Actueel
Oud-drugsbaron eist miljoenen euro’s van Netflix-hitserie Undercover

Ex-crimineel Adrianus van Wesenbeeck sleept Netflix voor de rechter: ‘Ferry is gebaseerd op mijn leven’
Voormalig drugsbaron eist miljoenen van streamingreus
Adrianus van Wesenbeeck, een voormalig Nederlands drugscrimineel, heeft een miljoenenclaim ingediend tegen Netflix. Volgens hem is de succesvolle serie Undercover en de films rondom het personage Ferry Bouman gebaseerd op zijn leven. Zonder zijn toestemming, en volgens hem bovendien met onjuiste en schadelijke weergaven van zijn persoon. Hij voelt zich afgeschilderd als een gewelddadige moordenaar en eist daarom schadevergoeding wegens reputatieschade, emotioneel leed én het onrechtmatig gebruik van zijn levensverhaal.
Beschuldigingen aan Netflix: ‘Onterecht neergezet als seriemoordenaar’
Van Wesenbeeck stelt dat hij onterecht wordt geportretteerd als een brute seriemoordenaar en mensenhandelaar, terwijl hij daar nooit voor is aangeklaagd of veroordeeld. De voormalige drugsbaron, ook bekend als Janus van Wesenbeeck, werd tussen 2011 en 2015 in België vastgezet voor drugssmokkel, witwassen en lidmaatschap van een criminele organisatie. Inmiddels is hij vrij, maar hij mag België niet meer betreden.
In zijn juridische aanklacht beweert hij dat de Netflix-producties Undercover, Ferry en vooral Ferry 2 opvallend veel gelijkenissen vertonen met zijn eigen levenservaringen. Hij spreekt van grote emotionele, financiële en reputatieschade. De aanklacht werd recentelijk ingediend in Florida, in de Verenigde Staten.
De gelijkenissen met het personage Ferry Bouman
De serie Undercover, gestart in 2019, vertelt het verhaal van xtc-producent Ferry Bouman, gespeeld door Frank Lammers. Samen met Elise Schaap, die zijn partner Danielle vertolkt, vormt het duo de kern van het misdaadverhaal. De reeks groeide uit tot een groot succes, met inmiddels drie seizoenen, twee films en een prequel.
Van Wesenbeeck zegt meerdere overeenkomsten te herkennen tussen zijn eigen leven en dat van het fictieve personage Ferry. Zo zou ook hij in het verleden doelwit zijn geweest van een grootschalige undercoveroperatie van de Belgische politie. De scènes en dialogen in de tweede Ferry-film zouden, volgens hem, opvallend veel details bevatten die rechtstreeks uit zijn autobiografie komen.
Reputatieschade en emotioneel leed
In de officiële rechtbankdocumenten verklaart Van Wesenbeeck dat hij te maken heeft met ernstige schade. Zijn naam zou onterecht worden verbonden aan moord en gewelddadige misdaden. Hij ervaart dit als stigmatiserend en schadelijk voor zijn imago, met blijvende gevolgen voor zijn persoonlijke leven en toekomstplannen.
De schadeclaim is fors: Van Wesenbeeck eist een schadevergoeding van meer dan 26 miljoen dollar aan directe schade. Daarbovenop komt nog een aanvullende claim van meer dan 50 miljoen dollar aan compensatoire schadevergoeding, en nog eens 50 miljoen dollar aan punitieve schadevergoeding. Tot slot wil hij ook een deel van de opbrengsten van de populaire Undercover-franchise, waarvan de waarde naar schatting oploopt tot ruim 166 miljoen dollar.
Auteursrecht en ongeoorloofd gebruik van zijn boek
Naast de reputatieschade stelt Van Wesenbeeck ook dat Netflix en het Vlaamse productiehuis De Mensen inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht. In Ferry 2 zouden fragmenten zijn gebruikt die rechtstreeks uit zijn boek ‘Drugsbaron’ afkomstig zijn. De voormalig crimineel stelt dat dit zonder zijn toestemming is gebeurd, en dat dit bovendien op denigrerende wijze is gedaan.
