Connect with us

Actueel

Timmermans haalt snoeihard uit: ”Faber is prutser”

Avatar foto

Published

on

Politieke Rel in Den Haag: Debat over Weigerlintjes Escaleert in Tweede Kamer

Wat begon als een symbolische discussie over koninklijke onderscheidingen voor vrijwilligers, is uitgegroeid tot een fel debat in de Tweede Kamer dat inmiddels de gemoederen flink bezighoudt. Minister Faber van de PVV ligt onder vuur vanwege haar weigering om een aantal lintjes goed te keuren. Haar besluit leidde tot felle reacties vanuit de oppositie én een scherpe botsing tussen Geert Wilders en Frans Timmermans tijdens het ingelaste debat.

De ‘lintjeskwestie’: waar draait het om?

Elk jaar worden rond Koningsdag koninklijke onderscheidingen uitgereikt aan burgers die zich op uitzonderlijke wijze inzetten voor de samenleving. Dit jaar ontstond commotie toen PVV-minister Marjolein Faber, verantwoordelijk voor Asiel en Migratie, weigerde haar handtekening te zetten onder onderscheidingen voor vrijwilligers die zich inzetten voor vluchtelingen en medewerkers van het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers).

Volgens Faber strookt het uitreiken van lintjes aan deze groep niet met het beleid van haar ministerie. Haar weigering werd als pijnlijk ervaren door velen in het parlement, met name door partijen die juist de inzet voor kwetsbare doelgroepen, zoals asielzoekers, willen belonen.

Jesse Klaver vraagt debat aan

De kwestie leidde tot een golf van kritiek. GroenLinks-PvdA-leider Jesse Klaver nam het initiatief om een debat aan te vragen, met steun van meerdere partijen. Klaver noemde het onacceptabel dat een minister persoonlijke politieke overtuigingen laat meewegen bij het toekennen van een symbolische eerbetuiging namens de Nederlandse staat.

“Vrijwilligerswerk overstijgt politieke opvattingen,” stelde Klaver. “Het niet willen tekenen van een lintje omdat het over vluchtelingen gaat, is een gevaarlijk precedent. Als we dat accepteren, ondermijnt dat de waardering die we als samenleving uitspreken voor onbaatzuchtige inzet.”

Kabinet onder druk: premier Dick Schoof grijpt in

Aanvankelijk was het de bedoeling dat premier Dick Schoof het debat aan zich voorbij zou laten gaan. Maar onder druk van de ontstane ophef besloot hij toch zijn opwachting te maken in de Kamer. Zijn aanwezigheid werd door de Kamer als noodzakelijk gezien, gezien de nationale impact van de kwestie.

Schoof sprak diplomatiek. Hij benadrukte dat het toekennen van koninklijke onderscheidingen een zorgvuldige procedure kent en dat er afspraken bestaan over de rol van ministers binnen dit proces. De premier wilde inhoudelijk niet op het besluit van minister Faber ingaan, maar erkende dat de ontstane situatie “politiek gevoelig” was.

Wilders en Timmermans in frontale botsing

Tijdens het debat liep de spanning al snel op, met name tussen Geert Wilders (PVV) en Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA). Timmermans drong aan op excuses van minister Faber en stelde dat haar handelen “de eenheid van het kabinetsbeleid” ondermijnt.

Wilders reageerde fel: “Je mag een lintje weigeren. Daar zijn regels voor. Als een minister twijfels heeft, wordt het dossier naar de ministerraad gestuurd. Wat Faber deed, is gewoon binnen de procedure.” Volgens hem is er dus niets onwettigs gebeurd, en wordt de kwestie opgeblazen om politieke redenen.

Timmermans was daar niet van onder de indruk en noemde Faber de “grootste prutser die ooit in vak K heeft gezeten.” Hij eiste dat Wilders zijn minister zou vervangen. “Als dit de standaard wordt voor ministerieel handelen, zijn we echt een grens over gegaan. Dit schaadt het aanzien van de hele regering.”

