Actueel
Het liefdesverhaal van Hasnat Khan en Prinses Diana
Prinses Diana werd wereldwijd geroemd om haar liefdevolle en meelevende aard. Haar bezoeken aan z!ekenhuizen brachten hoop en vreugde aan velen. Maar één van deze bezoeken betekende meer dan alleen liefdadigheid – het was het begin van een geheime romance die jarenlang verborgen bleef.

Het jaar is 1995, slechts twee maanden voordat Diana het beruchte Panorama-interview gaf, waarin ze openhartig sprak over haar persoonlijke strijd en haar turbulente huwelijk met prins Charles. In die periode ontmoette Diana een man die een diepe indruk op haar zou achterlaten: Dr. Hasnat Khan, een charismatische hartchirurg wiens uitstraling werd vergeleken met die van acteur Omar Sharif.
De Ontmoeting die Alles Veranderde
Dr. Hasnat Khan werkte destijds in het Royal Brompton Hospital in Londen. Diana’s bezoek aan het z!ekenhuis kwam voort uit haar steun aan een patiënt, Joe Toffolo, wiens echtgenote, Oonagh Shanley-Toffolo, een vertrouwelinge was van de prinses. Tijdens dit bezoek kruisten Diana en Khan elkaars paden, en vanaf dat moment was er een bijzondere connectie tussen hen.

Na die eerste ontmoeting keerde Diana bijna dagelijks terug naar het z!ekenhuis. Hun band groeide en er ontstond een diepgaande genegenheid tussen hen. Waar de wereld Diana kende als de iconische prinses, zag Khan haar als een gewone vrouw – iets wat haar aantrok in hun relatie.
Een Onverwachte Liefde
Ondanks haar koninklijke status was Diana een vrouw met eenvoudige genoegens. Ze hield van fastfood, rookte af en toe en had een speelse kant. Khan, een toegewijde arts, was een liefhebber van jazzclubs en genoot van zijn bescheiden leven. De twee leken in eerste instantie een onwaarschijnlijke combinatie, maar hun gedeelde gevoel voor humor en oprechte genegenheid brachten hen steeds dichter bij elkaar.

Om hun relatie geheim te houden, gebruikte Diana de codenaam Dr. Armani in haar berichten aan Khan. Ze vonden creatieve manieren om tijd samen door te brengen, zoals vermommingen en stiekeme ontmoetingen. Zo bezocht Diana een beroemde jazzclub in Soho met een zwarte pruik op, en hielp haar butler Paul Burrell Khan om onopgemerkt Kensington Palace binnen te komen.
Een Toekomst Samen?
Diana was zo gelukkig met Khan dat ze serieus overwoog met hem te trouwen. Ze vroeg zelfs haar butler om een priester te vinden die bereid was een interreligieus huwelijk te voltrekken. Ook verdiepte ze zich in de islam en bracht ze tijd door met Khan’s familie in Pakistan, waar ze genoot van hun gastvrijheid.

De relatie kreeg een nog serieuzere toon toen Diana haar zonen, prins William en prins Harry, voorstelde aan Khan. Ze noemde hem haar Mr. Wonderful en vrienden beweerden later dat hij de ware liefde van haar leven was. Maar ondanks hun sterke band bleven de uitdagingen zich opstapelen.
Het Einde van de Romance
De media-aandacht rondom Diana was overweldigend en hoewel zij gewend was aan de constante druk van de pers, was dit voor Khan een grote zorg. Hij vreesde dat zijn carrière en privéleven ernstig beïnvloed zouden worden als hun relatie openbaar werd. Hoewel ze samen droomden van een toekomst buiten het Verenigd Koninkrijk, werd het steeds duidelijker dat de obstakels onoverkomelijk waren.

Diana overwoog zelfs om met Khan naar Pakistan of Australië te verhuizen, maar uiteindelijk bleek dit geen haalbare optie. Hun relatie eindigde uiteindelijk in juli 1997, slechts een maand voordat Diana een nieuwe relatie begon met Dodi Fayed.
Een Onverwachte Wending
Op 31 augustus 1997 kwam prinses Diana om het leven bij een tragisch auto-0ngeluk in Parijs, samen met Dodi Fayed en hun chauffeur Henri Paul. Khan ontdekte Diana’s relatie met Dodi pas nadat de media hierover berichtten. “Toen ik het hoorde, was ik erg teleurgesteld,” gaf hij toe in een interview uit 2012.

Khan woonde haar begrafenis bij in Westminster Abbey en bleef in de jaren daarna worstelen met het verlies van Diana. “Soms wil ik gewoon schreeuwen,” zei hij later. “Er zijn momenten dat alles weer terugkomt.”
Het Leven na Diana
In 2006 trouwde Hasnat Khan met Hadia Sher Ali, een vrouw met koninklijke Afghaanse afkomst, maar hun huwelijk eindigde na twee jaar. Tegenwoordig woont hij in het Verenigd Koninkrijk en zet hij zijn werk als hartchirurg voort. Hij is tevens betrokken bij humanitaire initiatieven in Pakistan en Saudi-Arabië.

Reflecterend op zijn tijd met Diana zegt Khan: “Ze had geweldige kwaliteiten, maar net als iedereen ook haar eigen zwakke punten. Ik herinner me haar als een oprecht en warm persoon.”
Een Liefde die Blijft Voortleven
Hoewel hun romance geen gelukkig einde kende, blijft het verhaal van Diana en Khan een ontroerend hoofdstuk in haar leven. Het laat zien hoe liefde kan ontstaan op de meest onverwachte plekken, zelfs onder de immense druk van het publieke oog. Hun band was gebaseerd op oprechte genegenheid en respect, en ondanks de obstakels vond Diana in Khan iemand die haar zag als een mens, niet alleen als een prinses.
Terwijl we haar nalatenschap blijven herdenken, vieren we niet alleen haar bijdrage aan de wereld, maar ook de diepe emoties die haar menselijk maakten. Haar liefde voor Hasnat Khan blijft een van de meest fascinerende en verborgen liefdesverhalen van onze tijd.
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.