Connect with us

Actueel

Extinction Rebellion krijgt overheidsgeld via speciaal fonds: ´Rebellie beloond´

Avatar foto

Published

on

Extinction Rebellion en de relatie met publieke financiering

Extinction Rebellion is een internationale klimaatbeweging die sinds de oprichting wereldwijd bekendheid heeft verworven. De organisatie zet zich in voor meer bewustwording en urgentie rond klimaatverandering, en doet dit via opvallende, vaak creatieve acties. In Nederland heeft de groep regelmatig het nieuws gehaald met evenementen die bedoeld zijn om een breed publiek te bereiken en het gesprek over duurzaamheid aan te wakkeren.

Hun acties variëren van bijeenkomsten en demonstraties tot tijdelijke blokkades van drukke plekken. Deze acties zijn bedoeld om aandacht te trekken, zowel van het publiek als van beleidsmakers. Extinction Rebellion benadrukt dat de acties geweldloos zijn en plaatsvinden vanuit de overtuiging dat dringende veranderingen nodig zijn om de klimaatcrisis te bestrijden.

Wat veel mensen minder weten, is dat de organisatie in Nederland deels middelen ontvangt via een fonds dat mede door de overheid wordt gefinancierd. Deze financiële relatie heeft geleid tot discussies over de rol van de staat bij het ondersteunen van maatschappelijke bewegingen die soms kritisch staan tegenover overheidsbeleid.


Publieke middelen via het SDG Gemeenschapsfonds

Een belangrijk element in deze discussie is het SDG Gemeenschapsfonds. Dit fonds is opgezet om burgerinitiatieven en lokale bewegingen te ondersteunen die bijdragen aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Deze 17 wereldwijde doelen richten zich op thema’s zoals klimaatbescherming, armoedebestrijding, gendergelijkheid en duurzame economische groei. Het streven is om deze doelen uiterlijk in 2030 te realiseren.

Het SDG Gemeenschapsfonds wil “lokale burgerbewegingen versnellen” en “systeemverandering mogelijk maken”. Op de officiële website van SDG Nederland wordt Extinction Rebellion genoemd als een voorbeeld van een zelforganiserende gemeenschap die effectief bijdraagt aan bewustwording en mobilisatie rond klimaatverandering.

Hoewel niet precies bekend is hoeveel financiële steun Extinction Rebellion uit dit fonds ontvangt, is wel duidelijk dat SDG Nederland in 2023 een subsidie van 580.000 euro kreeg. Dit budget wordt ingezet om uiteenlopende organisaties te ondersteunen die aan de SDG-doelen werken.


Rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken

Het ministerie van Buitenlandse Zaken speelt een centrale rol in deze financieringsstructuur. Het financiert het bureau dat verantwoordelijk is voor SDG Nederland, waardoor publieke middelen terechtkomen in het SDG Gemeenschapsfonds. Dit fonds beslist vervolgens welke projecten en organisaties in aanmerking komen voor ondersteuning.

Zowel SDG Nederland als Extinction Rebellion hebben een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling). Dit houdt in dat zij belastingvoordelen genieten en dat donateurs in veel gevallen giften kunnen aftrekken van de belasting. Deze status maakt het voor beide organisaties makkelijker om fondsen te werven en hun activiteiten te organiseren.

De combinatie van overheidsfinanciering en ANBI-status roept in sommige gevallen vragen op. Het kan voor buitenstaanders opvallend zijn dat een organisatie die actief en soms kritisch deelneemt aan het maatschappelijke debat, indirect via publieke middelen wordt ondersteund.


Actievormen en maatschappelijke discussie

Extinction Rebellion onderscheidt zich van traditionele belangenorganisaties door de manier waarop zij acties uitvoeren. De groep maakt gebruik van opvallende methoden, zoals sit-ins, tijdelijke blokkades van wegen of pleinen en protestacties bij kantoren en instellingen. Deze acties zijn bedoeld om maatschappelijke en politieke aandacht te vestigen op klimaatproblematiek.