“Een minister mag ook principes hebben”

Vanuit coalitiepartijen VVD en NSC werd iets terughoudender gereageerd. Zij wezen erop dat ministers ook beleidsmatig keuzes mogen maken, zolang deze binnen de wet- en regelgeving vallen. “Dat Faber controversieel is, wisten we,” zei een VVD-Kamerlid. “Maar ze handelt wel binnen de kaders. Of je het er politiek mee eens bent, is een andere discussie.”

Vanuit D66 en Volt kwam opnieuw felle kritiek. Zij riepen de regering op om duidelijk te maken dat het kabinet zich inzet voor een inclusieve samenleving waarin vrijwilligerswerk, ongeacht het onderwerp, gewaardeerd wordt. “Wie zich inzet voor de medemens verdient erkenning, geen afwijzing,” aldus D66.

Koning houdt zich afzijdig

In de achtergrond speelt ook mee dat koninklijke onderscheidingen uiteindelijk in naam van de Koning worden uitgereikt. Maar in de praktijk is de toekenning grotendeels een ambtelijk en politiek proces. Vanuit Paleis Noordeinde kwam geen officiële reactie, maar ingewijden melden dat men “not amused” zou zijn over het feit dat de procedure zo’n politieke lading heeft gekregen.

Een bron binnen de hofhouding gaf anoniem aan: “De Koning hecht veel waarde aan de lintjes als manier om gewone Nederlanders in het zonnetje te zetten. Hij wil niet dat dit wordt gebruikt als politiek strijdtoneel.”

Wat gebeurt er nu?

Het debat eindigde zonder directe consequenties, maar de politieke schade is voelbaar. De oppositie heeft laten weten de zaak niet te laten rusten. Er wordt overwogen om een motie in te dienen waarin wordt geëist dat de ministerraad voortaan zelf beslist over gevoelige onderscheidingen – om politieke inmenging te beperken.

Ook wordt gekeken of er extra richtlijnen kunnen worden opgesteld voor ministers die betrokken zijn bij de lintjesprocedure. Het is voor het eerst dat de inhoudelijke motivatie van een minister voor zoveel controverse zorgt bij het uitreiken van onderscheidingen.

Symboliek of staatszaak?

De discussie rond de lintjes raakt aan een diepere vraag: mag een minister persoonlijke of politieke overwegingen laten meewegen bij symbolische erkenningen? Volgens critici heeft Faber met haar weigering het draagvlak onder het decoratiestelsel geschaad. Haar verdedigers wijzen juist op het recht van ministers om standpunten in te nemen en keuzes te maken.

Wat in ieder geval duidelijk is: het debat over de lintjes is uitgegroeid tot een grotere discussie over wat neutraliteit betekent in een coalitie die brede politieke stromingen verenigt. En of een symbolisch gebaar als een koninklijk lintje überhaupt nog boven de partijen staat.


Samenvatting:

  • Minister Faber (PVV) weigerde lintjes te ondertekenen voor vrijwilligers die vluchtelingen steunen.

  • De oppositie, met Jesse Klaver voorop, eiste een debat dat breed werd gesteund.

  • Premier Dick Schoof kwam alsnog naar het debat na publieke druk.

  • Wilders en Timmermans botsten fel; Timmermans noemde Faber “de grootste prutser in vak K.”

  • De procedure voor lintjes wordt mogelijk aangepast om politieke gevoeligheid te beperken.

Wat vind jij? Had minister Faber deze lintjes gewoon moeten ondertekenen? Praat mee in de reacties op Facebook.

Actueel

Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Avatar foto

Published

on

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt

De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.

Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?

Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.

De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?

De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.

Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.

Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?

Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.

Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.

Waarom grote cashopnames aandacht trekken

Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.

Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.

De risico’s van geld in huis

Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.

Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.

Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.

Waarom mensen toch een noodbuffer willen

Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.

Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.

Veelgemaakte misverstanden

Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.

Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.

Praktische tips voor wie cash bewaart

Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.

Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.

De nuchtere middenweg

Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.

Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.

Continue Reading