Connect with us

Actueel

Jongen (11) neergeschoten in Rotterdam

Avatar foto

Published

on

De plitie in Rotterdam heeft deze week zes zeer jonge tieners gearresteerd in verband met het onderzoek naar de zwaargewonde 11-jarige jongen die in een woning aan de Asterlo werd aangetroffen. De arrestanten, in leeftijd variërend van 12 tot 16 jaar, worden verdacht van poging tot mrd* dan wel ddslg.

Ernstige verwndingen en z**kenhuis*opname

De 11-jarige jongen werd met zware verwndingen overgebracht naar het zkenhuis* in Rotterdam. Wat precies in de woning is gebeurd, is nog niet volledig duidelijk, maar vaststaat dat het slchtffer* ernstig gewond raakte door een schot uit een p*stl*. Zijn situatie blijft kritiek.

De plitie meldde woensdag dat de aanhoudingen op maandag, dinsdag en woensdag zijn verricht. De verdachten zijn vier jongens uit Rotterdam van 12, 13 en 15 jaar, een 14-jarig meisje uit Rotterdam, een 14-jarige jongen uit Maarsbergen en een 16-jarige jongen uit Enschede.

Meer arrestaties niet uitgesloten

De plitie kwam de jongeren op het spoor na uitgebreid recherchewerk en omdat enkele verdachten zichzelf hebben gemeld. Meer aanhoudingen worden niet uitgesloten, aangezien het onderzoek nog in volle gang is. De plitie onderzoekt de rol van iedere verdachte afzonderlijk, waarbij medeplegen en het bezit van v**rwpens en munitie eveneens worden meegenomen in de aanklachten.

Alle zes de minderjarigen zitten in volledige beperkingen en zullen donderdag en vrijdag worden voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam. Deze zal bepalen of ze langer in hechtenis blijven.

De plitie had direct na het incident een Team Grootschalig Opsporing (TGO) op de zaak gezet, onder leiding van twee officieren van justitie. Dit team, bestaande uit ongeveer twintig rechercheurs, werkt intensief aan de reconstructie van de gebeurtenissen. Getuigen worden opgeroepen om zich te melden, omdat elk detail kan bijdragen aan het onderzoek.

Schoten in een woning aan de Asterlo

Op zondag 16 februari werd de 11-jarige jongen zwaargewond aangetroffen in een woning in Hoogvliet, waar hij op bezoek was bij een vriendje. Aanvankelijk was er onduidelijkheid over de aard van de verwndingen, omdat niet meteen vaststond of het om stk- of schtwonden* ging. Kort na het incident vond de plitie een v**rwpen in een grasveldje nabij de portiekflat.

Het slchtffer* moest ter plaatse worden gereanimeerd en werd in kritieke toestand naar het Ersmus MC gebracht. Om hem snel en veilig uit het flatgebouw te krijgen, werd een hoogwerker ingezet. Een ambulance stond beneden klaar om de jongen zo snel mogelijk naar het z**kenhuis* te vervoeren.

Groep jonge verdachten en drillrap

Uit onderzoek blijkt dat de jongeren in de woning deel uitmaakten van een groep piepjonge drillrappers die in de wijk voor overlast, intimidatie en bedreigingen zorgen. Of het slchtffer* zelf betrokken was bij drillrap, is niet bekend.

Een getuige verklaarde een harde knal te hebben gehoord, waarna hij zag hoe meerdere jonge mensen in paniek over de galerij renden. Deze informatie is cruciaal voor het onderzoek, aangezien het bevestigt dat er meerdere betrokkenen waren op het moment van de sch**tprtij.

Escalatie van jeugdcriminaliteit

De betrokkenheid van jonge tieners bij ernstige gldsdlicten zoals deze baart de autoriteiten grote zorgen. In de afgelopen jaren is een toename zichtbaar van jongeren die zich aansluiten bij gldddige groepen, vaak beïnvloed door drillrap en sociale media.

Volgens experts biedt het internet jonge mensen een platform waarop g**ld* wordt verheerlijkt. Dit leidt tot een gevaarlijke cultuur waarin jongeren worden aangemoedigd om rivaliteit fysiek uit te vechten. In dit geval leidde dat tot een tragedie waarbij een 11-jarige jongen het slchtffer* werd.

De plitie waarschuwt ouders en scholen om alert te zijn op gedragingen van jongeren en gesprekken te voeren over de gevaren van deze g**ldddige subcultuur.

Plitie verhoogt toezicht in de wijk

Vanwege de ernst van de zaak en de betrokkenheid van jonge tieners heeft de plitie aangekondigd extra toezicht te houden in de wijk. Dit moet verdere escalatie voorkomen en bewoners een veiliger gevoel geven.

Ook de gemeente Rotterdam neemt maatregelen. Burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft zich al eerder uitgesproken over de stijgende jeugdcriminaliteit en benadrukt dat er streng zal worden opgetreden tegen minderjarige verdachten die zich schuldig maken aan g**ld*.

In samenwerking met jeugdzorg en scholen wordt gekeken naar preventieve maatregelen om herhaling te voorkomen. Mentale ondersteuning wordt aangeboden aan zowel slchtffers* als daders, omdat vroegtijdige interventie kan helpen bij het doorbreken van criminele patronen.

Reacties uit de gemeenschap

De nasleep van het incident heeft diepe indruk gemaakt op de school en de gemeenschap van Schiedam en Hoogvliet. Op het Geuzencollege, waar zowel het slchtffer* als een aantal verdachten leerlingen waren, heerst verslagenheid. De Lentiz Onderwijsgroep, waaronder de school valt, heeft een gedenkplek ingericht waar leerlingen bloemen kunnen leggen en kaartjes met berichten kunnen achterlaten.

“Je gaat de vakantie in en ineens gebeurt dit,” zei een woordvoerder van de school. “We willen ruimte geven voor emoties, herinneringen en verhalen.” Extra begeleiding wordt aangeboden om leerlingen en docenten te ondersteunen in de verwerking van deze tragedie.

Familieleden van het slchtffer* zijn eveneens geschokt en verdrietig. Een familielid vertelde: “We zijn met zijn dertienen,” waarmee hij de enorme impact van het verlies binnen de familie benadrukte.

Toekomstige stappen

De komende dagen en weken zullen cruciaal zijn voor het verdere verloop van het onderzoek. De plitie werkt met man en macht aan het in kaart brengen van de gebeurtenissen en de exacte rol van elke verdachte.

Of de verdachten langdurig vast blijven zitten, hangt af van het verdere onderzoek en de rechtsgang. Voor nu blijven ze in hechtenis totdat de rechter-commissaris heeft geoordeeld over hun voorlopige aanhouding.

Wat dit incident extra schrijnend maakt, is de betrokkenheid van zulke jonge tieners bij een ernstig msdijf. Dit roept bredere vragen op over jeugdcriminaliteit, de invloed van drillrap en hoe de maatschappij dergelijke gld*incidenten in de toekomst kan voorkomen.

De plitie roept getuigen die mogelijk iets gezien of gehoord hebben op om zich te melden. Elk detail kan helpen om recht te doen aan het slchtffer* en zijn familie.

Met de recente ophef over jeugdg**ld* in Nederland, zal deze zaak ongetwijfeld verder worden onderzocht in de context van bredere maatschappelijke trends. Het is duidelijk dat het incident in Schiedam niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een zorgwekkende ontwikkeling binnen de samenleving.

Actueel

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Published

on

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Continue Reading