt, is de nadruk op liefde en verbondenheid. Het toont aan dat liefde geen grenzen kent, en dat de belangrijkste factor in het creëren van een gezin is de zorg en steun die we elkaar bieden. Marga heeft haar kinderen geleerd dat liefde alles kan overwinnen, en haar verhaal is een inspiratie voor anderen die door vergelijkbare uitdagingen heen gaan.
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.