Een voorbeeld is een actie in september 2020 op het Gustav Mahlerplein in Amsterdam. Daar blokkeerden deelnemers tijdelijk wegen en gebouwen. De politie verplaatste de demonstranten, maar de Raad van State oordeelde later dat deze verplaatsing onrechtmatig was.

Dergelijke gebeurtenissen leiden vaak tot publieke discussie. Voorstanders zien de acties als een noodzakelijke manier om klimaatverandering hoger op de agenda te krijgen, terwijl critici zich afvragen of deze vorm van actievoering altijd passend is.


Vrijwilligers en ondersteuning

Uit begrotingsgegevens van de Stichting Vrienden van XR blijkt dat Extinction Rebellion in Nederland in sommige gevallen vergoedingen toekent aan vrijwilligers. Deze vergoedingen zijn bedoeld voor mensen die zich meer dan twintig uur per week voor de organisatie inzetten. Het maximale bedrag kan oplopen tot circa 1.500 euro per maand.

Dit stelt vrijwilligers in staat om hun tijd en energie volledig te richten op activiteiten voor de beweging. In de non-profitsector is het niet ongebruikelijk dat langdurige, intensieve inzet wordt gecompenseerd, maar het blijft een punt van gesprek over hoe onafhankelijkheid en motivatie in balans worden gehouden.


Samenwerking tussen overheid en maatschappelijke organisaties

De relatie tussen overheid en maatschappelijke bewegingen is niet altijd eenvoudig. Aan de ene kant stimuleert de overheid burgerinitiatieven die bijdragen aan maatschappelijke doelen, zoals de SDG’s. Aan de andere kant kan steun aan groepen die ook kritisch zijn op beleid leiden tot vragen over de rolverdeling tussen overheid en civil society.

In het geval van Extinction Rebellion ligt de nadruk voor de overheid op het ondersteunen van projecten die bijdragen aan duurzaamheid en klimaatbewustzijn. Voor de beweging zelf is het belangrijk dat zij hun missie kan voortzetten zonder afbreuk te doen aan hun kernwaarden.


Invloed op het klimaatdebat

Extinction Rebellion heeft een duidelijke impact gehad op de manier waarop klimaatverandering wordt besproken in Nederland. Door hun zichtbare en vaak creatieve acties heeft het onderwerp regelmatig de media gehaald. Politici, beleidsmakers en burgers worden door deze acties gestimuleerd om over het onderwerp in gesprek te gaan.

De extra mogelijkheden die ontstaan door financiering via fondsen zoals het SDG Gemeenschapsfonds stellen de beweging in staat om meer activiteiten te organiseren, campagnes te voeren en een groter publiek te bereiken. Tegelijkertijd zorgt deze financiële relatie voor een blijvende discussie over de wenselijkheid en voorwaarden van publieke steun aan activistische organisaties.


Toekomstperspectief

De toekomst van Extinction Rebellion in Nederland zal mede afhangen van de balans tussen financiële steun en de manier waarop zij hun acties vormgeven. Blijft de organisatie vasthouden aan de huidige strategie, of zal publieke financiering leiden tot aanpassingen in hun aanpak?

Daarnaast zullen transparantie en verantwoording waarschijnlijk een grotere rol gaan spelen. Zowel voor overheden als maatschappelijke organisaties is het belangrijk om duidelijk te communiceren over de herkomst en besteding van middelen.

De bredere vraag is hoe een samenleving ruimte kan bieden aan burgerinitiatieven die bijdragen aan maatschappelijke doelen, terwijl er tegelijkertijd een open en eerlijk gesprek blijft over de manier waarop die steun wordt vormgegeven.


Conclusie

Extinction Rebellion is in korte tijd uitgegroeid tot een zichtbare speler in het Nederlandse klimaatdebat. De beweging heeft met haar acties bijgedragen aan bewustwording en heeft het gesprek over duurzaamheid versterkt. De financiële ondersteuning via het SDG Gemeenschapsfonds, dat mede door het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gefinancierd, geeft de organisatie extra mogelijkheden om haar missie voort te zetten.