Hij noemt als voorbeeld een promolied voor de film waarin zijn overleden vrouw Lydia op een kwetsende manier wordt genoemd. Ook dit element draagt bij aan de schadeclaim, die dus niet alleen op reputatie maar ook op emotioneel vlak zwaar weegt.
Geen officiële bevestiging, maar wel suggesties
Netflix heeft nooit officieel toegegeven dat Undercover gebaseerd is op het leven van Adrianus van Wesenbeeck. Toch wijst hij erop dat diverse betrokkenen bij de serie in interviews wél hebben gesuggereerd dat het personage Ferry Bouman losjes is gebaseerd op een echte Nederlandse xtc-baron. Van Wesenbeeck voelt zich hierdoor direct aangesproken.
Hij stelt bovendien dat zijn boek en levensverhaal onrechtmatig zijn gebruikt om het fictieve verhaal te voeden. In zijn ogen is het niet meer ‘losjes geïnspireerd op’, maar een directe kopie van delen uit zijn leven, met als gevolg een publiekelijke karaktermoord.
De juridische strijd: wat staat er op het spel?
De aanklacht van Van Wesenbeeck tegen Netflix is een serieuze zaak. Niet alleen vanwege het financiële belang, maar ook vanwege de implicaties voor andere fictieve producties. Steeds vaker maken series en films gebruik van ‘echte’ verhalen als inspiratie. De vraag is waar de grens ligt tussen creatief gebruik en ongeoorloofd kopiëren of beschadigen.
De zaak zou een precedent kunnen scheppen voor toekomstige rechtszaken over waargebeurde verhalen die zonder toestemming in fictie worden verwerkt. Voor Netflix en andere streamingsdiensten is deze rechtszaak daarom meer dan alleen een juridische kwestie — het is ook een test voor creatieve vrijheid tegenover morele verantwoordelijkheid.
Netflix houdt vooralsnog de lippen stijf op elkaar
Tot nu toe heeft Netflix geen officiële reactie gegeven op de aanklacht van Van Wesenbeeck. Ook het productiehuis De Mensen houdt zich op de vlakte. Dat is niet ongebruikelijk bij lopende rechtszaken, maar het voedt wel de speculatie en publieke discussie.
In de tussentijd groeit de aandacht voor de zaak, zowel in Nederland als internationaal. De mix van misdaad, media, auteursrechten en morele kwesties spreekt tot de verbeelding van het publiek — en zorgt voor toenemende druk op de betrokken partijen om openheid van zaken te geven.
De maatschappelijke discussie over waargebeurde inspiratie
De rechtszaak tegen Netflix raakt aan een bredere maatschappelijke discussie. Mag een streamingdienst zomaar iemand portretteren zonder toestemming, zelfs als het verhaal als fictie wordt gepresenteerd? En hoe ver mag men gaan in het ‘leunen op de werkelijkheid’ om een verhaal boeiender te maken?
Voor Van Wesenbeeck draait het allang niet meer alleen om geld. Hij wil ook zijn naam zuiveren en voorkomen dat zijn verhaal op sensationele wijze wordt gebruikt voor commercieel gewin. De combinatie van zijn verleden, de publieke populariteit van de serie, en de beschuldigingen van auteursrechtschending maken dit tot een juridisch mijnenveld met potentieel verstrekkende gevolgen.
Conclusie: een rechtszaak met grote gevolgen voor fictie en realiteit
De miljoenenzaak van Adrianus van Wesenbeeck tegen Netflix is niet alleen een persoonlijke strijd, maar ook een juridische confrontatie tussen fictie en werkelijkheid. De voormalige crimineel voelt zich oneerlijk behandeld en buitengesloten van de opbrengsten van een serie die volgens hem deels op zijn leven is gebaseerd.
De uitkomst van de zaak kan bepalend zijn voor hoe toekomstige media omgaan met biografisch geïnspireerde content. Wordt deze zaak gewonnen, dan kan het de deur openen voor andere ‘echte’ personen om schadevergoeding te eisen wanneer zij zich onterecht geportretteerd voelen in fictieve producties. Wordt de zaak afgewezen, dan behouden creatieve makers hun vrijheid — maar zal de discussie over morele grenzen niet snel verstommen.

Actueel
Rutger Castricum krijgt ruzie bij De Oranjezomer: ‘Hele scheldpartij’
