Actueel
Jan Dijkgraaf: ‘Victor Reinier blijkt op de set en in zijn privéleven een ontzettende t*ringlijer te zijn’
Victor Reinier onder vuur: ontslag, schandalen en het afbrokkelen van een imago
Victor Reinier, jarenlang een vertrouwd gezicht in de Nederlandse huiskamers dankzij zijn rol in ‘Flikken Maastricht’, staat ineens volop in de schijnwerpers – en niet vanwege een nieuwe televisierol. De acteur is recent ontslagen bij de populaire politieserie na meldingen van wangedrag op de set. Wat begon als een gerucht, is inmiddels uitgegroeid tot een complete mediastorm, waarbij oude incidenten, geruchten en persoonlijke verhalen opnieuw worden opgerakeld.
Ontslag bij Flikken Maastricht: het begin van het einde?
De aanleiding voor het ontslag van Victor Reinier blijft tot op heden vaag. Officieel is er nog weinig bevestigd, maar bronnen rondom de productie van Flikken Maastricht spreken van meerdere voorvallen die zich zowel op de set als daarbuiten hebben afgespeeld. Volgens insiders zou het gaan om gedrag waar de gemiddelde politieagent normaal gesproken een proces-verbaal voor uitschrijft.
Hoewel de details ontbreken, is het ontslag van Reinier inmiddels definitief. Zijn jarenlange betrokkenheid bij een van de langstlopende politieseries van Nederland eindigt abrupt. En daarmee lijkt ook zijn reputatie als geliefde televisiester flink onder druk te staan.

Oude incidenten opnieuw onder de loep
Het ontslag van Reinier lijkt het startschot te zijn geweest voor het openbaren van allerlei incidenten uit zijn verleden. Kunstenaars, mediafiguren en collega’s duiken massaal op om hun ervaringen met de acteur te delen. Zo herinnert kunstenaar Sem Mallée zich nog levendig een moment uit 2008 waarin Reinier hem op straat fysiek zou hebben aangevallen tijdens een videoproject. “Zonder aanleiding greep hij me bij de keel en duwde me naar de grond, terwijl zijn dochter erbij stond,” vertelt Mallée.
Ook journalist Tim Hofman deelde in 2013 een pijnlijke ervaring op social media. Tijdens een interview op de rode loper voor het programma ‘Spuiten en Slikken’, stelde Hofman een gewaagde vraag, waarop Reinier zo boos reageerde dat hij naar verluidt de interviewer fysiek bedreigde. “Van achteren komen, me bij m’n keel grijpen en dreigen met geweld. Laffe lul ben je, Victor Reinier,” schreef Hofman destijds op Twitter.

Tina Nijkamp: ‘Geen verrassing’
Voormalig SBS-omroepbaas en kijkcijferexpert Tina Nijkamp haalde in haar podcast ‘De Mediaweek’ ook een incident aan waarbij Reinier op de bruiloft van Reinout Oerlemans diens broer Jurriaan een klap zou hebben gegeven. “Het verhaal circuleerde al jaren. Het verbaast me eigenlijk dat het nu pas wordt opgepikt,” aldus Nijkamp. Hoewel ze zelf geen ooggetuige was, bevestigt ze dat het incident destijds breed werd besproken in de media en onder aanwezigen.
Daarnaast herinnert men zich het veelbesproken incident uit 2007, waarbij Reinier zijn toenmalige vriendin Kim zwaargewond zou hebben achtergelaten na een avond in een hotel in Maastricht. De actrice lag twee weken in coma, maar Reinier ontkende destijds elke betrokkenheid.
Jan Dijkgraaf: ‘Respect verdien je niet met geweld’
Schrijver en columnist Jan Dijkgraaf neemt geen blad voor de mond als het over Reinier gaat. “Ik ken hem vooral als een acteur uit politieseries die ik nooit keek. Maar wat ik wel weet: als je geweld nodig hebt om jezelf te profileren, verdien je geen respect.” Dijkgraaf hekelt bovendien het feit dat nu ineens mensen zich uitspreken die jarenlang zwegen: “Het is laf om pas te trappen als iemand al op de grond ligt.”