Tegelijkertijd maakt deze relatie duidelijk dat de grens tussen activisme en beleidsondersteuning soms dun is. Het is een dynamiek die vraagt om transparantie, wederzijds respect en een voortdurende dialoog over de rol van de overheid in het ondersteunen van burgerinitiatieven.

Wat vaststaat, is dat klimaatverandering een thema blijft dat de komende jaren veel aandacht zal krijgen, en dat bewegingen zoals Extinction Rebellion daarin een blijvende invloed zullen uitoefenen – zowel op beleidsmakers als op het brede publiek.

Actueel

Nog meer slecht nieuws voor Lesley-Ann Poppe: ´OM wil strengere straf´

Avatar foto

Published

on

Lesley-Ann Poppe en haar man Kevin Lebreton moesten zich maandag verantwoorden voor misleidende reclame rondom hun inmiddels failliete Beauty Academy. De zaak draait om de vraag of de opleidingen die de Beauty Academy aanbood voor esthetische ingrepen wel binnen de wet vallen. Het parket stelt dat deze handelingen wettelijk voorbehouden zijn aan (tand)artsen, maar de verdediging betoogt dat Poppe wordt aangeklaagd vanwege haar bekendheid.

Misleidende reclame en wettelijke overtredingen

Volgens het parket bood de Beauty Academy cursussen aan waarmee deelnemers handelingen leerden die in de praktijk wettelijk niet uitgevoerd mogen worden, tenzij door een arts of tandarts. De aanklager eiste een effectieve geldboete van 16.000 euro en de verbeurdverklaring van 29.300 euro. Dit bedrag correspondeert met de opbrengst van het starterspakket dat door 293 cursisten werd aangeschaft, wat hen toegang gaf tot de opleidingen.

Het Openbaar Ministerie benadrukt dat de reclame misleidend was, omdat het de indruk wekte dat de cursisten bevoegd zouden worden om medische handelingen uit te voeren die enkel door een arts mogen worden verricht.

Verweer: “Bekende persoon wordt slachtoffer”

De advocaat van Poppe en Lebreton, Kris Luyckx, verdedigde het paar krachtig. Volgens hem zou het geen toeval zijn dat net Poppe en haar man nu voor de rechtbank staan. “Als het Openbaar Ministerie een signaal naar de sector van de schoonheidsspecialisten wil afgeven, kiest het ervoor om een bekend persoon te slachtofferen,” zei Luyckx.

Hij betoogde bovendien dat de regels waarop Beauty Academy wordt aangeklaagd, specifiek gelden voor medische beroepen zoals plastisch chirurgen en niet voor schoonheidsinstituten. Dit zou volgens Luyckx de basis vormen voor de vrijspraak van zijn cliënten.

Publieke discussie over de zaak

De zaak heeft inmiddels een storm van publieke reacties opgeroepen. Veel mensen vragen zich af of Lesley-Ann Poppe daadwerkelijk het slachtoffer is van haar bekendheid, en of het Openbaar Ministerie in dit geval terecht handelt om de schoonheidssector te beschermen tegen misleidende praktijken.

De zaak heeft de bredere discussie over wie wel en niet bevoegd is om esthetische ingrepen uit te voeren, aangewakkerd. Ook de vraag of schoonheidsspecialisten voldoende gereguleerd worden, komt hierbij naar voren.

Uitspraak op 1 december

De rechter zal zijn uitspraak doen op 1 december. Tot die tijd blijft de zaak een veelbesproken onderwerp, zowel in de media als onder het publiek. Het is nog afwachten welke richting de rechter kiest in dit complexe geval, waarin de wetgeving over esthetische behandelingen en de populariteit van de betrokkenen een cruciale rol spelen.

Continue Reading