Actueel
Dieuwertje Blok heeft weer kanker en wordt niet meer beter, legt werk definitief neer
Dieuwertje Blok stopt met werken na terugkeer van kanker: ‘Ik richt mijn energie op wat echt belangrijk is’
Dieuwertje Blok, een van de meest geliefde presentatrices van Nederland, heeft opnieuw een zware diagnose gekregen. De kanker die haar vorig jaar al trof en een ingrijpende operatie noodzakelijk maakte, is teruggekeerd. De 67-jarige omroepster heeft daarom besloten haar werk bij de NTR definitief neer te leggen. Haar prioriteit ligt nu volledig bij haar gezondheid en haar dierbaren.
Een moeilijke beslissing
De NTR bracht het nieuws naar buiten en bevestigde dat Dieuwertje haar rol als presentatrice van onder andere Podium en Het Sinterklaasjournaal niet meer zal vervullen. Ze stond op het punt terug te keren als presentator van NTR Podium, het wekelijkse muziekprogramma op NPO Klassiek. Helaas kreeg ze vlak voor de geplande uitzending slecht nieuws over haar gezondheid, wat haar dwong deze beslissing te nemen.
“Ik wil mijn energie richten op wat echt belangrijk is: mijn behandeling en de tijd die ik met mijn dierbaren doorbreng,” liet Blok in een verklaring weten. Hoewel haar ziekte niet meer te genezen is, blijft ze vastberaden om het beste van de tijd die haar rest te maken.
Afscheid van een indrukwekkende carrière
Dieuwertje Blok is al decennialang een vertrouwd gezicht op de Nederlandse televisie en radio. Vooral als presentatrice van Het Sinterklaasjournaal wist ze jaarlijks miljoenen kijkers te boeien. Haar warme en herkenbare stijl maakte haar een icoon binnen de Nederlandse mediawereld. Het besef dat ze haar passie niet langer kan uitoefenen, is zowel voor haar als voor haar trouwe publiek een grote klap.
“Ik heb altijd met liefde en plezier gewerkt. Het is moeilijk om afscheid te nemen, maar het is de juiste beslissing,” vertelt ze. “Nu is het tijd om me te focussen op mijn gezondheid en de mensen die me dierbaar zijn.”

De strijd tegen neuskanker
In 2023 werd bij Blok neuskanker vastgesteld, een zeldzame vorm van kanker die een ingrijpende neusamputatie noodzakelijk maakte. In een eerder interview vertelde ze hoe ze leerde omgaan met deze drastische verandering. Haar optimisme en veerkracht maakten diepe indruk. Ze kreeg een tijdelijke neusprothese en keek uit naar een definitieve oplossing.
“Ik voelde me goed,” zei ze in december nog tegen radio-dj’s Coen en Sander op JOE. “Deze ‘tussen-neus’ is prima, maar ik krijg nog een betere. Ik moet deze nu elke ochtend lijmen, en dat is best een gedoe. Gelukkig hebben ze tegenwoordig geweldige technieken. Met implantaten en magneten klik ik straks mijn nieuwe neus erop. Ik ben net een bionic woman.”
Helaas heeft de ziekte zich opnieuw verspreid, waardoor de toekomst onzeker is. Of ze nog gebruik kan maken van de beloofde techniek, is op dit moment niet bekend.
Hoor net triest nieuws over Dieuwertje Blok op de radio. De kanker is weer teruggekeerd en ze keert niet meer terug in de media. Heel veel sterkte Dieuwertje, ik heb altijd genoten van al je programma’s, jouw positiviteit en enthousiasme was een voorbeeld voor mij
— Lientje (@JAnnevelink) January 29, 2025
Privacy en respect
Hoewel Dieuwertje altijd open is geweest over haar ziekte, vraagt ze nu om privacy. “Ik waardeer alle steun, maar ik hoop dat mensen begrijpen dat ik deze tijd vooral wil doorbrengen met mijn geliefden,” benadrukt ze. Haar boodschap is helder: ze wil zich richten op haar eigen welzijn en dat van haar familie, zonder constante media-aandacht.
Impact op het publiek
Het nieuws over haar ziekte en haar besluit om te stoppen, heeft veel losgemaakt. Op sociale media stromen steunbetuigingen binnen. Collega’s, fans en prominente figuren uit de mediawereld spreken hun bewondering uit voor haar kracht en positiviteit.
Presentator en collega Sinterklaas-veteraan Jeroen Kramer reageerde emotioneel: “Dieuwertje is een van de meest warme en professionele mensen die ik ken. Dit nieuws raakt me diep.”
Ook fans laten weten hoeveel respect ze hebben voor haar beslissing. “Een icoon in de Nederlandse media. Wat een verdrietig nieuws,” schrijft een Twitter-gebruiker. Een ander voegt toe: “Ik heb zoveel mooie herinneringen aan haar op televisie. Heel veel sterkte.”

Een inspirerend voorbeeld
Ondanks de zwaarte van haar situatie, blijft Dieuwertje een inspirerend voorbeeld. Haar positiviteit en moed laten zien dat zelfs in de moeilijkste tijden kracht en waardigheid mogelijk zijn. Haar nalatenschap binnen de Nederlandse televisie blijft voor altijd bestaan, en haar invloed op meerdere generaties zal niet snel worden vergeten.
Hoewel ze niet meer te genezen is, leeft ze volgens haar eigen waarden: genieten van wat er nog wél is en het beste maken van elke dag.
“Mijn focus ligt op het hier en nu,” zegt ze in haar verklaring. “Ik hoop dat mensen dat begrijpen en me daarin steunen. Dank voor alle lieve berichten. Dat betekent veel voor me.”
Dieuwertje Blok is hoe je wilt dat mensen zijn. Open, geïnteresseerd en inspirerend. Woonde in de buurt. Op een dag blokkeerde mijn dochter van toen 3 een vrouw met haast in de AH. Een lieve stem: “Schat mag ik er even langs?”. Ik hoefde niet te kijken wie t was #held #sterkte https://t.co/2nnBDrRwwO
— Gilles van Wezel 💙💛 (@GillesvanWezel) January 29, 2025
Wat nu?
Voor nu neemt Dieuwertje Blok afscheid van haar publiek, maar haar impact blijft. Haar stem, haar uitstraling en haar betrokkenheid bij programma’s als Het Sinterklaasjournaal zullen nog lang resoneren. Ze laat een onuitwisbare indruk achter, zowel bij haar collega’s als bij het Nederlandse publiek.
In deze moeilijke periode wordt haar privacy gerespecteerd en kan ze zich volledig richten op haar familie en haar gezondheid. Haar boodschap aan iedereen: blijf positief, waardeer de kleine dingen en wees lief voor elkaar. Een levensles die Dieuwertje Blok tot het einde zal blijven uitdragen.
Actueel
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