Mark Koster: ‘Een man met korte lont en lange tenen’
Journalist en podcastmaker Mark Koster heeft Reinier meerdere keren gesproken en herkent het patroon. “Als je iets kritisch tegen hem zei, ging hij meteen in verweer. Hij heeft overduidelijk een kort lontje.” Toch voegt hij eraan toe dat Reinier ook een grappige en intelligente kant heeft. “Zijn grootste zwakte is zijn stoerdoenerij, vooral in combinatie met dat opvliegend ego. Hij deelt graag uit, maar kan slecht incasseren.”
Het #MeToo-effect: overdue of onterecht?
De golf aan beschuldigingen rondom Reinier komt op een moment dat de Nederlandse mediawereld nog steeds kampt met de nasleep van #MeToo. Hoewel de piek van die beweging inmiddels voorbij lijkt, blijven nieuwe gevallen opduiken. De vraag is echter: is Victor Reinier het slachtoffer van een cancelcultuur of is het gerechtigheid voor jarenlange misstanden?
Volgens Koster zijn veel mensen inmiddels sceptisch geworden over anonieme beschuldigingen. “Op het Mediapark zie je nu dat niet alleen daders, maar ook zogenaamde slachtoffers onder vuur liggen. Toch krijgt Reinier nog even een extra zetje mee.”

Een acteur in vrije val
Tot voor kort werd Reinier beschouwd als een betrouwbare kracht in de Nederlandse televisie-industrie. Met hoofdrollen in onder meer ‘Baantjer’ en ‘Flikken Maastricht’ bouwde hij een stabiel CV op. Zijn Amsterdamse bravoure, rauwe charisma en herkenbare stem maakten hem geliefd bij een breed publiek.
Maar nu lijkt dat zorgvuldig opgebouwde imago in korte tijd te zijn afgebroken. Niet alleen werd hij uit Flikken Maastricht gezet, ook andere projecten waarbij zijn naam genoemd werd, lijken op de achtergrond te verdwijnen. Productiehuizen nemen afstand, PR-teams houden de lippen stijf op elkaar, en collega’s lijken zich terughoudend op te stellen.
Flikken Rotterdam is aanmerkelijk verbeterd; Flikken Maastrichr gaat achteruit, nu Victor Reinier weg gaat. “Toeval”? Ik dacht’t niet!!
— Ron de Weijze (@Ron95089431) March 6, 2025
Reputatieschade in tijden van sociale media
In het huidige medialandschap kan een enkel incident – bevestigd of niet – al grote gevolgen hebben. Social media zorgen ervoor dat beschuldigingen zich razendsnel verspreiden. De publieke opinie vormt zich in real-time, zonder dat een wederhoor nodig lijkt.
Voor Reinier betekent dat concreet: hij is in korte tijd verworden tot persona non grata in de entertainmentindustrie. Terwijl zijn zaak officieel nog nauwelijks is onderzocht, wordt hij in talkshows, podcasts en online platforms neergezet als agressief, vrouwonvriendelijk en onbetrouwbaar.
Wat vindt Reinier zelf?
Hoewel Reinier zich tot nu toe grotendeels stilhoudt, deed hij in het verleden al uitspraken die suggereren dat hij weinig op heeft met publieke bemoeienis. “Ik vind het verschrikkelijk als mensen zich met mijn leven bemoeien,” zei hij in een eerder interview.
Toch zal ook hij moeten erkennen dat de tijden veranderd zijn. Incidenten van vroeger worden in het huidige klimaat opnieuw beoordeeld, en gedrag dat ooit werd weggewuifd, wordt nu serieus genomen.

De toekomst van Victor Reinier: is herstel mogelijk?
De grote vraag is wat de toekomst brengt voor Victor Reinier. Kan hij zijn carrière nog nieuw leven inblazen, of is zijn reputatie blijvend beschadigd? In het verleden hebben andere publieke figuren na soortgelijke beschuldigingen een comeback weten te maken, mits ze openlijk verantwoordelijkheid namen of transparant waren over hun gedrag.
Voorlopig lijkt dat voor Reinier niet aan de orde. Zonder publiek statement, zonder excuses of uitleg, blijft de publieke opinie hem veroordelen. De kans op herstel lijkt kleiner met elke dag dat hij blijft zwijgen.
Conclusie
Wat begon als een intern probleem op de set van Flikken Maastricht, is inmiddels uitgegroeid tot een nationale showbizzsoap. De verhalen over Victor Reinier volgen elkaar in rap tempo op. Van vechtpartijen op bruiloften tot fysieke confrontaties met journalisten: het imago van de ooit zo populaire acteur brokkelt razendsnel af.
Of alle verhalen waar zijn, blijft de vraag. Maar in een wereld waarin perceptie vaak zwaarder weegt dan feit, lijkt de acteur nu al veroordeeld. De entertainmentindustrie is genadeloos – en voor Victor Reinier ziet het er voorlopig niet rooskleurig uit.
Wordt vervolgd.

Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.