Actueel
LEES 👀 | Catherine (58): “Ik raakte al mijn spaargeld kwijt aan een jonge Ghanees. Hij heeft mij KAPOT gemaakt.”
Op 58-jarige leeftijd bevond Catherine zich op een keerpunt in haar leven. Met haar kinderen uitgevlogen en haar huis stil en leeg, voelde ze de eenzaamheid sluipend haar dagen vullen. Haar leven leek een herhaling van dezelfde routines: wakker worden, een beetje lezen, wandelen en naar bed gaan. Financieel stond Catherine er goed voor; ze had altijd verstandig gespaard. Maar ondanks die zekerheid, voelde ze een leegte die moeilijk te vullen was.

Een Virtuele Ontmoeting die Alles Veranderde
Op een avond besloot Catherine uit nieuwsgierigheid een online platform te verkennen. Ze verwachtte weinig, maar werd verrast door een ontmoeting met Ameyo, een jongeman uit Ghana. Hun eerste gesprekken waren luchtig en vol humor, maar al snel ontstond er een diepere band.
Ameyo toonde oprechte interesse in Catherine en gaf haar het gevoel gehoord en gezien te worden zoals al jaren niet meer. Ze deelden verhalen over hun leven, dromen en worstelingen. Voor Catherine, die de warmte van gezelschap had gemist, voelde dit als een nieuw begin. De gesprekken met Ameyo werden het hoogtepunt van haar dagen, en ze begon zelfs te fantaseren over een toekomst met hem.
Het Onbekende: Een Avontuur naar Ghana
Na maanden van intensieve gesprekken stelde Ameyo voor dat Catherine naar Ghana zou komen om elkaar persoonlijk te ontmoeten. Hoewel het idee haar eerst ondenkbaar leek, trok haar verlangen naar avontuur en liefde haar over de streep.
Bij aankomst in Ghana voelde Catherine zich overweldigd door de schoonheid van het land en de warme ontvangst van Ameyo. Hij liet haar zijn cultuur zien, stelde haar voor aan vrienden en nam haar mee naar adembenemende plekken. De tijd die ze daar doorbracht, voelde als een droom. Catherine, die jarenlang had geleefd in stilte en routine, voelde zich weer levend en geliefd.

De Ommekeer: Verzoeken die Niet Ophielden
Na haar bezoek aan Ghana begon de dynamiek tussen Catherine en Ameyo te veranderen. Wat begon als kleine verzoeken om financiële hulp – geld voor een telefoonreparatie of een huurachterstand – groeide uit tot grotere bedragen.
Catherine, verblind door liefde en vertrouwen, stemde in met zijn verzoeken. Ze geloofde dat ze een toekomst samen opbouwden en dat dit een investering in hun gezamenlijke geluk was. Binnen enkele maanden had ze duizenden euro’s naar hem overgemaakt. Haar spaargeld slonk zienderogen, maar Catherine bleef hopen dat hun relatie stand zou houden.
Een Leegte Achtergelaten
Toen Catherine terugkeerde naar Nederland, merkte ze dat Ameyo’s houding veranderde. Zijn berichten werden kortaf en minder frequent, en telefoongesprekken voelden haastig en afstandelijk.
In het begin gaf Catherine hem het voordeel van de twijfel. Misschien was hij druk, dacht ze. Maar na verloop van tijd werd de realiteit onontkoombaar: Ameyo had haar verlaten, samen met een groot deel van haar spaargeld.

Het verlies was verwoestend. Niet alleen was ze haar financiële zekerheid kwijt, maar ook haar vertrouwen in de oprechtheid van hun band. De pijn van verraad sneed dieper dan ze had verwacht.
Een Openbaring: Lessen uit Liefde en Verlies
Catherine vond het ongelooflijk moeilijk om haar verhaal te delen met vrienden en familie, bang voor hun oordeel. Toch voelde ze de behoefte om zich uit te spreken. Tot haar verrassing kreeg ze vooral steun en begrip.
Veel mensen herkenden haar verhaal of kenden anderen die iets soortgelijks hadden meegemaakt. Ze realiseerde zich dat ze niet de enige was die haar kwetsbaarheid had blootgesteld in de zoektocht naar gezelschap.
Hoewel Catherine veel had verloren, ontdekte ze waardevolle lessen: liefde en vertrouwen zijn prachtig, maar ze moeten gepaard gaan met voorzichtigheid. Ze leerde waarschuwingssignalen te herkennen en niet langer blind te vertrouwen, hoe verleidelijk de droom ook leek.
De Weg naar Herstel
Ondanks haar pijnlijke ervaring weigerde Catherine haar toekomst te laten bepalen door wat er was gebeurd. Ze besloot opnieuw te beginnen en haar leven langzaam maar zeker weer op te bouwen.
Ze richtte zich op activiteiten die haar vreugde brachten: schilderen, reizen en tijd doorbrengen met vrienden. Deze bezigheden gaven haar niet alleen afleiding, maar ook een hernieuwd gevoel van zelfrespect en kracht.
Haar ervaring met Ameyo bracht haar waardevolle inzichten en herinnerde haar eraan dat ware liefde begint met liefde voor jezelf. Catherine voelde zich sterker dan ooit en was vastberaden om haar leven opnieuw in te richten, zonder spijt maar met wijsheid.

Belangrijke Inzichten uit Catherine’s Verhaal
- Zelfontdekking: Catherine ontdekte dat het zoeken naar liefde en verbinding haar leven nieuw leven inblies, maar haar ook kwetsbaar maakte.
- Waardevolle Lessen: Haar ervaring met verlies en teleurstelling leerde haar de waarde van waakzaamheid en het herkennen van waarschuwingssignalen.
- Emotionele Kracht: Door haar verhaal te delen, vond Catherine steun en begrip, wat haar hielp sterker terug te komen.
- Toekomstgerichtheid: Ondanks het verlies bleef Catherine vastberaden om haar leven opnieuw op te bouwen en met vertrouwen naar de toekomst te kijken.
Een Boodschap van Hoop
Catherine’s verhaal is een krachtig voorbeeld van hoe liefde en vertrouwen ons zowel kunnen inspireren als kwetsbaar maken. Hoewel ze door een moeilijke tijd ging, slaagde ze erin haar waardigheid en kracht te behouden.
Haar reis laat zien dat zelfs in tijden van verlies er ruimte is voor groei en veerkracht. Catherine’s vastberadenheid om haar leven opnieuw op te bouwen is een inspiratie voor iedereen die ooit te maken heeft gehad met teleurstelling in de liefde.
Het belangrijkste wat Catherine leerde? Dat liefde begint met jezelf waarderen. En dat is een les die ons allemaal sterker kan maken.
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.